Pagina 1
Dialog Dialyse Machine Gebruiksaanwijzing SW 1.02.xx NL...
Pagina 2
CE-markering volgens de richtlijn 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. B. Braun Avitum AG Schwarzenberger Weg 73-79 34212 Melsungen, Duitsland Tel +49 (56 61) 71-0 Fax +49 (56 61) 75-0 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018 www.bbraun.com...
Pagina 3
Dialog iQ Over deze gebruiksaanwijzing Veiligheid Productbeschrijving Installatie en inbedrijfname De machine voorbereiden op de behandeling Behandeling Nabehandeling HDF Online/HF Online Enkel-naalds behandeling Gebruikerinstelmodus Functies Alarmen en problemen oplossen Technische gegevens Accessoires...
Pagina 4
Dialog iQ IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 5
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Over deze gebruiksaanwijzing ........7 Copyright................7 Terminologie ................ 7 Validiteit ................11 Doelgroep ................11 Waarschuwingen, opmerkingen en symbolen ....12 Informatie en activiteiten ............ 13 Typografische conventies ..........13...
Pagina 6
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 7
Copyright Dit document is het eigendom van B. Braun Avitum AG alle rechten voorbehouden. Terminologie Algemene terminologie...
Pagina 8
Service technicus Persoon die verantwoordelijk is voor installatie, reparatie en onderhoud van actieve medisch apparaten binnen B. Braun Avitum AG of binnen de verantwoordelijke organisatie. De service technicus moet opgeleid en geautoriseerd zijn om te werken aan de betreffende machine.
Pagina 9
Over deze gebruiksaanwijzing Dialog iQ Stap Beschrijving Voorbereiding Machine is klaar voor gebruik, de patiënt is niet aangesloten; met: Start: • Selectie van therapiemodus of desinfectie • Automatische testvolgorde Voorbereiden machine: • Aansluiting van concentraat en bicarbonaat • Aansluiting en primen van bloedlijn systeem; primen met: ‒...
Pagina 10
Dialog iQ Over deze gebruiksaanwijzing Afkortingen ABPM Automatische bloeddrukmeting (functie) Bicarbonaat Bloed lek detector (Arteriële) bloedpomp Cross-over Dialysevloeistof Dubbele naald Hematocriet Hemodialyse Hemodiafiltratie Hemofiltratie Heparine pomp Intensive care unit Gebruikersinstructies Lokaal netwerk (Online) substitutiepomp Arteriële druk Ingangsdruk bloedzijde (vóór kunstnier)
Pagina 11
Technische ondersteuning en onderhoud (bedrijfsmodus) Ultrafiltratie Ultrafiltratiepomp Ureum reductieverhouding Afvoerpoort Centraal concentraat Validiteit Artikelnummers Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op Dialog iQ apparaten met de volgende artikelnummers (REF): • 710401X • 710407X X = Combinatie van opties op het moment van leveren. Softwareversie Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op softwareversie SW 1.02.xx (x =...
Pagina 12
Dialog iQ Over deze gebruiksaanwijzing Waarschuwingen, opmerkingen en symbolen zijn signaalwoorden gebruikt document: GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en LET OP. De signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG verwijzen op specifieke gevaarlijke situaties voor gebruikers en patiënten. Het signaalwoord LET OP wijst op informatie die direct of indirect in verband staat met het voorkomen van schade en niet op lichamelijk letsel.
Pagina 13
Over deze gebruiksaanwijzing Dialog iQ Informatie en activiteiten Informatie Dit is aanvullende nuttige informatie met betrekking tot procedures, achtergrond informatie en aanbevelingen. Activiteiten Instructies voor een activiteit worden op deze wijze weergegeven. Het resultaat van een activiteit wordt via dit symbool weergegeven.
Pagina 14
Dialog iQ Over deze gebruiksaanwijzing IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 15
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Veiligheid ..............17 Bedoeld gebruik en indicatie ..........17 Contra-indicaties ..............17 Neveneffecten..............17 Speciale gevaren en voorzorgsmaatregelen ..... 17 2.4.1 Speciale patiëntvoorwaarden ... 17 2.4.2 Elektrische gevaren ... 18 2.4.3 Gebruik met andere apparatuur ...
