Correctie chromatische aberratie
Vervormingscorrectie
3 Correctie van lensafwijking door optische eigenschappenN
Selecteer [Corr. chromat. afw.].
1
Selecteer [Inschakelen].
2
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor de gebruikte lens.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De opname wordt vastgelegd met
de gecorrigeerde chromatische
afwijking.
Selecteer [Vervormingscorrectie].
1
Selecteer [Inschakelen].
2
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor de gebruikte lens.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De beeld wordt opgenomen met
correctie voor vervorming.
181