Deze installatie- en bedieningsinstructies zijn van toepassing op Specifieke pomp Grundfos afvalwaterputten met een Grundfos Dedicated Controls GSM/GPRS systeem. Het Dedicated Controls systeem is bedoeld om een Status van de vlotterschakelaars afvalwaterput met maximaal zes pompen te laten leeglopen. Menger...
3. Overzicht van de paragrafen Deze paragraaf is bedoeld als een gids naar de overige paragrafen in dit document. 4. CU 362 bedieningsdisplay 4.1 Toetsen en signaallampjes 4.2 Indeling van het display 4.3 Functies 5. Hoofdmenu's 5.1 De menu's gebruiken 5.1.1 Status 5.1.2 Bediening 5.1.3 Alarm...
Pagina 4
9. Instellingen 9.1 Basisfuncties 9.1.1 Belangrijkste instellingen 9.1.2 Putconfiguratie en debietberekening 9.1.3 Pompvertragingen 9.1.4 Vlotterschakelaarfuncties Afvoerfunctie, één pomp en twee vlotterschakelaars Afvoerfunctie, één pomp en drie vlotterschakelaars Afvoerfunctie, één pomp en vier vlotterschakelaars Afvoerfunctie, twee pompen en drie vlotterschakelaars Afvoerfunctie, twee pompen en vier vlotterschakelaars Afvoerfunctie, twee pompen en vijf vlotterschakelaars Analoge sensor met veiligheidsvlotterschakelaars 9.1.5 Buiten bedrijf...
Pagina 5
9.6 Algemene instellingen, CU 362 9.6.1 Voer de configuratie-wizard nogmaals uit 9.6.2 Displaytaal 9.6.3 Eenheden en frequentie 9.6.4 Datum en tijd 9.6.5 Wachtwoord 9.6.6 Ethernet 9.6.7 Veldbus-adressen 9.6.8 Softwarestatus 10. Opsporen van storingen 11. Fabrieksinstellingen 11.1 Pomp 11.2 Put 11.3 Niveau 11.4 CU 362 configuratie 11.5 SMS-nummers 11.6 SCADA-configuratie...
4. CU 362 bedieningsdisplay Pijl naar rechts (menu) Druk op om naar de volgende kolom in de menustructuur te De displays in de volgende secties moeten wor- gaan. Als u deze toets indrukt terwijl u in de laatste kolom staat, den beschouwd als voorbeelden.
Menubalk Het display heeft vier hoofdmenu's: Status Aanduiding van systeemstatus Dagelijkse wijzigingen van bedrijfsparameters Bedrijf (wachtwoord-optie) Alarm Alarmlogboek voor het opsporen van storingen Wijziging van systeemconfiguratie Instellingen (wachtwoord-optie) Elk afzonderlijk display in de menu's heeft een uniek nummer waardoor het eenvoudig is om door de displays te navigeren. Het eerste nummer heeft betrekking op het hoofdmenu (1 = Status, 2 = Bedrijf, 3 = Alarm, 4 = Instellingen).
5. Hoofdmenu's 5.1.3 Alarm Het Alarm menu wordt gebruikt als een alarmlogboek. 5.1 De menu's gebruiken Het alarmlogboek kan tot 24 alarmmeldingen opslaan. De volgende paragrafen geven een korte omschrijving van de Zie hoofdstuk 8. Alarm voor een gedetailleerde omschrijving. vier hoofdmenu's (Status, Bedrijf, Alarm en Instellingen).
6. Status Uitleg bij het display Dit display is het belangrijkste openingsdisplay dat toegang geeft Pos. Beschrijving tot de Status submenu's: Laagste inschakelniveau: Als het water tot boven dit • Huidige alarmen (alleen zichtbaar als een alarm actief is). niveau stijgt, schakelt de eerste pomp in. –...
De tijd die is verstreken sinds de laat- ratie, zie paragraaf ste servicebeurt van de pomp Tijd sinds onderhoud 9.1.2 Putconfiguratie en debietbere- (kan worden gereset door Grundfos kening. Service). Energie Totale hoeveelheid energie in kWh. Tijdsduur tot de volgende service- Tijd voor onderhoud beurt is verstreken.
