g: De ISO-snelheid instellen voor foto'sN
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt
de ISO-snelheid automatisch ingesteld.
Raadpleeg pagina 278 en 281 voor meer informatie over de ISO-
snelheid tijdens movie-opnamen.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
ISO-snelheid
ISO 100 – ISO 400
ISO 400 – ISO 1600
ISO 1600 – ISO 25600, H Donker, binnen of 's avonds
* Bij hoge ISO-snelheden kunnen opnamen er korreliger uitzien.
U kunt dit ook instellen met [z2: zISO-snelheid].
Selecteer onder [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [2: ISO
vergroten] is ingesteld op [1:Aan], kan 'H' (gelijk aan ISO 51200) ook
worden geselecteerd (pag. 402).
158
Druk op de knop <g>
1
Stel de ISO-snelheid in.
2
Terwijl u naar het LCD-paneel of in de
zoeker kijkt, draait u aan het
instelwiel <6> of <5>.
De ISO-snelheid is instelbaar op een
waarde tussen ISO 100 en ISO 25600.
'A' staat voor ISO auto. De ISO-
snelheid wordt automatisch ingesteld
(pag. 159).
Wanneer het scherm wordt
weergegeven dat u hier links ziet,
kunt u op de knop <B> drukken
om de instelling op 'AUTO' te zetten.
Opnamesituatie
(Geen flits)
Zonnig, buiten
Bewolkt of 's avonds
(9).
Flitsbereik
Hoe hoger de ISO-
snelheid, des te groter
het effectieve flitsbereik
(pag. 216).