Dialog iQ
11
252
Parameters
Naaldtype
Therapietype
Ingestelde Kt/V
Min. UF-snelheid
Max. UF-snelheid
Infusie bolusvolume
Fasevolume
Optiflow
Substitutiestroom (HDF)
Substitutiestroom (HF)
Na-/voorverdunning
selectie
Modusinstelling
bicarbonaat/acetaat
Geselecteerd zuur
Geselecteerd acetaat
Geselecteerd zuurbron
Heparine bolusvolume
Heparine stoptijd
Type spuit
Min. PA
Min. PV
Max. PV
Min. PA
Max. PV
Delta PA minimum
Delta PA maximum
Delta PV minimum
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Description
Gebruikte behandelprocedure: DN, SNV, SNCO
Gebruikte therapietype: HD, HDF, HF
Ingestelde Kt/V waarde bij einde van therapie
Ondergrens voor ultrafiltratie-snelheid
Bovengrens voor ultrafiltratie-snelheid
Volume voor vloeistofbolus (NaCl-zak of online
vloeistof)
Fasevolume monitoren in SNCO aan of uit
Automatische fasevolume aanpassing in SNCO
aan of uit
Substitutiestroom in HDF-modus
Substitutiestroom in HF-modus
Naverdunning of voorverdunning voor HDF/HF
online therapie
Bepaalt of acetaat of bicarbonaat en zuur-
concentraat wordt gebruikt om de geleidbaarheid
van dialysevloeistof aan te passen (alleen als
Acetaat-modus ingeschakeld
Gebruikt zuurconcentraat
Gebruikt acetaatconcentraat (alleen als
modus ingeschakeld
is actief)
Bron voor zuur of acetaat concentraat (bak of
centrale concentraattoevoer)
Volume voor heparine bolustoediening in therapie
Stel tijd in om heparinepomp te stoppen voor
einde therapie
Gebruikte heparinespuit type (geselecteerd uit
lijst)
Minimum arteriële druk in SNV-modus
Minimum veneuze druk in SNV-modus
Maximum veneuze druk in SNV-modus
Minimum arteriële druk in SNCO-modus
Maximum veneuze druk in SNCO-modus
Lagere relatieve alarmlimiet voor PA limietvenster
Hogere relatieve alarmlimiet voor PA limietvenster
Lagere relatieve alarmlimiet voor PV limietvenster
Functies
actief is)
Acetaat