11.12 Trendgrafieken
In het algemeen kunnen de volgende meetwaarden worden
gelogd:
•
niveau
•
flow
•
spanning
•
stroom
•
vermogen
cos ϕ
•
•
specifieke energie (vermogen)
•
temperatuur
•
water in olie.
Een loginterval kan voor elk van de bovenstaande meetwaarden
worden geselecteerd. Vervolgens kan een loginterval worden
geselecteerd dat gerelateerd is aan de fysische aard van de
meting; water in olie kan bijvoorbeeld met een veel langer interval
worden gelogd dan spanning. Het loginterval kan in seconden
worden ingesteld, in het bereik van 30 tot en met 3600 seconden.
De onderstaande vier systeem-meetwaarden kunnen worden
gelogd:
•
niveau
•
gemiddelde flow
•
vermogen
•
specifiek vermogen.
Pad: Status
>
Systeem
>
Vermogen
Weergave van trendgrafieken
De gelogde gegevens kunnen als curven worden weergegeven
op het bedieningspaneel OD 401. Als alternatief kunnen gelogde
gegevens worden opgehaald en weergegeven op een SCADA-
systeem. Deze installatie- en bedieningsinstructies beschrijven
alleen de weergave van curven op het bedieningspaneel OD 401.
De grafische voorstelling van het bedieningspaneel OD 401 kan
200 x 150 punten bevatten, respectievelijk de tijd- en waarde-as.
De volle schaal op de tijdas kan 24 uur, 7 dagen of 30 dagen zijn.
De fabrieksinstelling is een volle schaal van 24 uur.
Wanneer een trendcurve wordt geselecteerd om weer te geven
wordt de tijd vastgelegd en het benodigde aantal meetwaarden
wordt opgehaald, hetgeen afhankelijk is van de geselecteerde
volle schaalwaarde en interval.
Omdat de resolutie van de tijdas beperkt is tot 200 punten bere-
kent het programma een gemiddelde waarde van een aantal
metingen, afhankelijk van het loginterval en de geselecteerd tijd-
schaal. Als bijvoorbeeld een volle schaal van 24 uur wordt gese-
lecteerd met een loginterval van 30 seconden, worden 14 metin-
gen gemiddeld tot één meting.
46
>
30 dagen
>
Omschrijving
Om trendgrafieken te zien, selecteer "Systeem" in het "Storingsstatus"-display en druk op
ok. Het volgende display laat een lijst zien van de meetwaarden die als trendgrafieken
kunnen worden weergegeven. Trendgrafieken kunnen over de laatste 24 uur, 7 dagen of
30 dagen worden weergegeven.
Selecteer de gewenste waarde en druk op ok.
Mogelijke instellingen:
•
Laatste 24 uur
•
Laatste 7 dagen
•
Laatste 30 dagen.
Van elke pomp kunnen de volgende acht meetwaarden worden
gelogd:
•
temperatuur, Pt 1 (IO 401)
•
temperatuur, Pt 2 (van MP 204 of IO 111. Als beide units aan-
gesloten zijn, zal alleen data van IO 111 gelogd worden.)
•
water in olie
•
gemiddelde flow
•
gemiddelde netspanning
•
gemiddelde stroom
•
vermogen
cos ϕ.
•
Voor het selecteren van de te loggen gegevens zie paragrafen
14.16 Gebruikerslog - keuze van de te loggen gegevens
14.17 Gebruikerslog
intervallen.
Wanneer het loggen van een bepaalde pompparameter wordt
aangevangen wordt dit gedaan voor alle pompen in het systeem
tot max. zes pompen.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Voor de eerste 200 metingen berekent het programma geen
gemiddelde in de tijddimensie. Daardoor is de tijdas niet correct
tot het minimum aantal van 200 metingen maal het loginterval
van de betreffende meting; bijv. bij een interval van 30 seconden
is dat 1 uur en 40 min.
Bij de y-as dimensie bepaalt het programma eerst een nulpunts-
aanpassing, zodat het nulpunt van de y-as gelijk is aan de laag-
ste meetwaarde gedurende de logperiode. Daarna wordt een
compressiefactor voor het dynamisch bereik van het signaal
bepaald, zodat de waarden op het beschikbare bereik van
150 punten kunnen worden weergegeven.
en