Advertenties
Dialog iQ
11
298
11.7.2
Verbinden en loskoppelen van de machine
Een corresponderende netwerkkabel moet worden geïnstalleerd tussen de
machine en de wandconnector van het netwerk. De machine kan worden
aangesloten door de gebruiker.
LET OP!
Als de machine wordt geïnstalleerd, wordt eerst de Ethernet-kabel verbonden
met de machine en daarna de wandconnector van de netwerk.
Als de machine wordt gedeïnstalleerd, wordt eerst de Ethernet-kabel
ontkoppeld van de wandconnector en daarna de machine.
De machine aansluiten
1.
Verbind de Ethernet-kabel met het RJ45 stopcontact van de machine.
2.
Verbind de Ethernet-kabel met het RJ45 stopcontact van de wandconnector.
De machine loskoppelen
1.
Ontkoppel de Ethernet-kabel van het RJ45 stopcontact van de wand-
connector.
2.
Ontkoppel de Ethernet-kabel van het RJ45 stopcontact van de machine.
11.7.3
Werken met DNI-WAN
Deze sectie beschrijft in het kort de behandeling van de machine als DNI-WAN
wordt gebruikt. Voor gedetailleerde instructies over verbinding van machine
op de behandellocatie, machinevoorbereiding, behandeling- en na-behandelings-
activiteiten, raadpleeg secties 4.7 Transport (69) tot 7 Nabehandeling (159).
Als de optie DNI-WAN wordt geselecteerd, staat de machine het gebruik van
de patiëntenkaart niet toe.
Omgang met de machine
1.
Schakel de machine in.
De machine rapporteert zijn
Patiëntnaam wordt nog niet weergegeven op het scherm.
2.
Selecteer therapietype die bestemd is om te worden gebruikt van
Programmaselectie
scherm.
3.
Bereid de machine voor therapie voor.
4.
Voer patiëntnaam en ID in de terminal van het netwerkapparaat in (in
overeenstemming met de identifier van de machine die hiervoor bestemd
is).
De patiëntnaam verschijnt op het scherm van de machine.
5.
Druk op ikoontje.
Behandelparameters worden weergegeven op het scherm.
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Functies
ID aan
het netwerkapparaat.
Advertenties