Pagina 16
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 17
Speciale gevaren en voorzorgsmaatregelen 2.4.1 Speciale patiëntvoorwaarden De Dialog iQ is bedoeld om te worden gebruikt bij patiënten met een lichaamsgewicht van meer dan 30 kg. De machine mag alleen worden gebruikt volgens de instructies van een arts als de patiënt aan een van de volgende aandoeningen lijdt: •...
Pagina 18
Dialog iQ Veiligheid 2.4.2 Elektrische gevaren Aansluiting op en afsluiting van het stroomnet De machine bevat levensbedreigende elektrische spanningen. WAARSCHUWING! Risico van elektrische schokken en brand! • Steek de netstekker altijd volledig in het stopcontact. • Bij de verbinding maken of verbreken van de stekker, altijd de stekker omvatten en niet het netsnoer.
Pagina 19
Veiligheid Dialog iQ 2.4.3.2 Potentiaalvereffening Indien de machine wordt gebruikt in combinatie met andere therapeutische apparaten van beschermingsklasse I, moet een aansluitkabel voor de elektrische aarding worden gebruikt omdat de lekstromen van alle aangesloten apparaten samen kunnen komen en als gevolg daarvan een elektrostatische ontlading van de omgeving naar de machine zou kunnen optreden.
Pagina 20
• Indien er andere elektrische medische apparatuur (bijv. een infusiepomp) wordt geplaatst op of vlakbij de Dialog iQ, controleer dan regelmatig de machine om normaal functioneren te garanderen. • De Dialog iQ niet in de directe nabijheid met andere machines gebruiken om elektromagnetische storingen te voorkomen.
Pagina 21
Veiligheid Dialog iQ • De machine moet worden beschermd tegen buitensporige netwerk- belasting (bijv. door accumulatie van broadcast-berichten of poortscans). Indien noodzakelijk moet de verbinding met het netwerk via bijvoorbeeld een router of een firewall worden ingesteld. • Verstuurde gegevens die niet versleuteld zijn, moeten worden beveiligd met een beschermd, niet-openbaar netwerk.
Pagina 22
De verantwoordelijke organisatie moet garanderen dat alleen opgeleid personeel de machine gebruikt. De opleiding moet worden uitgevoerd door personeel dat hiervoor geautoriseerd is door de fabrikant. Neem contact op met uw lokale B. Braun Avitum AG vertegenwoordiger of distributeur voor meer informatie met betrekking tot opleidingscursussen. 2.5.3...
Pagina 23
Veiligheid Dialog iQ 2.5.4 Hygiënische vereisten De verantwoordelijke organisatie is verantwoordelijk voor de hygiënische kwaliteit van elk afgiftesysteem, zoals centrale watervoorziening, centrale infusiesystemen, hemodialyse-apparatuur verbindende machines, inclusief vloeistofleidingen van aansluitpunten naar de machine. De verantwoordelijke organisatie moet een hygiëneplan ontwikkelen waarin maatregelen worden vastgelegd voor preventie van therapeutische omgevings- gerelateerde besmetting en infectie van patiënten en personeel.
Pagina 24
Dialog iQ Veiligheid 2.5.7 Preventief onderhoud en technische veiligheidscontrole De machine is niet uitgerust met enige onderdeel van de gebruiker. Elk onderhoud, elke reparatie of vervanging van componenten moet uitgevoerd worden door de technische dienst. Alle informatie die nodig is voor installatie en inbedrijfstelling, kalibratie, onderhoud en reparatie is voor onderhoudsmonteurs verkrijgbaar bij de fabrikant.
Pagina 25
B. Braun Avitum AG garandeert dat reserveonderdelen en oude apparaten worden teruggenomen. 2.5.11 Technische wijzigingen B. Braun Avitum AG behoudt zich het recht om de producten aan te passen in overeenstemming met nieuwe technische ontwikkelingen. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 26
Dialog iQ Veiligheid IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 28
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 29
Dialog iQ Productbeschrijving Korte beschrijving Afb. 3-1 Dialog iQ De machine heeft een kleuren- touchscreen waarop de meeste functies direct door aanraken kunnen worden bediend. De monitor heeft 6 harde toetsen. De machine stuurt en bewaakt de dialysevloeistofzijde evenals de extracorporale bloedzijde.
