Controlelampje
Naam
Controlelampje
rijbaanassistentie
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
Aan/Knipperend
Gaat enkele seconden branden wanneer u
●
de contactschakelaar in de stand
w
(
AAN
*1
zet en dooft vervolgens.
Gaat branden als er een probleem is met
●
het rijbaanassistentiesysteem.
●
Gaat branden als het systeem zichzelf
uitschakelt.
*
Uitleg
Blijft constant branden - Laat uw voertuig
●
door een dealer controleren.
●
Blijft branden - De temperatuur in de
camera is te hoog.
Gebruik het klimaatregelsysteem om de
camera af te koelen.
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer
de temperatuur in de camera is gedaald.
Camera rijbaanassistentie
2
●
Blijft branden - Het gebied rondom de
camera is bedenkt met vuil, modder, enz.
Stop op een veilige plek en veeg de
onderdelen schoon met een zachte doek.
●
Laat het voertuig door een dealer
controleren als het controlelampje en het
bericht weer verschijnen nadat u het gebied
rondom de camera hebt gereinigd.
Camera rijbaanassistentie
2
uuControlelampjesu
Bericht
BLZ. 443
BLZ. 443
VERVOLG
107