6.3 GSM/GPRS Bedrijfsparameter Beschrijving Dit display toont de status van het GSM-modem. De stroomsterkte op het tijdstip dat Dit display kan worden gebruikt om de antennecondities te con- de pomp uitschakelde. De waarde troleren, en voor het opsporen van storingen. wordt bijgewerkt wanneer de pomp in Laatste stroom SIM kaart status...
De tijd die is verstreken sinds de laat- Afb. 14 Vlotterschakelaar status ste servicebeurt van de menger Tijd sinds onderhoud (kan worden gereset door Grundfos Service). Tijdsduur tot de volgende service- Tijd voor onderhoud beurt is verstreken. Aantal mengerinschakelingen sinds de menger is geïnstalleerd/aangeslo-...
6.6 Elektrisch overzicht 6.6.2 Digitale ingangen Dit display toont de status van de afzonderlijke digitale ingangen. Dit display geeft een overzicht van de diverse ingangen en uit- gangen. Voorbeeld De submenu's in dit display worden beschreven in de volgende Digitale ingang DI2 (IO351B-41) [12]: paragrafen.
6.6.4 Digitale uitgangen 6.7 Overzicht van alle pompen Dit display toont de status van de afzonderlijke digitale uitgangen. Dit display toont het actuele overzicht van alle pompen in het systeem. Het display is een screensaver die actief is wanneer het Voorbeeld systeem in bedrijf is.
7. Bediening 7.2 Auto/Aan/Uit pompregeling Dit display wordt gebruikt om te wisselen tussen bedrijfsfuncties. 7.1 Overzicht "Aan" en "Uit" worden gebruikt om de pomp handmatig in- of uit Dit menu bevat de meest gebruikelijke putinstellingen, zoals in- te schakelen. en uitschakelniveaus, directe pompregeling (Auto/Aan/Uit), het De Aan/Uit-functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het tes- resetten van alarmrelais en het opheffen van de vergrendeling.
7.3 In- en uitschakelniveaus Pad: Bedrijf > Start en stop niveaus > Dit display maakt het voor de gebruiker mogelijk om de uitscha- kel- en inschakelniveaus in te stellen voor de pompen in het systeem, alsmede het overstortniveau, hoog niveau, droogloopni- veau en schuimafvoerniveau.
7.4 Resetten van alarmrelais Alarmrelais kunnen in dit display gereset worden. De alarmrelais kunnen worden gereset door de reset-toets in te drukken (indien deze is geïnstalleerd), of door op [ok] te drukken in de regel "Druk op [ok] om alarmrelais te resetten". De vergrendelingsfunctie kan worden opgeheven door op [ok] te drukken wanneer de regel gemarkeerd is.
8. Alarm 8.1 Actuele alarmen Dit display toont alle actieve waarschuwingen en alarmmeldingen Dit display geeft een overzicht van de Alarm submenu's. van het systeem. In dit menu is het mogelijk om de huidige alarmmeldingen te Een alarm kan alleen worden gereset wanneer dit alarm niet bekijken, om alarmmeldingen te resetten en om het alarmlogboek meer actief is.
8.2 Alarm logboek Het alarmlogboek kan tot 24 waarschuwingen en alarmmeldingen opslaan. Voor elke waarschuwing of alarm wordt getoond: • Of het om een waarschuwing of een alarm gaat. • Waar de storing zich heeft voorgedaan: Systeem, Pomp 1, Pomp 2, etc. •...
8.3 Alarm- en waarschuwingscodes Dit is een lijst van algemene Grundfos alarm- en waarschuwings- codes. Niet alle codes zijn van toepassing op de CU 362. Code Omschrijving Code Omschrijving Code Omschrijving Gas in pompkop, ontluchtingspro- Lekstroom Interne communicatie fout bleem...