Pagina 30
Dialog iQ Productbeschrijving Bloed aan de extracorporale bloedzijde wordt door de kunstnier heen getransporteerd. De heparinepomp kan worden gebruikt voor het toevoegen van antistollingsmiddelen aan het bloed, om zo stolselvorming te voorkomen. De veiligheidsluchtdetector (SAD) herkent lucht in het bloedlijnsysteem.
Pagina 31
Productbeschrijving Dialog iQ lichaam, pompt bloed en dialysevloeistof in separate circulatiesystemen door de kunstnier en bewaakt de samenstelling en de volumebalans van de dialysevloeistof. De heparine pomp die ook deel is van de machine, kan worden gebruikt om antistollingsproducten toe te voegen aan het bloed om de vorming van bloedproppen in de extracorporale circulatie te voorkomen.
Pagina 32
Dialog iQ Productbeschrijving 3.2.4 Hemodiafiltratie (HDF Online) Hemodiafiltratie (HDF) is een combinatie van HD en HF. In deze therapie worden zowel dialysevloeistof als ook substitutie vloeistof gebruikt. Dit maakt de combinatie van diffusieve en convectieve klaring voor kleine en midden molekulen mogelijk.
Pagina 33
De enkelnaalds cross-over (SNCO) procedure maakt een continue bloedflow door kunstnier mogelijk slechts één bloedpomp één patiëntaansluiting. Een speciaal B. Braun bloedlijn systeem is vereist voor de SNCO-procedure. Bedrijfsmodus Heparine pomp Ingang bloedzijde (PBE) Kunstnier Bloed pomp Arteriële druksensor (PA)
Pagina 34
Dialog iQ Productbeschrijving 3.3.2.2 Enkel-naalds behandeling De enkelnaaldsklep procedure maakt het mogelijk om over te schakelen vanuit een lopende dubbelnaalds dialyse in het geval van problemen (bijv. bij problemen van de shunt). Bedrijfsmodus De patiënt is meestal aangesloten via een standaard AV-set met 1 kamer, omdat dit een noodbehandeling is.
Pagina 35
Dialog iQ Machine 3.4.1 Overzicht machine In de volgende figuren wordt de Dialog iQ HDF machine weergegeven. Deze machine is uitgerust met componenten die niet in alle machinetypen zijn geïnstalleerd of die optioneel beschikbaar zijn. Vooraanzicht, module extracorporale bloedbehandeling Houder voor heparinelijn...
Pagina 36
Dialog iQ Productbeschrijving Vooraanzicht Monitor Infuusstang Heparine pomp Kunstnierhouder Bloed pomp Substitutie pomp Druksensors (drukpoorten) Bevestigingen voor kamers van het bloedlijnensysteem Afvoerpoort en substitutie poort 10 Hematocriet (HCT) sensor (optioneel) 11 Veiligheidsluchtdetector (SAD) met rood sensor 12 Beschermkap voor zuur opzuigslangen 13 Arteriële en veneuze...
Pagina 37
Productbeschrijving Dialog iQ Achteraanzicht ABPM manchetmand Multifunctionele handgreep voor transport Personeelsoproep (nog niet beschikbaar) Datanetwerkinterface (DNI) voor LAN- aansluiting (optioneel) DF/HDF filterdeur Potentiaalvereffenings- contact Netaansluiting Noodstroom voorziening/accu Aansluiting voor centrale concentraattoevoer 10 Dialysaatuitgang 11 Wateringang 10 11 Afb. 3-5 Achteraanzicht...
Pagina 38
Dialog iQ Productbeschrijving Aansluitingen aan de achterzijde Potentiaalvereffenings- contact Netaansluiting Aansluiting voor centrale concentraattoevoer Dialysaatuitgang Wateringang Afb. 3-6 Aansluitingen aan de achterzijde IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 39
Productbeschrijving Dialog iQ Zijaanzicht, rechterzijde Bicarbonaat cartridge houder Spoelbrug met aansluitingen voor de kunstnierkoppelingen 9 10 11 12 Aansluiting voor 13 14 15 16 desinfectiemiddel Afb. 3-7 Zijaanzicht, rechterzijde IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 40
Dialog iQ Productbeschrijving Zijaanzicht, linkerzijde Kaartlezer Aansluiting voor ABPM Afb. 3-8 Zijaanzicht, linkerzijde IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 41
Productbeschrijving Dialog iQ Machinetypes De Dialog iQ is beschikbaar als HD-machine of als HDF-machine. Beide types kunnen in ziekenhuizen, gezondheidscentra, intensive care units of voor beperkte zorg worden gebruikt. De machines worden geleverd met bepaalde standaardfuncties, bijvoorbeeld • Kleuren touchscreen •...
