De flitsfunctie instellenN
3
Bij gebruik van de ingebouwde flitser of een externe Speedlite uit de
EX-serie die compatibel is met de flitsfunctie-instellingen, kunt u het
menuscherm van de camera gebruiken om de functies en persoonlijke
voorkeuzen van de Speedlite in te stellen.
Als u een externe Speedlite gebruikt, bevestigt u deze op de
camera en schakelt u de Speedlite in voordat u begint met deze
instellingen. Zie de instructiehandleiding van de externe Speedlite
voor meer informatie over flitsfuncties van de Speedlite.
Flitsen
E-TTL II-flitslichtmeting
Als het moeilijk is om scherp te stellen bij weinig licht, is het mogelijk dat de
flitser meerdere keren flitst (AF-hulplicht, pag. 127), zelfs wanneer [Flitsen]
is ingesteld op [Uitschakelen].
Selecteer [Flitsbesturing].
1
Selecteer op het tabblad [z2] de
optie [Flitsbesturing] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor flitsbesturing wordt
weergegeven.
Selecteer het gewenste item.
2
Selecteer de menuoptie die u wilt
instellen en druk op <0>.
Om flitsfotografie in te schakelen, stelt
u [Inschakelen] in. Als u alleen het
AF-hulplicht wilt gebruiken, stelt
u [Uitschakelen] in.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u deze
optie in op [Evaluatief]. Als [Gemiddeld]
is ingesteld, wordt het gemiddelde van
de gehele gemeten scène berekend.
Afhankelijk van de scène kan flitsbelich-
tingscorrectie nodig zijn. Deze instelling
is voor geavanceerde gebruikers.
223