9. Instellingen I/O instellingen De afzonderlijke ingangen, uitgangen en relais worden in dit Dit display geeft een overzicht van de Instellingen submenu's. menu ingesteld. Basisfuncties Zie paragraaf I/O-instellingen. Een reeks basisfuncties moet in dit menu worden ingesteld voor- Submenu's: dat het systeem in bedrijf kan. •...
Het aantal pompen in het systeem is twee. Het niveau wordt geregeld met een analoge druksensor. Het systeem bevat geen reservebatterij (UPS). De naam van de installatie is GRUNDFOS. Pad: Instellingen > Basisfuncties > Primaire instellingen > Afb. 31 Basisfuncties 9.1.1 Belangrijkste instellingen...
9.1.2 Putconfiguratie en debietberekening Pad: Instellingen > Basisfuncties > Put configuratie en debiet In dit display kan de debietberekening worden uitgeschakeld en calculatie > kan eenvoudige debietberekening worden geselecteerd. Simpele debietberekening Dit display wordt gebruikt om "Simpele debietberekening" in te stellen.
Pagina 25
Debietberekening, theorie Start Volume Stop Afb. 34 Voorbeeld van een put. Afbeelding toont een ideale put. N.B. Voor een optimale debietberekening moet met de volgende situa- ties rekening worden gehouden: • De put is niet cilindervormig. • De pompen worden meegenomen in het berekende volume; in dat geval moet het volume van de pompen worden afgetrok- ken van het berekende volume.
• "Start ↔ stopvertraging" is ingesteld op 2 seconden. hetzelfde tijdstip inschakelen. Als meerdere Dedicated Controls Deze vertraging creëert een hysterese zodat de pompen niet systemen dezelfde voedingspanning delen, dan is het het beste continu in- en uitschakelen.
Opgeslagen functies worden getoond aan de linkerzijde van het en "Nieuw" configuraties kunnen in dit display worden bekeken. display. De afzonderlijke configuraties worden door Grundfos gedefini- 1. Kies een configuratie om andere opties te bekijken. eerd, en geoptimaliseerd voor het aantal pompen en het aantal 2.
Pagina 28
Afvoerfunctie, één pomp en vier vlotterschakelaars Configuratie Vlotter- schakelaar Hoog niveau Start Stop Drooglopen Afvoerfunctie, twee pompen en drie vlotterschakelaars Configuratie Vlotter- schakelaar Hoog niveau Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Start 1/stop Alarm Start 1 Start 1/stop Drooglopen Start 1/stop Stop...
Pagina 29
Afvoerfunctie, twee pompen en vier vlotterschakelaars Configuratie Vlotter- schakelaar Hoog niveau Hoog niveau Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Start 2 Alarm Alarm Start 1 Start 1 Start 1 Stop 2 Start 1/stop Start 1 Start 1 Start 1/stop...
Pagina 30
Analoge sensor met veiligheidsvlotterschakelaars Bij het overstortniveau loopt het water over de rand van de put of in een overloopkanaal. Het overstortniveau ligt typisch tussen het Dit display maakt het voor de gebruiker mogelijk om de uitscha- hoogste inschakelniveau en de rand van de put. kel- en inschakelniveaus in te stellen voor de pompen in het systeem, alsmede het overstortniveau, hoog niveau, droogloopni- Als, behalve de niveausensor, in het systeem een hoogniveau-...
IO 111. ** De MP 204 kan niet samen met de CUE gebruikt worden. De Grundfos SM 111 module wordt gedeeltelijk ondersteund, d.w.z. alleen alarm wordt ondersteund. Statuswaarden kunnen niet worden gebruikt of bekeken op de CU 362.
9.2 Geavanceerde functies 9.2.2 Dagelijkse lediging Parameters voor het dagelijks ledigen worden in dit display inge- Dit display toont de opties in het Geavanceerde functies menu. steld. "Dagelijkse starttijd" is de starttijd voor de dagelijkse ledi- Functies die van invloed zijn op het dagelijkse bedrijf van het ging.
