Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompconfiguratie - Grundfos Modular Controls Installatie- En Bedieningsinstructies

Voor afvalwaterpompstations ww 2 toepassing, versie v02.00
Inhoudsopgave

Advertenties

14.14 Pompconfiguratie

Dit display wordt gebruikt voor het instellen van motor/pomp
configuratie-parameters.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Pad: Instellingen
>
Systeem
Pomp 1
MP 204
IO 111
>
Pomp 1
>
Omschrijving
Geef met vinkje aan of de motor is uitgerust met
Terugmelding motorschakelaar.
Wanneer terugmelding motorschakelaar wordt gekozen, wordt de DI5 ingang gebruikt
voor terugmelding motorschakelaar en wordt de T8 klem gebruikt voor de vochtscha-
kelaar. Zie ook paragraaf
FB 101 fasevolgordemodule.
MP 204 motorbeveiligingsschakelaar.
Metingen en instellingen worden ingesteld op de MP 204 of via een R100 afstands-
bediening.
Alle metingen gedaan door de MP 204 worden in de relevante displays weergegeven.
IO 111 module.
Metingen worden ingeschakeld en begrenzingen worden ingesteld in paragraaf
14.2.4 Pompstoringen en -waarschuwingen -
De informatievelden tonen het te gebruiken GENIbus-adres.
N.B.: De FB 101 wordt alleen voor pomp 1 ingesteld (IO 401). Als de FB 101 voor pomp
1 is ingesteld, is dit automatisch op alle pompen van toepassing. De storingsmelding van
de FB 101 dient ook te worden vrijgegeven.
N.B.: Als een MP 204 of IO 111 wordt gebruikt moet het GENIbus-adres hieronder
gebruikt worden.
Stel het GENIbus-adres van de MP 204 in met de Grundfos R100 afstandsbediening.
Stel het GENIbus-adres van de IO 111 in met de DIP-switches op de IO 111 module.
N.B.: De IO 111 zal de SM 111 module automatisch ontdekken.
Pomp 2
1
2
1
2
5.1
Vlotterschakelaars.
GENIbus-adres
Pomp 3
Pomp 4
3
4
3
4
vrijgeven/uitschakelen.
Pomp 5
Pomp 6
5
5
6
6
119

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave