3 Scherpstellen met AF
u(Gezicht)+volgen: c
De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Indien
een gezicht beweegt, beweegt het AF-punt <p> mee om het gezicht
te volgen.
Gebied AF-kader
260
Geef het Live View-beeld weer.
1
Druk op de knop <A>.
Het Live View-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
Het gebied AF-kader wordt
weergegeven.
Controleer het AF-punt.
2
Wanneer er een gezicht wordt
herkend, wordt het AF-punt <p>
weergegeven op het gezicht waarop
zal worden scherpgesteld.
Wanneer meerdere gezichten worden
gedetecteerd, wordt <q>
weergegeven. Gebruik de
pijltjestoetsen <Y> en <Z> om
<q> te verplaatsen naar het gezicht
waarop u wilt scherpstellen.
U kunt ook op het LCD-scherm tikken
om het gezicht of onderwerp te
selecteren. Als u op een ander
onderwerp dan een menselijk gezicht
tikt, schakelt het AF-punt over
naar <z>.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
Als geen gezichten worden
gedetecteerd of als u niets aanraakt
op het scherm, wordt scherpgesteld
binnen het gebied AF-kader.
Als de scherpstelling is bereikt, wordt
het AF-punt groen en klinkt er een
pieptoon.
Als de scherpstelling niet wordt
bereikt, wordt het AF-punt oranje.