9.2.3 Schuim afvoeren 9.2.4 Mengerconfiguratie Parameters voor het afvoeren van schuim worden in dit display De parameters voor de menger worden in dit display ingesteld. ingesteld. De menger roert de vloeistof in de put om te voorkomen dat neer- slag zich vastzet op de putwanden of -bodem. De schuimafvoerfunctie kan alleen worden Wanneer de functie "Pompgroepen"...
9.2.5 Instelling van tellers 9.2.6 Alarmlogboek resetten De waarden van tellers worden in dit display ingesteld. In dit display kan het alarmlogboek worden gereset, en kan wor- Dit is belangrijk bij de vervanging van pompen. den bekeken wanneer de laatste reset is geweest. Kies uit de lijst: Reset het alarmlogboek of bekijk wanneer de laatste reset is geweest.
9.2.7 Pompgroepen Met dit display is het voor de gebruiker mogelijk om eigenschap- pen van pompgroepen te selecteren. De pompen kunnen worden verdeeld in twee pompgroepen. De gebruiker moet de eerste pomp in pompgroep 2 definiëren. Als pomp 3 is gedefinieerd als de eerste pomp, dan behoren pompen 4, 5 en 6 ook tot pompgroep 2.
Pagina 36
Voorbeeld 1 Groep 1: Groep 2: 4 kW 15 kW 100 m /uur 600 m /uur Actie Niveau [cm] Start 4 Start 3 Start 2 Start 1 Stop 4 Stop 3 Stop 2 Stop 1 Groep 1 Groep 2 Gebruikelijke instellingen Afwisseling ingeschakeld Afwisseling ingeschakeld Afwisseling ingeschakeld...
Pagina 37
Voorbeeld 2 Groep 1: Groep 2: Pomp 1 geregeld door VFD Pomp 3 geregeld door VFD Pomp 2 Pomp 4 Actie Niveau [cm] Start 4 Start 3 Start 2 Start 1 Stop 4 Stop 3 Stop 2 Stop 1 Groep 1 Groep 2 Gebruikelijke instellingen Afwisseling ingeschakeld...
9.2.8 Door de gebruiker gedefinieerde functies Met dit display kan de gebruiker acht verschillende functies definiëren. "Door gebr. opgegeven functies" maken het mogelijk voor de gebruiker om eenvoudige functies te definiëren die één van de resterende digitale uitgangen (DO) kunnen aanspreken. Een door de gebruiker gedefinieerde functie kan worden hernoemd, bijv.
Pagina 39
Door de gebruiker gedefinieerde functie Bron instellen In dit display wordt de door de gebruiker gedefinieerde functie In dit display worden de bronnen ingesteld door het ingangsig- ingesteld. naal te selecteren. "Door gebr. opgegeven functies" moet worden ingeschakeld of Zowel "1ste bron" als "2de bron" moeten worden ingesteld voor- uitgeschakeld.
Pagina 40
Logical operator Dit display wordt gebruikt om de logische operator voor de door de gebruiker gedefinieerde functies te selecteren. "1ste bron" en "2de bron" (virtuele digitale ingangsignalen) zijn altijd gekoppeld aan een logische operator. "Timer-functie" en "Constante waarde" dienen N.B. niet te worden gebruikt als ingangsignalen voor een logische operator.
Pagina 41
Voorbeeld 1 De door de gebruiker gedefinieerde functie kan worden gebruikt om een externe pomp in een overstroomput te regelen. Analoge niveausensor AI1 (CU 362) Overstroomput Hoog niveau Instroom ∆h → "1" Vlotter- schakelaar ∆h → "0" Droogloop- niveau & DOx (Start Px) DOx (Start Px) Afb.
Pagina 42
Voorbeeld 2 De door de gebruiker gedefinieerde functies kunnen ook worden geconfigureerd via de Grundfos PC Tool WW Controls. Configuratie Ga als volgt te werk om een door de gebruiker gedefinieerde functie te configureren. 1. Kies "Bewerk en bekijk instellingen".