Pagina 42
Dialog iQ Productbeschrijving 3.4.2 Symbolen op de machine Symbolen op de machine Symbol Description Volg de gebruiksaanwijzing. Neem veiligheidsinformatie in acht. Applicatie apparaat type B Classificatie volgens IEC 60601-1 Aansluiting voor potentiaalvereffening Machine AAN/UIT-schakelaar Wisselstroom Aansluiting voor optionele personeelsoproep (nog niet beschikbaar)
Pagina 43
Not to be used in presence of 10 Applicatie apparaat type GTIN: 04046964679469 flammable anaesthetic gases (01)04046964679469(11)170905(10)000002(21)000002(92)00000000 11 Beschermingsklasse Manufacturing facility: B. Braun Avitum AG behuizing B. Braun Avitum AG Schwarzenberger Weg 73-79 Am Buschberg 1 Made in Germany 34212 Melsungen, Germany 34212 Melsungen, Germany 12 CE-markering en Afb.
Pagina 44
Voor gebruik van de WAN-optie, moet aan de zijde van de klant een specifieke gebruikersinterface ontwikkeld worden. Voor dat doel biedt B. Braun de WAN SDK zelfontwikkelingskit. Neem contact op met uw lokale distributeur voor meer informatie. De netwerkcommunicatie wordt geactiveerd zodra de patiëntkaart in de kaartlezer wordt ingebracht en gedeactiveerd door de machine uit te schakelen.
Pagina 45
Productbeschrijving Dialog iQ 3.4.5 Besturingselementen en indicatoren op de monitor Signaallamp AAN/UIT-schakelaar (netschakelaar) Accu oplaadindicator Verlaag snelheid bloedpomp Start/Stop -toets Verhoog snelheid bloedpomp Alarm onderdrukking toets Enter -toets Afb. 3-10 Monitor met besturingselementen en indicatoren Signaallampen De signaallamp ① op de monitor brandt in 3 verschillende kleuren om de voorwaarden (groen), waarschuwing/opmerking (geel) en alarm (rood) aan te geven.
Pagina 46
Dialog iQ Productbeschrijving Gebruikersinterface De meeste functies van de machine worden weergegeven op het touchscreen. Via het touchscreen kan de gebruiker direct communiceren met de machine door het scherm met een vinger aan te raken. Het touchscreen heeft een vastte omlijsting en 6 dynamische schermen. Deze schermen worden weergegeven als de 6 zijden van een kubus.
Pagina 47
Productbeschrijving Dialog iQ De rechterzijde van de omlijsting bevat (van boven naar onder): Patiënt aansluiten Primen starten Bicarbonaat patroon • iconen vervangen Voorbereiding onderbreken tijdens voorbereiding Ontkoppel patiënt Noodgeval Min. UF Bypass Vervang • iconen bicarbonaatcartridge Onderbreking therapie snelkoppeling naar...
Pagina 48
Dialog iQ Productbeschrijving Alarm- en waarschuwingsvelden Alarm veld Waarschuwingsveld Geluidsalarm pauzesymbool Signaallamp Afb. 3-13 Alarm- en waarschuwingsvelden Het alarmveld ① aan de linkerzijde toont veiligheidsrelevante alarmen in rood. Alarmen die niet veiligheidsrelevant zijn, worden weergegeven in geel. In geval van een alarm verandert de kleur van de signaallamp ④ op de monitor van groen naar geel naar rood.
Pagina 49
Productbeschrijving Dialog iQ Schermen – Het kubusconcept De gebruikersinterface wordt voorgesteld als een kubus. Afb. 3-14 Kubus gebruikersinterface De kubus bestaat uit 6 kubuszijden (schermen), waarbij elke zijde een bepaald menu weergeeft. Het vereiste scherm kan naar voren worden verplaatst door de kubus horizontaal en verticaal te draaien binnen het vaste...
Pagina 50
Dialog iQ Productbeschrijving Home scherm Invoer scherm Instel scherm Programmaselectie scherm in voorbereiding/ Klok scherm in therapie Info scherm Service scherm Home Afb. 3-15 Zij-indicator kubus met scherm geselecteerd De indicator kubuszijde aan de rechter onderzijde van het scherm toont de gebruiker op welke kubuszijde deze zich bevindt.
