De gewenste belichtingscorrectie instellenN
Stel de belichtingscorrectie in wanneer de belichting (zonder flitser) anders uitvalt
dan gewenst. Deze functie kan worden gebruikt in de creatieve modi (met
uitzondering van <a>). U kunt de belichtingscorrectie instellen op maximaal
±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop.
Als de modus <a> en ISO auto beide zijn ingesteld, raadpleegt u pagina 198 voor
het instellen van de belichtingscorrectie.
* in Live View-opnamen of als [s: Opnamescherm] is ingesteld op [Met uitleg], kan de
belichtingscorrectie worden ingesteld tot ±3 stops.
Langere belichting voor een
helderdere opname
Kortere belichtingstijd voor
een donkerder opname
Wanneer [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie helderheid] (pag.
175) is ingesteld op iets anders dan [Uitschakelen], kan de opname nog steeds licht zijn,
zelfs als er een kleinere belichtingscorrectie voor een donkerdere opname is ingesteld.
Het ingestelde niveau van belichtingscorrectie wordt niet toegepast op filmopnamen.
Wanneer u de aan/uit-schakelaar op <2> zet, wordt de instelling voor
belichtingscorrectie geannuleerd.
Nadat u de waarde voor de belichtingscorrectie hebt ingesteld, kunt u de schakelaar
<R> omhoog zetten om te voorkomen dat de waarde voor de
belichtingscompensatie per ongeluk wordt gewijzigd.
De waarde voor belichtingscorrectie die in de zoeker en op het LCD-paneel wordt
weergegeven, gaat slechts tot ±2 stops. Indien de waarde voor belichtingscorrectie
hoger is dan ±2 stops, wordt bij het uiteinde van de indicator voor het
belichtingsniveau <I> of <J> weergegeven.
Voor het instellen van een belichtingscorrectie van meer dan ±2 stops wordt het
aanbevolen om de optie [z2: Bel.comp./AEB] (pag. 206) wordt aanbevolen.
Controleer de indicator voor het
1
belichtingsniveau.
Druk de ontspanknop half in (0) en
controleer de indicator van het
belichtingsniveau.
Stel de waarde voor de compensatie in.
2
Draai aan het hoofdinstelwiel <5> terwijl
u in de zoeker of op het LCD-paneel kijkt.
Indien de belichtingscorrectie niet kan
worden ingesteld, zet u de <R>-
schakelaar omlaag en draait u aan het
instelwiel <5>.
Als u de belichtingscorrectie instelt, wordt
het pictogram <O> weergegeven in de
zoeker en op het LCD-scherm.
Maak de opname.
3
Om de belichtingscorrectie te annuleren,
stelt u deze weer in op <E>.
205