Selecteer hoe de VFD bestuurd moet worden: • Omgekeerde start • CUE (GENIbus). • Start spoelen Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor Dedicated Controls. • Spoelen • Analoge uitgang (0-10 V). • Stop spoelen. Zie paragraaf 9.4.3 Analoge uitgangen.
Pagina 44
• Zuinige frequentie. Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor Bij "Zuinig niveau" draait de pomp bij "Zuinige frequentie" en Dedicated Controls. wordt de frequentie hoger als de instroom toeneemt. • Analoge uitgang (0-10 V). Bij "Max. zuinig niveau" draait de pomp bij maximale frequentie.
Pagina 45
48. VFD interface: Selecteer hoe de VFD bestuurd moet worden: • CUE (GENIbus). Afb. 61 Putniveaus Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor Dedicated Controls. Pos. Beschrijving • Analoge uitgang (0-10 V). Hoog niveau Zie paragraaf 9.4.3 Analoge uitgangen.
Pagina 46
Autom. energieoptimalisatie (bedrijf) Specifieke-energie test (installatie) Deze functie kan alleen worden gebruikt als een Deze functie kan alleen worden gebruikt als een elektriciteitsmeter en een debietmeter in het elektriciteitsmeter en een debietmeter in het N.B. N.B. systeem zijn geïnstalleerd. Debietberekening kan systeem zijn geïnstalleerd.
Pagina 47
48. VFD interface: Selecteer hoe de VFD bestuurd moet worden: • CUE (GENIbus). Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor Dedicated Controls. • Analoge uitgang (0-10 V). Zie paragraaf 9.4.3 Analoge uitgangen. "Min. frequentie" is standaard ingesteld op 30 Hz.
Pagina 48
PID instellingen Omgekeerde start Het te gebruiken type besturingslus wordt geselecteerd in dit dis- Deze functie mag alleen worden gebruikt als de play. Voorzichtig pomp is ontworpen voor omgekeerde start. Selecteer besturingslus. "Omgekeerde start" (x) wordt gebruikt ter voorkoming van pomp- •...
9.2.10 Inschakelniveauvariatie 9.2.11 Antiblokkering "Start niveauvariatie" wordt gebruikt om afzetting op de binnenste "Omgekeerde start" vereist een CUE, VFD of een putwanden te verminderen. MP 204 en een extra set geleiders in de regelkast. In dit display wordt "Start niveauvariatie" ingesteld. "Start niveau- Digitale uitgang DOx moet ook worden ingesteld N.B.
Pagina 50
Antiblokkeringsaanzet Opgeslagen pompparameters De parameters die een alarm of waarschuwing moeten genereren Dit display wordt gebruikt om de huidige pompwaarden weer te moeten worden geselecteerd. Voordat deze functie wordt geven die zijn verkregen tijdens de meting van de huidige pomp- gebruikt moet een referentiecurve worden gemaakt voor elke parameters.
9.2.12 Overstroomberekening Dit display wordt gebruikt voor het instellen van de overstroombe- rekening. De functie moet worden ingeschakeld. Zie par. 9.1.4 Vlotterschakelaarfuncties. Voor overstroomberekening is een analoge niveausensor nodig om het waterniveau te meten. Wanneer de overstroomfunctie wordt geselecteerd, dan moet deze worden aangesloten op de digitale ingang DI3 op de CU 362.
Module) zijn geplaatst om data te kunnen overbrengen naar het SCADA-systeem of naar een mobiele telefoon. Gebruik het Functionele profiel en de gebruikershandleiding "Grundfos CIM 200, Modbus RTU voor Dedicated Controls". Verscheidene CIM-modules zijn verkrijgbaar, afhankelijk van het type netwerk. De CIM-module moet in de CU 362 gemonteerd zijn.
CIM 250 (Modbus en SMS via GSM/GPRS) CIM 270 GRM (Grundfos Remote Management) De CIM 250 module draagt data over naar/van de CU 362 en een De CIM 270 module wordt gebruikt om te koppelen aan Grundfos GSM/GPRS-netwerk. Zie afb. 81. Remote Management.