Pagina 51
Productbeschrijving Dialog iQ Het ABPM-venster wordt weergegeven als het ABPM-icoon wordt geactiveerd in het scherm. In alle behandelingsfasen worden het UF-volume, de UF-frequentie, de therapietijd en de geleidbaarheid weergegeven. Als u dit gebied aanraakt, Voorschrift wordt het scherm geopend. Service -scherm geeft technische informatie over: •...
Pagina 52
Dialog iQ Productbeschrijving 3.5.2 Bevestigingsvensters Voor bepaalde (b. v. veiligheidsrelevante) selecties en parameterinstellingen kan een speciale bevestiging nodig zijn. In dit geval verschijnt een bevestigings- venster in het midden van het scherm (zie Afb. 3-16 en Afb. 3-17 als voorbeeld).
Pagina 53
Productbeschrijving Dialog iQ In de volgende paragrafen van deze gebruiksaanwijzing worden dergelijke vensters niet altijd expliciet als screenshots aangegeven of getoond om de informatie zo kort mogelijk te houden. 3.5.3 Overzicht van alle iconen Iconen zijn bedieningstoetsen op het touchscreen die voor de besturing van de machine worden gebruikt.
Pagina 54
Dialog iQ Productbeschrijving Ikoon Description Invoer Snelkoppeling naar heparinegegevens op het -scherm, Huidige heparine snelheid Nood -scherm opent en biedt meer functies, bijvoorbeeld Infusiebolus Activeren minimale ultrafiltratie Dialyse bypass – er stroomt geen dialysevloeistof door de kunstnier Dialyse op de hoofdaansluiting – dialysevloeistof stroomt door...
Pagina 55
Productbeschrijving Dialog iQ Ikoon Description Dialysevloeistof stand-by (stand-bymodus) Selecteer niveauregeling Indien geselecteerd, worden de toetsen actief, die de kamerniveaus verhogen of verlagen. Stop spoelen Het icoon wordt op het desinfectiescherm weergegeven en nadat de desinfectie was onderbroken. Invoerscherm Voorschriftgegevens: behandelingstijd, UF-volume, UF-...
Pagina 56
Dialog iQ Productbeschrijving Ikoon Description Druk limieten Instellingscherm Instellingen: datum, tijd, helderheid, talen Desinfectie-instellingen Desinfectie-geschiedenis: datum, tijdsduur, status, type en desinfectiemiddel van de laatste desinfectie Wekelijks desinfectieprogramma Microbiologische bemonstering modus in de voorbereidingsfase Timer/wekker DF/HDF filtergegevens Lees de patiëntgegevens uit van de patiëntkaart (downloaden) Sla de patiëntgegevens op de patiëntkaart (uploaden)
Pagina 57
Productbeschrijving Dialog iQ Ikoon Description Ultrafiltratie parameters Heparineparameters Dialysevloeistof-zijde parameters Minimum en maximum parameters (druklimieten) Adimea-parameters Kt/V parameters Kt/V parameters zijn alleen beschikbaar als de Adimea functie is uitgeschakeld. ABPM parameters bioLogic Fusion parameters (optionele biofeedback functie) Enkel-naalds parameters HDF/HF Online-parameters...
Pagina 58
Dialog iQ Productbeschrijving Ikoon Description Gegevens opslaan Verlaat huidig scherm 3.5.4 Numerieke waarden invoeren Het wijzigen van waarden is voor alle parameters op hetzelfde principe gebaseerd. Het volgende voorbeeld heeft betrekking op de verandering in het Invoer UF-volume op het -scherm.
Pagina 59
Productbeschrijving Dialog iQ Als een waarde die buiten het toegestane bereik valt wordt ingevoerd, wordt onder de ingevoerd waarde een bijbehorend bericht weergegeven. Annuleren Tik op om de nieuwe waarde te bevestigen of op om af te breken. Toetsenbord verdwijnt.
Pagina 60
Dialog iQ Productbeschrijving Herinneringstype: Timer of wekker Herhaling herinnering aan/uit Vooringestelde herinneringsberichten Invoervenster voor timerinterval-instelling of absolute tijdsinstelling Verstreken tijd Timer of wekker starten/ stoppen/resetten Afb. 3-19 Timer en wekker-functie Timer/wekker-functie Voor timerfunctie is de instelling van een tijdsinterval vereist (bijvoorbeeld 15 minuten).
