Dialog iQ
11
254
11.2
Automatische bloeddrukmeting (ABPM)
ABPM maakt niet-invasieve, oscillometrische metingen van bloeddruk
(systolische, gemiddelde en diastolische waarde) en hartslag mogelijk.
Metingen kunnen worden uitgevoerd in voorbereiding, behandeling en
desinfectie.
ABPM mag alleen worden uitgevoerd door personen die voor het juiste
gebruik zijn opgeleid. De medische indicatie, patiëntenpopulatie en
bedrijfscondities zijn hetzelfde als beschreven voor de machine.
ABPM moet alleen worden gebruikt met de omgevingsvoorwaarden
opgegeven in Technische Gegevens, sectie omgevingsvoorwaarden.
De ABPM werkt via het RR-principe - het bloeddrukmetingsprincipe van de
Italiaanse arts Riva Rocci. De manchet is aangesloten op een manometer. Bij
bloeddrukmetingen wordt de manchet automatisch via een geïntegreerde
pomp opgepompt en via een geïntegreerd ontluchtingsventiel leeggepompt.
De module ondersteunt twee meetmethoden:
•
Meting tijdens leeglaten lopen
De manchet wordt opgepompt tot een gedefinieerde druk die duidelijk
boven de systolische bloeddruk van de patiënt komt. De bloeddruk wordt
vervolgens gemeten door de manchet in kleine stappen te ledigen en
tegelijkertijd de drukwaarden te detecteren.
De startdruk voor de eerste meting wordt ingesteld op de gemiddelde
systolische druk van de laatste therapie die op de patiëntenkaart of
Nexadia-server wordt opgeslagen. Als beide niet beschikbaar zijn, wordt
een vooraf gedefinieerde waarde (standaard 200 mmHg) gebruikt. Voor
de volgende metingen wordt de inlaatdruk automatisch ingesteld op
30 mmHg boven de laatst gemeten systolische waarde.
•
Meting tijdens oppompen
Bloeddruk wordt al gemeten tijdens oppompen van de manchet. In
vergelijking met de leegloopmodus wordt de oppompdruk aanzienlijk
verlaagd tot een minimum boven de systolische druk van de patiënt. Na
het bereiken van enkele mmHg boven de systolische druk wordt de
manchet binnen enkele seconden volledig leeggepompt, wat de meettijd
verkort.
Bij een systolische bloeddruk hoger dan 210 mmHg schakelt de module
automatisch over op meting tijdens leegpompen.
De meetmethode wordt door de technische dienst in de TSM-modus
ingesteld. Inflatiemethode is de standaardinstelling.
ABPM biedt de volgende functies:
•
Eenvoudige onmiddellijke meting.
•
Duidelijke weergave van bloeddruk en puls op
•
Automatisch, cyclische meting.
•
Bloeddruk gebaseerd op individuele limietaanpassing.
•
Optionele gekleurde weergave van bloeddruk- en pulscurven.
•
Documentatie of metingen met tijdregistratie.
•
Gekleurde weergave van metingen die buiten de limieten liggen.
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Functies
Home
scherm.