Theorie achter flowberekening
6
5
Start
4
3
2
1
6
5
Stop
4
3
2
1
Afb. 23 Voorbeeld van een put
N.B.: Afb.
23
geeft een ideale put weer.
Voor een zo nauwkeurig mogelijke flowberekening moet met het
volgende rekening worden gehouden:
•
is de put is wel of niet cylindrisch
•
indien de pompen zich binnen het onderste en bovenste meet-
niveau bevinden, dient in dat geval het volume van de pompen
in mindering te worden gebracht op het berekende volume
•
alle andere fysische factoren in de put die invloed hebben op
het berekende volume.
De instroomflow wordt gemeten op het moment dat de pompen
uitgeschakeld zijn en dat de put wordt gevuld. De tijd die nodig is
om het niveau van h
naar h
1
De tijd die één pomp nodig heeft om het niveau van h
verlagen wordt t
genoemd.
1
Zie afb. 24.
Højde
Hoogte
h2
h1
Afb. 24 Hoogte in de put in een tijddiagram
De optimale meting wordt verkregen als 5 x t
tabel op de vorige pagina. Als t
berekening genegeerd en wordt de actuele pompflow niet ver-
verst.
Als de tijd tussen bruikbare metingen te lang is, of als geen bruik-
bare metingen worden verkregen kan de min. flow vermenigvuldi-
gingsfactor worden verlaagd en de max. flow vermenigvuldigings-
factor worden verhoogd.
Aangenomen wordt dat de instroomflow tijdens periode t
stant is. Als de inhoud tussen het onderste meetniveau h
bovenste meetniveau h
, "V" wordt genoemd, wordt de pompflow
2
"Q
" als volgt berekend:
p
t
t
+
1
2
Q
V
--------------- -
=
p
×
t
t
1
2
78
h
2
h
1
Volume
te verhogen wordt t
genoemd.
2
2
naar h
2
t2
t1
Tijd
≤ t
≤ 7 x t
, zie de
1
2
1
buiten dit bereik valt wordt de
2
1
Flowberekening bij twee pompen van verschillende grootte:
Het volgende is van toepassing bij twee verschillende groottes
van pompen:
"min. flow factor" x t
Verklaring:
t
= afpomptijd van een kleine pomp
1klein
t
= afpomptijd van een grote pomp
1groot
t
= gemiddelde vultijd (bijv. niet correct na een grote hoe-
2
veelheid).
Voorbeeld:
Een kleine pomp heeft 90 seconden nodig om van het "bovenste
meetniveau" tot "onderste meetniveau" af te pompen.
Een grote pomp heeft 30 seconden nodig om van het "bovenste
meetniveau" tot "onderste meetniveau" af te pompen.
De gemiddelde vultijd van het "onderste meetniveau" tot het
"bovenste meetniveau" is gemeten en bedraagt 320 seconden.
min. flow factor = 320/90 = 3,56 ~ 3 (kleine factor naar beneden
afgerond).
max. flow factor = 320/30 = 10,7 ~ 11 (grote factor naar boven
afgerond).
Controleer:
Aan de volgende voorwaarde moet worden voldaan:
"min. flow factor" x t
3 x 90 < 320 < 11 x 30.
270 < 320 < 330.
Als "min. flow factor" x t
te
factor" worden verlaagd tot aan bovenstaande voorwaarde wordt
1
voldaan.
Als "max. flow factor" x t
factor" worden verhoogd tot aan bovenstaande voorwaarde wordt
voldaan.
con-
en het
1
< t
< "max. flow factor" x t
1klein
2
< t
< "max. flow factor" x t
1klein
2
groter is dan t
moet de "min. flow
1klein
2
kleiner is dan t
moet "max. flow
1groot
2
.
1groot
.
1groot