Pagina 61
Productbeschrijving Dialog iQ Stopwatch-functie De timer kan worden gebruikt als stopwatch. Indien de timer gestart wordt zonder een tijdsinterval in te voeren (tijdsinterval = 0:00), begint de tijd te lopen vanaf 0, tot de functie handmatig wordt gestopt. In plaats van de resterende tijd, wordt de verlopen tijd ⑤...
Pagina 62
Dialog iQ Productbeschrijving IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 63
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Installatie en inbedrijfname ........65 Leveringsomvang............... 65 Ingangscontrole Levering........... 65 Eerste ingebruikname ............65 Opslag................66 4.4.1 Opslag in originele verpakking ... 66 4.4.2 Tijdelijke opslag van machines die bedrijfsgereed zijn ...
Pagina 64
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 65
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ Installatie en inbedrijfname Leveringsomvang • Dialog iQ dialysemachine • Gebruikersinstructies • Alleen in Duitsland: medisch materiaalboek • 2 transparante afdekpluggen (voor geluidsreductie van de zoemer) • 3 houderdeksels (rood, blauw en wit) met koppeling voor het inbrengen van zuigstangen •...
Pagina 66
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname Opslag WAARSCHUWING! Risico op elektrische schokken of lekstromen! Te grote temperatuurverschillen kunnen condens in de machine veroorzaken. • Schakel de machine niet onmiddellijk in na transport, komend uit zones met grote temperatuurverschillen. • Schakel de machine in wanneer deze op kamertemperatuur is. Raadpleeg omgevingsvoorwaarden aangegeven in hoofdstuk Technische Gegevens.
Pagina 67
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ 4.4.3 Uit gebruik nemen Desinfecteer de machine. Voor de juiste reiniging voorafgaand aan transport van de machine, raadpleegt u sectie 7.5 Desinfectie en reiniging van oppervlak (186). Instrueer de technische dienst de machine te legen.
Pagina 68
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname 4.5.3 Water- en concentraataansluiting De verantwoordelijk organisatie moet ervoor zorgen dat de wandaansluitingen duidelijk zijn gemarkeerd om te voorkomen dat de aansluitingen worden verwisseld. 4.5.4 Bescherming tegen waterschade LET OP! Voor bescherming tegen niet opgemerkte lekkages moeten Lek detectoren worden ingezet.
Pagina 69
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ Transport VOORZICHTIG! Gevaar voor snijden en afklemmen! machine weegt tot 142 kg met alle geïnstalleerde opties, accessoires en verbruiksartikelen en een gevuld vloeistofcircuit (maximale werklast). • Verplaatsen en vervoeren van de machine moet in overeenstemming met de algemene veiligheidsregels en werkwijzen voor het vervoer van en omgaan met zware apparatuur.
Pagina 70
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname Opbergen van kabels, slangen en verbruiksartikelen Alvorens de machine te verplaatsen of te vervoeren, hangt u de kabels over handgreep aan de achterzijde van de machine, zoals aangegeven in Afb. 4-1 . Afb. 4-1 Opbergen van kabels en slangen Om struikelen te voorkomen dienen de slangen veilig opgeborgen te worden.
Pagina 71
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ Afb. 4-2 Verplaatsen van de machine over trappen en hellingen (2 personen) Verplaatsen van de machine buiten gebouwen Ontkoppel de remmen van alle wielen. Verplaats de machine voorzichtig. Houd de machine vast aan de handgreep aan de achterzijde.
Pagina 72
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname De machine dragen Fixeer de monitor via de infusiestang met een riem. LET OP! Risico van schade door onjuist transport (aan verkeerde plaatsen vasthouden)! Houd de machine niet vast aan de monitor, de bicarbonaat cartridge houder of de infuuspaal tijdens het vervoeren.
Pagina 73
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ De machine aansluiten Na transport moet de machine opnieuw worden aangesloten aan muurverbindingen. Wanneer de machine is aangesloten op de plaats van behandeling, wordt het een stationaire medische elektrisch apparaat volgens IEC 60601-1, dat niet bestemd is om te worden verplaatst van de ene plaats naar de andere.
