14. Instellingen
14.2 Storingsmeldingen en waarschuwingen
14.2.1 Systeemstoring en - waarschuwingen - vrijgeven/uitschakelen
14.2.2 Systeemstoringen en -waarschuwingen - grenswaarden
14.2.3 Systeemstoringen en -waarschuwingen - storingsafhandeling
14.2.4 Pompstoringen en -waarschuwingen - vrijgeven/uitschakelen
14.2.5 Pompstoringen en -waarschuwingen - grenswaarden
14.2.6 Pompstoringen en -waarschuwingen - Storingsafhandeling
14.3 Niveaus - vlotterschakelaars of niveau-opnemer
14.4 Vlotterschakelaars
14.5 Niveau-opnemer
14.6 Putconfiguratie en flowberekeningen
14.7 Overstroom
14.7.1 Overstroomsysteem
14.7.10 Parameters overstroomkanaal
14.8 Onderhoud
14.8.1 Instelling van tellers
14.8.2 Calibreren
14.8.3 Storingsoverzicht
14.8.4 SMS-tellers
14.9 Pomp buiten bedrijf
14.10 Systeemconfiguratie - aantal pompen
14.11 I/O-instellingen
14.12 Pomp - tijdinstellingen
14.13 Groepconfiguratie - wisseling/geavanceerde wisseling
14.14 Pompconfiguratie
14.15 Mengerconfiguratie
14.16 Gebruikerslog - keuze van de te loggen gegevens
14.17 Gebruikerslog intervallen
14.18 Naam van de installatie
14.19 Terugzetten naar fabrieksinstellingen
14.20 Eenheden
14.21 Toegangscode
14.22 Communicatie
14.22.1 GSM-modem
14.22.2 GPRS-configuratie
14.22.3 Telefoonboek en vergrendeling
14.22.4 SCADA-netwerk
14.22.6 Vergrendeling - configuratie
14.22.8 SMS
14.22.10 Radio modem configuratie
14.23 Instellen van tijd en datum
14.24 Taal
14.11.1 Algemene instellingen
14.11.2 CU 401, AI1 analoge ingang
14.11.3 CU 401, AI2 analoge ingang
14.11.4 CU 401, CNT telleringang
14.11.5 CU 401, DO7 relaisuitgang
14.11.6 CU 401, DO8 relaisuitgang
14.11.7 IO 403, I/O instellingen
14.11.8 IO 401, AI analoge ingangen
14.11.9 SM 111, analoge ingang
14.13.1 Pompgroepering
14.13.2 Groepseigenschappen
14.22.5 SCADA - gebruikersinstellingen
14.22.7 Vergrendeling - gebruikersinstellingen
14.22.9 Bericht - gebruikersinstellingen
19