14.11.2 CU 401, AI1 analoge ingang
Dit display wordt gebruikt voor het instellen van de AI1 analoge
ingang, bedoeld voor niveaumeting in de put.
Alle soorten niveaumeetopnemers zijn bruikbaar zolang als de
signaaluitgang voldoet aan één van de vier mogelijke opties.
De drukniveauopnemer geeft een meetwaarde gelijk aan nul
weer voordat deze wordt ondergedompeld.
Voorbeeld 1: De drukniveauopnemer wordt 30 cm boven de
bodem van de put geplaatst. Het meetbereik is 5 meter en de uit-
gang 4-20 mA. De "min. waarde" wordt op 30 cm ingesteld en de
"max. waarde" op 530 cm.
Voorbeeld 2: De ultrasone niveauopnemer wordt 550 cm boven
de bodem van de put geplaatst. Het meetbereik is 10 meter, en
de uitgang wordt ingesteld op 4-20 mA, waarbij 4 mA overeen-
stemt met nul meter en 20 mA overeenstemt met 10 meter.
De "max. waarde" wordt ingesteld op 0 en de "min. waarde" op
1000 cm.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Pad: Instellingen
>
Systeem
100
>
I/O-instellingen
>
CU 401, AI1 analoge ingang
Omschrijving
Kies de functie van de AI1 analoge ingang.
Selecteer standaard signaal:
•
0-20 mA
•
4-20 mA (fabrieksinstelling)
•
0-10 V
•
2-10 V.
Selecteer eenheid/weergave:
•
m
•
cm (fabrieksinstelling)
•
ft
•
in.
Instellen:
•
Max. waarde
•
Min. waarde.
>