11.7 Status - pomp
Dit display geeft de actuele bedrijfsparameters van pomp 1 weer.
Veel parameters geven alleen een waarde weer wanneer de
betreffende opnemer of module (bijv. MP 204) aangesloten is.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Pad: Status
>
Beschrijving van bedrijfsparameters
Bedrijfsparameter
Bedrijfsuren
Aantal starts
Temperatuur, Pt 1
Temperatuur, Pt 2
Temperatuur, Pt 3
Temperatuur, Pt 4
Gemiddelde flow
Gemiddelde stroom
Laatste stroomwaarde
Gemiddelde netspanning
cos ϕ
Vermogen
Totaal energieverbruik
Water in olie
Isolatieweerstand
Startniveau
Stopniveau
Bestuurd door
Laatste flowwaarde
Laatste bedrijfstijd
Aantal starts/uur
Aantal flowmetingen
40
Omschrijving
Zie de actuele bedrijfsparameters inclusief een omschrijving in de onderstaande lijst.
Omschrijving
Aantal bedrijfsuren van de pomp (het aantal uren kan worden gewijzigd als de pomp wordt ver-
vangen).
Aantal inschakelingen van de pomp sinds installatie/aansluiting (het aantal starts/stops kan wor-
den gewijzigd als de pomp wordt vervangen).
Gemeten door middel van een IO 401. Vereist een Pt-opnemer in het statorhuis.
Vereist een MP 204 of IO 111 en een Pt-sensor voor het meten.
Vereist een IO 111 of een SM 111 met IO 111 communicatie module en een Pt opnemer voor het
meten.
Vereist een IO 111 of een SM 111 met IO 111 communicatie module en een Pt opnemer voor het
meten.
Vereist een analoge niveau-opnemer of flowopnemer, zie paragraaf
flowberekeningen.
Huidig gemiddeld stroomverbruik. Wanneer de pomp stopt is de waarde 0 A.
Vereist een MP 204 of IO 401 met stroomsterkte opnemer.
De stroomsterkte op het tijdstip dat de pomp stopte. De waarde wordt alleen ge-updated wan-
neer de pomp draait. Vereist een MP 204 of IO 401 met stroomsterkte opnemer.
Vereist een MP 204.
Vereist een MP 204.
Vereist een MP 204.
Vereist een MP 204.
Water in olie kan op drie verschillende manieren worden opgemerkt:
• IO 401 en een analoge water-in-olie detectie
• IO 111 en een analoge water-in-olie detectie
• SM 111 met IO 111 communicatie module en een analoge water-in-olie detectie.
De isolatieweerstand tussen de statorwindingen, kabel en aarde wordt gemeten.
Vereist een MP 204 of IO 111.
Vereist een analoge niveau-opnemer.
Vereist een analoge niveau-opnemer.
CU 401 (systeem), handmatig via Aan/Uit/Auto-schakelaar of via SCADA-systeem.
Vereist een analoge niveau-opnemer of flowopnemer.
De laatste bedrijfsperiode van de pomp.
Aantal inschakelingen van de pomp per uur (de waarde is een berekende gemiddelde waarde
die stabiel is na ongeveer 10 pompstarts).
Vereist een analoge niveau-opnemer, zie paragraaf
14.6 Putconfiguratie en
14.6 Putconfiguratie en
flowberekeningen.