Functies
De voorgestelde systolische bloeddruk ondergrens (SLL) instellen
Als de voorgestelde SLL wordt geactiveerd, wordt de waarde ⑨ in Afb. 11-19
geaccepteerd. Optioneel kan de systolische ondergrens worden ingesteld op
positie ② .
Als een SLL die was voorgesteld door het systeem wordt geaccepteerd, moet
de gebruiker zeker stellen dat deze waarde aannemelijk is met betrekking tot
de tolerantie van de patiënt.
Activeren/Deactiveren van bioLogic-modi
De eerste 5 minuten na het starten van een therapie, kunnen bioLogic-modi
uit- en weer in- worden geschakeld. Na die tijd moet additioneel een prompt
Na het uitschakelen van bioLogic, kan het niet meer
worden bevestigd:
worden ingeschakeld! Weet u het zeker?
kunnen de bioLogic-modi niet opnieuw worden geactiveerd!
Indien bioLogic tijdens de eerste 5 minuten van de therapie wordt
gedeactiveerd, kan het niet meer worden geactiveerd.
1.
Om bioLogic Fusion of bioLogic Light te activeren, tik op de knop
Light
bioLogic-modus
of
in de
Mogelijk geactiveerde UF-profielen worden gedeactiveerd na inschakelen van
de bioLogic-modus.
2.
Om bioLogic-modi te deactiveren, tikt u op
modus
.
VOORZICHTIG!
Risico voor de patiënt vanwege bloeddrukval!
Als bioLogic Fusion wordt uitgeschakeld, kan er een verhoging van de UF-
snelheid optreden als de software van de machine probeert te compenseren
voor een voorafgaand lager UF-volume.
•
Let op de UF-snelheid na uitschakelen van bioLogic Fusion.
•
Zo nodig, UF hoeveelheid aanpassen/ verminderen.
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
. Na bevestiging van deze prompt
groepbox (Afb. 11-19 , ① ).
uit
in de groepbox
Dialog iQ
Fusion
11
bioLogic-
281