14.22.2 GPRS-configuratie
Het display kan worden gebruikt voor het configureren van een
G 401 module als een communicatiemodule via GPRS.
De G 401 moet fysiek aanwezig zijn.
De CU 401 moet zijn aangesloten op een Ethernet-module en op
de G 401 via een gekruiste netwerkkabel.
Als de G 401 is geïnstalleerd in een gebied met zwakke dekking
met betrekking tot GPRS-signaal, moet een externe antenne wor-
den geïnstalleerd.
OPC wordt gebruikt als communicatieprotocol.
Neem contact op met Grundfos voor verdere informatie over de
protocollen.
N.B.: Het display zoals hieronder weergegeven dient als een
voorbeeld te worden beschouwd.
Pad: Instellingen
>
GPRS-configuratie
128
>
Omschrijving
•
Een vinkje in het hokje schakelt GPRS-communicatie in. GPRS-communicatie kan
alleen worden ingeschakeld als GSM-communicatie is uitgeschakeld.
•
APN (Access Point Node): Voer het APN-adres in.
•
Gebruikersnaam: Voer de gebruikersnaam in.
•
Toegangscode: Voer de toegangscode in.
N.B.: Het APN-adres, de gebruikersnaam en de toegangscode worden uitgegeven door
het telefoonbedrijf waarbij de SIM-kaart is gekocht.
Het IP-adres op de SIM-kaart kan worden bekeken, zie paragraaf
modem.
11.8 GSM/GPRS-