Pagina 74
Wateraansluiting 4.8.2.1 Wateraansluiting zonder koppelingen of met niet gespecificeerde koppelingen Indien geen koppelingen worden gebruikt of koppelingen anders dan door B. Braun gespecificeerd, ga dan als volgt te werk. Voorwaarden • Machine is uitgeschakeld WAARSCHUWING! Risico op contaminatie en kruisbesmetting door verwisseling van aansluitingen! •...
Pagina 75
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ 4.8.2.2 Wateraansluiting met Aquaboss-koppelingen De machine kan met koppelingen worden aangesloten. In het volgende hoofdstuk staat beschreven hoe de machine op Aquaboss koppelingen kan worden aangesloten. Wateraanvoer aansluiten Voorwaarden (alle op verzoek verkrijgbaar) • Optie 1: 2 vrouwelijke buiskoppelingen (Afb. 4-4 , ② , ④ ), binnendiameter van flexibele buis 9 mm, materiaal 1.4571 EPDM...
Pagina 76
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname De dialysaat afvoer aansluiten Voorwaarden • 1 mannelijke sluitnippel (Afb. 4-6 , ③ ), materiaal 1.4571 EPDM • 1 vrouwelijke slangkoppeling ( ④ ), binnendiameter van flexibele slang 9 mm, materiaal 1.4571 EPDM • Alle beschikbaar op verzoek Verbind slang ②...
Pagina 77
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ In- en uitschakelen LET OP! In geval van schade die een veilig gebruik van de machine in twijfel kan trekken mag deze niet worden gebruikt. Informeer de betreffende klantenservice. Controleer de voorschriften over de installatie ruimte en watertoevoer.
Pagina 78
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname 4.10 Instellingen op Instelscherm Instel Instellingen Ga naar -scherm, Instellingen -scherm verschijnt: Instellingen Afb. 4-8 -scherm Datum en tijd kunnen alleen in de status programmaselectie worden ingesteld. Om de gewijzigde datum- en tijdinstellingen op te slaan, moet de machine uit- en weer ingeschakeld worden.
Pagina 79
Installatie en inbedrijfname Dialog iQ Taal instellen Talen Tik op veld Tik op lichtgroene vervolgkeuze pijl voor een lijst met geïnstalleerde talen. Selecteer taal. Schermtaal wordt gewijzigd. Helderheid van de monitor instellen Helderheid Tik op plus of min toetsen in veld...
Pagina 80
Dialog iQ Installatie en inbedrijfname IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 81
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave De machine voorbereiden op de behandeling ... 83 Voorbereiding ondersteuning..........84 De machine opbouwen ............85 Selecteer hemodialyse............86 Automatische zelftest............87 5.4.1 Functionering tijdens automatische test ... 88 5.4.2 De automatische testvolgorde beëindigen ...
Pagina 82
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 83
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege infectie! Contaminatie van de hydrofobe druksensor filter van het bloedlijn systeem kan leiden tot infectie. Als het bloed is de machine is binnengedrongen: •...
Pagina 84
• als de SAD-sensor primingvloeistof detecteert in de eerste 20 ml priming, • indien geen B. Braun bloedlijnensysteem met multiconnector wordt gebruikt, of • zodra de handmatige niveauregeling is gestart. Alarmen die de bloedpomp stoppen, vertragen de automatische niveauregeling.
Pagina 85
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ De machine opbouwen Aanbevolen posities De aanbevolen posities van de patiënt, gebruiker en machine zijn weergegeven in het volgende figuur: Patiënt Patiënttoegang Bloedlijnen Gebruiker Machine Achteraansluitingen Afb. 5-1 Posities van patiënt, gebruiker en machine...
Pagina 86
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Selecteer hemodialyse Schakel de machine in en selecteer therapietype. De behandelend arts is verantwoordelijk voor de keuze van het geschikte therapietype en de duur en de frequentie ervan, op basis van medische en geanalyseerde bevindingen en de algemene gezondheid en de conditie van de patiënt.
Pagina 87
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ tijdscontrole voor stilstandsperiodes worden ingesteld Gebruikersinstellingen van de TSM-modus. Indien geactiveerd verschijnt als de tijd is verlopen, een corresponderende waarschuwing na het inschakelen. Desinfectie HD Enkel-naalds CO HD Dubbel- Selecteer of therapie-type:...
