5. Elektrische aansluiting en veiligheidseisen
5.1 Vlotterschakelaars
Wanneer vlotterschakelaars worden toegepast, moeten deze van
links naar rechts worden aangesloten, wat betekent dat de laag-
ste vlotterschakelaar aan ingang DI1 moet worden aangesloten,
de tweede vlotterschakelaar vanaf de bodem aan ingang DI2
moet worden aangesloten, etc., zie de bedradingschema's op
pagina's
5
tot en met 8.
Vlotterschakelaars dienen dubbel geïsoleerd te zijn.
Symbool:
5.2 Storingsrelais
Wanneer een externe storingsignalering op het storingsrelais en
de uitgang voor hoog-niveau-storing is aangesloten, dient een
reset-drukknop op de klemmen DI6 te worden aangesloten.
Anders kan de storing alleen worden gereset zoals aangegeven
in de displayweergave van paragraaf
accepteren van systeemstoringen en
N.B.: Het fysiek aansluiten van opnemers en drukknoppen is niet
voldoende. De eenheden moeten ook op de storingsdisplays wor-
den geactiveerd, zie paragraaf
schuwingen -
vrijgeven/uitschakelen.
5.3 Aarding
Wanneer elektrische stoorsignalen of mechanische trillingen wor-
den verwacht dienen de Modular Controls regelaar en modules
met schroeven op de metalen montageplaat te worden gemon-
teerd om zo een deugdelijke verbinding met de aarde zeker te
stellen. Dit moet worden gedaan om letsel aan personen te ver-
mijden en ongewenste elektrische stoorsignalen te voorkomen.
Signaalkabels moeten betrouwbaar worden geaard. De optimale
oplossing is om een beugel op de elektrisch geleidende montage-
plaat aan te brengen, direct over en in contact met de afscher-
ming van signaalkabel.
Elke pomp moet afzonderlijke worden beveiligd door
middel van een motor-beveiligingsschakelaar of ver-
gelijkbare beveiliging.
Kabels vanaf het OD 401 bedieningspaneel die zich
buiten de gesloten behuizing begeven dienen van het
type H05VV-F zijn.
5.4 Aansluiten van vlotterschakelaars
De tabel verwijst naar de digitale ingangen in de bedrading-
schema's op pagina's
5
tot en met 8.
Type regeling
Laagste vlotter-
Vlotterschakelaars
schakelaar
Analoge opnemer met
Droogloopvlot-
droogloopvlotter-
terschakelaar
schakelaar
Analoge opnemer met
Vlotterschake-
vlotterschakelaar
laar hoogniveau
hoogniveau
Analoge opnemer met
droogloopvlotterscha-
Droogloopvlot-
kelaar en vlotterscha-
terschakelaar
kelaar hoogniveau
*
Functie die kan worden toegevoegd als extra nauwkeurigheid voor overstroomsysteem 1.
** Functie die kan worden toegevoegd als extra beveiliging voor overstroming naar tank.
*** Functie die kan worden toegevoegd als extra beveiliging in mengerinstallaties.
4
11.2 Storingslijst - resetten/
waarschuwingen.
14.2.1 Systeemstoring en - waar-
1
2
Tweede vlotter-
schakelaar vanaf
de bodem
–
–
Vlotterschake-
laar hoogniveau
Digitale ingangen
3
4
Derde vlotter-
Vierde vlotter-
schakelaar vanaf
schakelaar vanaf
de bodem
de bodem
Overstroomvlot-
Storings-
terschakelaar*
schakelaar**
Overstroomvlot-
Storings-
terschakelaar*
schakelaar**
Overstroomvlot-
Storings-
terschakelaar*
schakelaar**
5
6
Vijfde vlotter-
Reset-toets voor
schakelaar vanaf
storingsrelais
de bodem
Terugkoppeling
Reset-toets voor
van de menger***
storingsrelais
Terugkoppeling
Reset-toets voor
van de menger***
storingsrelais
Terugkoppeling
Reset-toets voor
van de menger***
storingsrelais