3 De flitsfunctie instellenN
De persoonlijke voorkeuze voor de externe Speedlite instellen
De persoonlijke voorkeuze-instellingen die bij [C.Fn-inst. externe flitser]
worden weergegeven, verschillen per Speedlite-model.
Wanneer de flitsvoorkeuze [Flits meetmethode] op een Speedlite uit de
EX-serie is ingesteld op [TTL-flitsmeting] (automatische flits), werkt de
Speedlite altijd op vol vermogen.
Wis alle instellingen naar Standaard
De persoonlijke voorkeuzefuncties van de Speedlite (P.Fn) kunnen niet op het
scherm [Flitsbesturing] op de camera worden ingesteld of geannuleerd. Stel
deze direct in op de Speedlite.
228
Geef de persoonlijke voorkeuze weer.
1
Wanneer de camera klaar is om
opnamen met een externe Speedlite te
maken, selecteert u [C.Fn-inst. externe
flitser]. Druk vervolgens op <0>.
Stel de persoonlijke voorkeuze in.
2
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om het functienummer te
selecteren. Stel vervolgens de functie
in. De procedure is hetzelfde als voor
het instellen van de persoonlijke
voorkeuze van de camera (pag. 400).
Selecteer [Wis instellingen].
1
Selecteer op het tabblad
[z2: Flitsbesturing] de optie
[Wis instellingen] en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer de instellingen die u wilt wissen.
2
Selecteer [Wis inst. interne flitser],
[Wis inst. externe flitser] of [Wis
C.Fn's externe flitser] en druk
vervolgens op <0>.
Wanneer u [OK] selecteert, worden de
respectievelijke instellingen voor de
flitser gewist.