Pagina 54
CU 362 naar een computer worden geëxporteerd, zodat de Het MAC-adres is 00 14 44 12 34 56. CU 362 en daardoor het Dedicated Controls systeem op afstand Een wachtwoord is nodig om een VNC-verbinding met de CU 362 kan worden bewaakt en bestuurd.
Pagina 55
Dit is het eerste menudisplay dat wordt getoond wanneer er ver- Wijziging van netwerkinstelling binding is met de CU 362. Wanneer er een verbinding met de webserver van de CU 362 is gemaakt, is het mogelijk om de netwerkinstelling te wijzigen. Afb.
Stuur alarm SMS naar worden afgelezen van de CU 362. Een alarm-SMS kan op drie verschillende manieren worden ver- Neem contact op met Grundfos voor meer informatie. zonden: Het is mogelijk een GENIbus number in te stellen voor elke •...
Pagina 57
9.3.5 SMS-schema Kies de dag van de week De gekozen dag van de week wordt ingesteld in dit display. Het SMS-schema, d.w.z. het telefoonnummer voor alarm-SMS en de tijdsplanning, wordt in dit display ingevoerd. Minder belangrijke en belangrijke alarmmeldingen kunnen gescheiden worden, bijv.
Pagina 58
Grafische weergave van SMS-schema Grafische weergave van secundaire ontvangers Dit display geeft een grafisch overzicht van hoe een week is Dit display geeft een grafisch overzicht van aangewezen opgedeeld. secundaire ontvangers tijdens werkdagen en in het weekend. Pad: Instellingen > Communicatie instellingen > SMS schema > Pad: Instellingen >...
9.3.6 SMS hartslagfunctie 9.3.7 SMS-verificatie De hartslagfunctie wordt ingesteld in dit display. In dit display is het mogelijk om verificatie van inkomende berich- ten in te stellen zodat anderen geen SMS-berichten naar het De hartslagfunctie informeert de gebruiker dat de CU 362 kan regelsysteem kunnen zenden.
Voorbeeld 9.3.9 SCADA-instellingen Wanneer een gebruiker een alarm-SMS ontvangt, moet deze Het SCADA-systeem wordt ingesteld in dit display. worden bevestigd. Als geen bevestiging wordt gestuurd, dan De gebruiker moet de afzonderlijke alarmmeldingen en waar- wordt de alarm-SMS naar een andere gebruiker gestuurd. schuwingen selecteren die naar het SCADA-systeem gezonden moeten worden (SCADA terugkoppeling).
9.3.10 Vergrendelingsinstellingen Uitgaande vergrendeling, put 1 De uitgaande vergrendeling voor "Put 1" wordt ingesteld in dit De vergrendelingsfunctie wordt ingesteld in dit display. display. Deze functie kan als volgt worden ingedeeld: De gebruiker moet een uitgaande vergrendeling inschakelen en • Inkomende vergrendeling het telefoonnummer invoeren van de pompinstallatie die moet •...
Pad: Instellingen > Communicatie instellingen > GPRS instellingen > Afb. 104 GPRS instellingen Zie het Functionele profiel en de gebruikershandleiding "Grundfos CIM 250, GSM voor Dedicated Controls" op de CD-ROM die is meegeleverd bij de GSM-module.
9.4 I/O-instellingen Analoge ingang, configuratie De in te stellen analoge ingang wordt geselecteerd in dit display. Dit display toont de opties in het I/O instellingen menu. Elke analoge ingang heeft een eigen display. Het aantal displays Pad: Instellingen > I/O instellingen > hangt af van het aantal analoge ingangen.
9.4.2 Digitale ingangen 9.4.3 Analoge uitgangen De in te stellen digitale ingang wordt geselecteerd in dit display. De in te stellen analoge uitgang wordt geselecteerd in dit display. Standaard zijn er 12 digitale ingangen. Het display toont elke Standaard zijn er drie analoge uitgangen. Het display toont elke ingang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden geïdentifi- uitgang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden geïdentifi- ceerd.
