f: De AF-bediening wijzigenN
U kunt de AF-bediening (automatische scherpstelling) selecteren die bij
de opnameomstandigheden en het onderwerp past. In de basismodi
wordt de optimale AF-bediening automatisch ingesteld voor de
respectieve opnamemodus.
In de creatieve modi kunt u altijd op de knop <p> drukken om
automatisch scherp te stellen.
124
Stel de scherpstelmodusknop op
1
de lens in op <AF>.
Draai het programmakeuzewiel
2
naar een creatieve modus.
Druk op de knop <
3
[AF-werking] wordt weergegeven.
Selecteer de AF-bediening.
4
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om de gewenste AF-bediening
te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
Stel scherp op het onderwerp.
5
Richt het AF-punt op het onderwerp
en druk de ontspanknop half in.
De camera stelt vervolgens
automatisch scherp in de
geselecteerde AF-bediening.
f>.
Z