Dialog iQ
9
212
21. Sluit de arteriële patiëntaansluiting van het bloedlijnsysteem aan op een
primezak met NaCl (tot 2,5 kg) en bevestig de primezak aan de
infuusstang.
22. Bag-to-bag-priming: Verbind de veneuze patiëntaansluiting met de lege
zak.
23. Waste port priming: Verbind de veneuze patiëntaansluiting met de
afvoerpoort.
24. Controleer of alle aansluitingen goed aangedraaid zijn.
25. Controleer of bloedlijnen niet geknikt zijn.
WAARSCHUWING!
Risico op lage bloedstroom en dus verminderde behandelingseffectiviteit!
Als de gebruiker de klem op de arteriële lijn niet kan openen of de arteriële
patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt niet kan openen, ontstaat
er een extreem negatieve arteriële druk.
•
Open de klem op de arteriële leiding en open de arteriële
patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt.
Therapie voorbereiden
1.
Controleer of alle vereiste klemmen op de bloedlijnen geopend zijn.
Afvoerpoort primen kan alleen worden gestart als er geen desinfectie wordt
uitgevoerd!
Primen starten
2.
Tik op icoon
Bloedpomp wordt gestart. Het resterende priming-volume wordt
afgeteld.
3.
Indien nodig kan nu een heparinebolus worden gegeven voor het coaten
van het extracorporale bloedlijn systeem.
4.
Indien gewenst, kamerniveaus instellen.
5.
Voer het ultrafiltratie (UF) volume in.
6.
Indien gewenst, past u andere parameters aan.
7.
Na het spoelen moet u de definitieve controles uitvoeren en de kunstnier
in behandelstand draaien.
Enter
8.
Druk op
om te bevestigen dat therapie kan beginnen.
9.
Bevestig therapiedata.
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Enkel-naalds behandeling
.