Inhoudsopgave
Opname-instellingen
4
De opnamekwaliteit instellen........................................................ 152
De aspect ratio van de opname wijzigen...................................... 156
g: De ISO-snelheid instellen voor foto's................................... 158
A Een beeldstijl selecteren ...................................................... 161
A Een beeldstijl aanpassen ..................................................... 164
A Een beeldstijl vastleggen...................................................... 167
B: Aanpassen aan de lichtbron (Witbalans) ............................. 169
u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen.............................. 173
Helderheid en contrast automatisch corrigeren (Auto Lighting
Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)) ................................... 175
Ruisreductie instellen ................................................................... 176
Correctie van lensafwijking door optische eigenschappen........... 179
Quick Control voor opnamefuncties ............................................. 185
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen (Kleurruimte) ... 187
Geavanceerde functies voor fotografische effecten 189
5
d: AE-programma ....................................................................... 190
s: De beweging van het onderwerp vastleggen (AE met
sluitervoork.)................................................................................. 192
f: De scherptediepte wijzigen (AE met diafragmavoork.) ........ 194
Scherptedieptecontrole.............................................................. 196
a: Handmatige belichting ........................................................... 197
BULB: Lange belichtingstijden (bulb) ........................................... 199
q De meetmethode wijzigen ...................................................... 203
De gewenste belichtingscorrectie instellen .................................. 205
Bracketing met automatische belichting (AEB) ............................ 206
A De belichting vergrendelen (AE-vergrendeling) ...................... 208
Spiegel opklappen om bewegingsonscherpte te verminderen ..... 209
p Intervaltimeropname..........................................................211
Opnamen maken met de flitser
6
D De ingebouwde flitser gebruiken .............................................. 216
D Een externe Speedlite gebruiken ............................................. 221
De flitsfunctie instellen.................................................................. 223
18
151
215