16.3 IO 403 signaallampjes
16.4 IO 401 signaallampjes
16.5 PU 101 signaallampjes
142
Status (S):
Het signaallampje is groen wanneer de IO 403 module actief is en goed werkt.
Het signaallampje is rood wanneer de IO 403 module niet naar behoren functioneert.
N.B.: Het signaallampje is rood totdat het programma geladen is vanuit de CU 401.
Relaisuitgangen 1 tot 4:
Het signaallampje is geel wanneer de uitgang actief is.
Digitale ingangen 5 tot 8:
Het signaallampje is geel wanneer de ingang actief is.
Status (S):
Het signaallampje is groen wanneer de IO 401 module actief is en goed werkt.
Het signaallampje is rood wanneer de IO 401 module niet naar behoren functioneert.
N.B.: Het signaallampje is rood totdat het programma geladen is vanuit de CU 401.
Digitale ingangen 1 tot 5:
Het signaallampje is geel wanneer de ingang actief is.
Relais uitgang 8:
Het signaallampje is geel wanneer de uitgang actief is.
Ingangen voor PTC opnemer 6 en 7:
Het signaallampje is groen wanneer
•
de ingang wordt gebruikt door een PTC opnemer (< 500 Ω).
•
de ingang wordt gebruikt door een thermische schakelaar (gesloten).
Het signaallampje is rood wanneer
•
de ingang wordt gebruikt door een PTC opnemer (MΩ).
•
de ingang wordt gebruikt door een thermische schakelaar (open).
Status:
Wanneer de PU 101 voedingsmodule correct is aangesloten, brandt de groene lamp "OK" op
het front, zolang de module is voorzien van spanning.