Beveiligingssysteem
Startblokkeringssysteem
Het startblokkeringssysteem zorgt ervoor dat de motor niet kan worden gestart met een
sleutel die niet vooraf is geregistreerd. Iedere sleutel bevat elektronische zenders, die gebruik
maken van elektronische signalen om de sleutel te controleren.
Let op het volgende wanneer de sleutel in de contactschakelaar wordt gestoken of op de knop
ENGINE START/STOP wordt gedrukt:
•
Zorg dat voorwerpen die sterke radiogolven uitzenden niet in de buurt van de
contactschakelaar of de knop ENGINE START/STOP komen.
•
Zorg dat de sleutel niet is afgedekt door of in contact komt met een metalen voorwerp.
•
Breng een sleutel van een startblokkeringssysteem van een ander voertuig niet in de buurt
van de contactschakelaar of de afstandsbediening.
Beveiligingssysteemalarm
Het beveiligingssysteemalarm wordt geactiveerd wanneer de achterklep, de motorkap of de
portieren worden geopend zonder de afstandsbediening of het sleutelloos toegangssysteem.
Het alarm wordt tevens geactiveerd als u het portier met de sleutel ontgrendelt.
■
Als het beveiligingssysteemalarm wordt geactiveerd
De claxon klinkt met tussenpozen en sommige exterieurlichten gaan knipperen.
■
Beveiligingssysteemalarm deactiveren
Ontgrendel het voertuig met de afstandsbediening, het sleutelloze toegangssysteem of zet de
contactschakelaar in de stand AAN
knipperlichten, gedeactiveerd.
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactslot.
* Niet beschikbaar op alle modellen
*
(
w
*1
. Het systeem wordt, samen met de claxon en
1Startblokkeringssysteem
ATTENTIE
Als de sleutel in het voertuig wordt achtergelaten, kan dit
leiden tot diefstal of per ongeluk bewegen van het voertuig.
Neem altijd de sleutel mee wanneer het voertuig onbeheerd
wordt achtergelaten.
Indien het systeem herhaaldelijk de codering van uw sleutel
niet herkent, kunt u het best contact opnemen met uw
dealer. Als u uw sleutel bent verloren en de motor niet kunt
starten, neem dan contact op met een dealer.
Probeer het systeem niet te wijzigen of er andere
voorzieningen aan toe te voegen.
Gebeurt dit wel, dan kan het systeem beschadigd raken en
het voertuig niet meer werken.
1Beveiligingssysteemalarm
Het beveiligingsalarm klinkt gedurende 30 seconden en stelt
dan het systeem opnieuw in. Indien de oorzaak van het alarm
blijft bestaan, zal het afgaan van het alarm zich meerdere
malen herhalen, met tussenpozen van ongeveer vijf
seconden.
VERVOLG
*
163