uuControlelampje, gaat branden/knipperenuControlelampje lage bandenspanning/bandenspanningswaarschuwing brandt/gaat knipperen
Controlelampje lage bandenspanning/
bandenspanningswaarschuwing brandt/gaat knipperen
■
Redenen voor het gaan branden/knipperen van het controlelampje
Eén van de banden heeft een zeer lage bandenspanning of het
waarschuwingssysteem voor bandenspanning is niet gekalibreerd. Als er een
probleem is met het waarschuwingssysteem voor bandenspanning of de
thuiskomer
*
is gemonteerd, knippert het controlelampje ongeveer één minuut en
blijft dan branden.
■
Wat doen wanneer het controlelampje brandt
Rijd voorzichtig en vermijd plotselinge bochten en hard remmen.
Parkeer het voertuig op een veilige plek. Controleer de bandenspanning en stel
de druk in op het aangegeven niveau. De voorgeschreven bandenspanning is
weergegeven op een sticker in de portierstijl aan de bestuurderszijde.
u
Kalibreer het waarschuwingssysteem voor bandenspanning nadat de
bandenspanning is aangepast.
2 Kalibratie van het waarschuwingssysteem voor bandenspanning
BLZ. 455
■
Wat te doen wanneer het controlelampje knippert en blijft branden
Laat de band zo snel mogelijk door een dealer controleren. Als door de
thuiskomer
*
het controlelampje is gaan knipperen, vervang dan de band door
een normale band.
Na een paar kilometer gaat het controlelampje uit.
u
Kalibreer het waarschuwingssysteem voor bandenspanning nadat er
opnieuw een normale band is gemonteerd.
2 Kalibratie van het waarschuwingssysteem voor bandenspanning
BLZ. 455
* Niet beschikbaar op alle modellen
1Controlelampje lage bandenspanning/
bandenspanningswaarschuwing brandt/gaat knipperen
ATTENTIE
Door te rijden met een zeer lage bandenspanning kan de
band oververhit raken. Een oververhitte band kan defect
raken. Pomp de banden altijd op tot het vereiste niveau.
589