14.2.4 Pompstoringen en -waarschuwingen - vrijgeven/uitschakelen
Dit display wordt gebruikt voor het vrijgeven van storingsmeldin-
gen en waarschuwingen welke door de subsystemen kunnen
worden veroorzaakt. Sommige hiervan zijn alleen relevant indien
externe componenten zoals Aan/Uit/Auto-schakelaar, MP 204
motormodule, IO 111, SM 111, temperatuuropnemer, etc. aange-
sloten zijn.
In het algemeen heeft een storing een actie tot gevolg zoals het
in- of uitschakelen van pompen, terwijl waarschuwingen een mel-
ding tot gevolg hebben en de mogelijkheid bieden van een mel-
ding naar het SCADA-systeem.
Symbool
Omschrijving
Storing
Waarschuwing
N.B.: De analoge opnemers hebben zowel een storings- als een
waarschuwingsgrenswaarde. Als beide grenswaarden zijn gese-
lecteerd zal in de lijst een bel worden weergegeven. Als een
waarschuwing is geselecteerd zal een driehoek worden weerge-
geven.
Pad: Instellingen
>
Storing
>
Mogelijke pomp storingen
en waarschuwingen
Systeem met standaard pompen
Aan/Uit/Auto-schakelaar
Motorbeveiliging,
aangesproken
Overtemp., opnemer 1
Overtemp., opnemer 2
Overtemp., Pt 1
Water in olie
Max. starts/uur
Vocht in de motor
Pompstoring
>
Omschrijving
Instellen van pompstoringsmeldingen en pompwaarschuwingen. Selecteer de storings/
waarschuwing functies die door het systeem moeten worden bewaakt. Grenswaarden
van storingsmeldingen of waarschuwingen worden weergegeven in de storingslijst en in
het storingslog.
Zie de mogelijke storingsmeldingen/waarschuwingen en functies in de onderstaande
tabel.
Functie
Deze storingmelding moet worden ingesteld om de bedieningsfunctie van de
Aan/Uit/Auto-schakelaar te activeren. Als de schakelaar een defect vertoond
zal een storingmelding worden gegeven. Om persoonlijk letsel te voorkomen
wordt de pomp uitgeschakeld indien de schakelaar een defect vertoont.
Moet worden aangesloten op de klemmen 97 en 98 van de motorbeveili-
gingsschakelaar zodat het systeem een uitschakeling kan detecteren.
N.B.: De motorbeveiligingsschakelaar voorziet in de beveiliging van de mo-
tor.
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer deze storing optreedt. Wanneer de
storing opgelost is en de pomp is afgekoeld kan de pomp automatisch op-
nieuw worden ingeschakeld.
De pomp wordt bij deze temperatuurgrenswaarde uitgeschakeld maar kan
niet automatisch opnieuw worden ingeschakeld.
Wanneer deze storingsgrenswaarde wordt overschreden zal de pomp wor-
den uitgeschakeld. Het selecteren voor automatisch opnieuw inschakelen is
mogelijk.
Typische grenswaarden liggen tussen 0% en 20%. Deze waarde wordt met
de IO 401 of de IO 111 gemeten. Het is ook mogelijk om een waarschuwing
van de Pt-sensor te krijgen als de sensor defect is.
Het gewenste maximale aantal inschakelingen per uur kan worden ingesteld.
De waarschuwing wordt weergegeven als het aantal inschakelingen per uur
de ingestelde grenswaarden overschrijdt.
Terugkoppeling van enkele pompen.
N.B.: De volgende storings/waarschuwing functies zullen niet zijn
vrijgegeven voordat de storing/waarschuwing is ingesteld:
•
Aan/Uit/Auto-schakelaar
•
Te hoge temperatuur, Pt-opnemer
•
Water in olie.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Storing
Waarschuwing
63