9.4.4 Digitale uitgangen 9.4.5 Telleringangen De in te stellen digitale uitgang wordt geselecteerd in dit display. De in te stellen telleringang wordt geselecteerd in dit display. Standaard zijn er negen digitale uitgangen. Het display toont elke Een telleringang kan worden aangesloten op een debietmeter, digitale uitgang zodat diens fysieke lokatie snel kan worden energiemeter of gelijksoortig apparaat.
9.4.6 Alarmrelais 9.4.7 PTC ingangen De alarmrelais worden geactiveerd door een reeks gedefinieerde De in te stellen PTC ingang wordt geselecteerd in dit display. alarmmeldingen (storingen). Standaard (1 IO 351B module) zijn er zes PTC ingangen. Kies hoe de afzonderlijke alarmmeldingen moeten worden gere- Wanneer een extra IO 351B module is geïnstalleerd, dan zijn set.
9.5 Alarminstellingen Wanneer de functie "Pompgroepen" is geacti- Dit display toont de opties in het Alarm instellingen menu. veerd, dan zal submenu "Pomp alarmen" worden N.B. opgedeeld in twee groepen. Volg deze procedure in elk submenu: 1. Schakel de alarmmeldingen en waarschuwingen in of uit. Symbolen tonen de status van elke alarmingang.
9.5.1 Systeemalarmmeldingen Dit display toont de parameters die worden gedefinieerd als systeemalarmmeldingen. Selecteer de te bewaken parameter, en stel deze in als gewenst. Systeemalarmmeldingen kunnen worden veroorzaakt door twee soorten storingen: • Analoge storing. Zie paragraaf 9.5.5 Configuratie van analoge storingen.
Pagina 69
Alarm Beschrijving De waarschuwing wordt weergegeven als de invoer van de energiemeter zich buiten het meetbe- Vermogenmeter reik bevindt. Door gebr.ingest.relaisuitgang geac. Het alarm wordt weergegeven wanneer een relais handmatig wordt geregeld. Hardware fout Hardwarestoring in een systeemmodule. Externe fout Geeft een externe storing aan die wordt geregistreerd via een digitale ingang.
9.5.2 Pompalarmmeldingen Dit display toont de parameters die worden gedefinieerd als pom- palarmmeldingen. Selecteer de te bewaken parameter, en stel deze in als gewenst. Pompalarmmeldingen kunnen door twee soorten storingen wor- den veroorzaakt: • Analoge storing. Zie paragraaf 9.5.5 Configuratie van analoge storingen.
Pagina 71
Alarm Beschrijving Torsie De torsiekracht is te hoog (alleen CUE). VFD niet gereed Terugkoppelsignaal ontbreekt (alleen VFD). CUE waarschuwing De CUE geeft een waarschuwing aan (alle waarschuwingen van de module). CUE alarm De CUE geeft een alarm aan (alle alarmmeldingen van de module). MP 204 waarschuwing De MP 204 geeft een waarschuwing aan (alle waarschuwingen van de module).
9.5.3 Mengeralarm Alarmbron 1 Kies de eerste alarmbron voor combinatie-alarm 1 in dit display. Dit display toont de parameters die worden gedefinieerd als men- geralarmmeldingen. Pad: Instellingen > Alarm instellingen > Combi alarmen > Selecteer de te bewaken parameter, en stel deze in als gewenst. Selecteer alarmbron >...
9.5.5 Configuratie van analoge storingen 9.5.6 Configuratie van digitale storingen Analoge storingen worden geactiveerd als de huidige gemeten Digitale storingen worden geactiveerd in geval van defecte waarde zich buiten een vooraf ingestelde grenswaarde bevindt. systeemomstandigheden. Een digitale storing kan worden geregi- Een analoge storing kan worden geregistreerd als een waarschu- streerd als een waarschuwing of als een alarm.
In dit menu wordt de displaytaal van de CU 362 geselecteerd. Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor Met betrekking tot service is het eenvoudig om te wisselen naar Dedicated Controls. de servicetaal met de functie "Verander taal naar servicetaal (Engels)".
