14.11 I/O-instellingen
Dit display wordt gebruikt om de in te stellen ingang of uitgang te
kiezen.
N.B.: Een drukopnemer of andere niveau-opnemer moet worden
aangesloten op de AI1 analoge ingang van de CU 401. Een volu-
memeetapparaat of energiemeter kan worden aangesloten op
•
de CU 401, AI2 analoge ingang of
•
de CU 401, CNT-telleringang.
N.B.: Eventueel kan een regenwatermeter of andere aanvullende
apparatuur op de IO 403 ingangen en uitgangen worden aange-
sloten.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Pad: Instellingen
>
Systeem
98
>
I/O-instellingen
>
Omschrijving
Kies de in te stellen ingang of uitgang:
•
Algemene instellingen
•
CU 401, AI1 analoge ingang
•
CU 401, AI2 analoge ingang
•
CU 401, CNT telleringang
•
CU 401, DO7 relaisuitgang
•
CU 401, DO8 relaisuitgang
•
IO 403, I/O-instellingen
•
IO 401, AI analoge ingang.