9.6.2 Displaytaal 9.6.3 Eenheden en frequentie De displaytaal van de CU 362 wordt geselecteerd in dit display. In dit display kunt u de standaardeenheid selecteren voor de ver- schillende parameters. Pad: Instellingen > Algemene instellingen, CU 361 > Als basisinstelling kan worden gekozen voor SI of VS eenheden. Displaytaal >...
CU 362. In dit display is het mogelijk om de software te upgraden met de Grundfos CU 362 Firmware Upgrader Box. Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor de CU 362 Firmware Upgrader Box op de CD-ROM die is meegeleverd bij de Dedicated Controls regelkast.
Schakel de hoofdschakelaar in. d) Hoofdschakelaar defect. • Vervang de hoofdschakelaar. e) Motorbeveiliging is aangeslagen. • Controleer de instelling. • Motor defect (neem contact op met Grundfos). • Open thermistor. • Fasestoring. • Neem contact op met Grundfos. Motor defect. •...
11. Fabrieksinstellingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de fabrieksinstellingen voor de afzonderlijke units en functies in het Dedicated Controls systeem. Gebruikers kunnen dit overzicht gebruiken om het systeem terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Gebruikers kunnen ook hun eigen instellingen in het overzicht noteren.
11.3 Niveau Beschrijving Fabrieksinstelling Eigen instellingen Overstortniveau 4,95 m Hoog niveau 4,75 m Alarm niveau 3,5 m Startniveau 2 2,0 m Startniveau 1 1,75 m Stopniveau 1 0,5 m Stopniveau 2 0,5 m Droogloopniveau 0,25 m Schuimafvoerniveau 0,15 m 11.4 CU 362 configuratie Beschrijving Fabrieksinstelling Eigen instellingen...
11.8 Pomp alarmen Beschrijving Fabrieksinstelling Eigen instellingen Auto/Aan/Uit schakelaar Motorbeveiliging, aangeslagen Alg. fase fout Contactschakelaar Laag debiet Overtemp, PTC/Klixon (IO 351B) Water-in-olie sensor Overbelasting Onderbelasting Laatste draaitijd Max.starts/uur Tijd voor onderhoud GENIbus alg.fout (IO 111) IO 111 waarschuwing IO 111 alarm Am-meter Torsie VFD niet gereed...
Pagina 82
12. Logische operatoren 12.2 OR operator De "OR" functie wordt gebruikt wanneer slechts één van beide Deze paragraaf is bedoeld voor gebruikers met basiskennis van bronnen actief moet zijn (status hoog = 1) voordat het uitgangsig- logische operatoren. naal van status verandert (van 0 naar 1). Als beide bronnen geac- Status hoog = 1 tiveerd zijn blijft het uitgangsignaal onveranderd (1).
Pagina 83
12.3 XOR operator 12.4 Set/reset flip-flop De "XOR" functie wordt gebruikt wanneer een uitgangsignaal De "Set/reset flip-flop" functie (SR-FF) wordt gebruikt wanneer de gelijk aan laag (0) nodig is wanneer beide bronnen of hoog (1) of 1ste bron moet worden gebruikt om een alarm in te stellen of laag (0) zijn.
Pagina 84
12.5 Reset/set flip-flop 12.6 Toggle flip-flop De "Reset/set flip-flop" functie (RS-FF) is dezelfde als de functie De "Toggle flip-flop" functie (T-FF) dient samen met een timer- die is beschreven in paragraaf 12.4 Set/reset flip-flop. De enige functie te worden gebruikt. wijziging is dat de 1ste bron en de 2de bron omgewisseld zijn.
Pagina 86
Thinking ahead makes it possible Innovation is the essence 96939474 1012 The name Grundfos, the Grundfos logo, and the payoff be think innovate are registered trademarks ECM: 1092697 owned by Grundfos Holding A/S or Grundfos A/S, Denmark. All rights reserved worldwide. www.grundfos.com...