Pagina 88
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Terwijl de machine automatische testten uitvoert kunnen de behandelpara- meters vast worden ingevoerd. Therapie type moet al zijn geselecteerd. Bloedzijde druktest met drukcompensatie Indien optie in TSM-modus is geactiveerd, zal na de druktest de overdruk in het bloedlijn systeem via de kunstnier worden afgebouwd.
Pagina 89
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.4.2 De automatische testvolgorde beëindigen Voorbereiding voorbereiden Tik op de icoon Voorbereiding zal worden onderbroken en de machine wijzigt in Programmaselectie- scherm. De automatische test wordt beëindigd. 5.4.3 Voltooiing van automatische testvolgorde Afb.
Pagina 90
Het wordt aanbevolen concentraten te gebruiken die zijn gefabriceerd door B. Braun Avitum AG. • Indien concentraten worden gebruikt die niet zijn gemaakt door B. Braun Avitum AG, moet de juiste mengverhouding en samenstelling worden gecontroleerd op het concentraat etiket.
Pagina 91
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.5.1 Centrale concentraataanvoer Als u een machine gebruikt dat is uitgerust met de optie centrale concentraat- aanvoer, hoeft het zuurconcentraat niet te worden geleverd in containers maar kan het worden verkregen van de centrale concentraataanvoer. 2...
Pagina 92
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling 5.5.2 Bicarbonaat patroon • Gebruik nooit cartridges die iets anders dan bicarbonaat bevatten. • Gebruik nooit bicarbonaatcartridges samen met concentraten die bestemd zijn voor "bicarbonaat met NaCl". • Gebruik nooit patronen die opnieuw zijn gevuld of hergebruikt.
Pagina 93
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ De bicarbonaatpatroon vervangen Als de patroon bijna leeg is, wordt het alarm voor bicarbonaatgeleidbaarheid geactiveerd en verschijnt er een informatievenster. Een bijna lege cartridge kan vervangen worden voor een alarm geactiveerd wordt.
Pagina 94
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Kunstnier aansluiten Bevestig kunstnier met machine en verbind dialysaat koppelingen met kunstnier. Bevestig de kunstnier in de kunstnierhouder: ‒ met automatisch primen, kunstnier in horizontale positie, (rood) arteriële bloedlijnensaansluiting naar links, laterale...
Pagina 95
Controleer of er geen bloedlijn geknikt is. • Kies een canulemaat die de vereiste gemiddelde bloedstroom kan leveren. Bloedlijn systemen van andere fabrikanten dan B. Braun kunnen niet worden gebruikt! Verbruiksartikelen mogen niet hun uiterste houdbaarheidsdatum overschrijden en moeten steriel zijn.
Pagina 96
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege ineffectieve drukmeting! • Zorg ervoor dat is geselecteerd voor de configuratie van de bloedlijn Gebruikersinstellingen in de modus Het bloedlijnsysteem plaatsen In deze sectie wordt beschreven hoe het bloedlijnsysteem wordt ingebracht voor bag-to-bag en waste port priming.
Pagina 97
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Sluit het deksel van de HCT-sensor. Controleer of het deksel goed gesloten is. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege arteriële luchtinfusie! • Zorg dat arteriële bloedlijn wordt ingebracht in arteriële lijnklem (SAKA).
Pagina 98
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling 25. Bag-to-bag priming: Verbind de veneuze patiëntaansluiting met een lege zak ④ en bevestig de lege zak aan de infuusstang. 26. Afvoerpoort-priming: Verbind een veneuze patiëntaansluiting met de afvalpoort ⑪ als de machine daarom vraagt.
Pagina 99
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Berekening • Voor een heparineconcentratie van 500 IE/ml in een spuit van 20 ml zijn 10.000 IE heparine nodig. 500 IU/ml * 20 ml = 10.000 IU • 10.000 IU heparine zit in 2 ml standaard heparine: 10.000 IU / 5000 IU/ml = 2 ml...
Pagina 100
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Kunstnier en bloedlijn systeem primen Met automatisch primen worden de niveaus in de bloedlijnkamers automatisch ingesteld. Vereiste gebruikersactiviteiten worden gereduceerd. In de volgende paragrafen van deze gebruiksaanwijzing voor gebruik worden alleen schermafbeeldingen voor het automatisch primen getoond.
Pagina 101
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Controleer of alle niveaus in kamers correct zijn ingesteld. Wanneer de resterende priming-hoeveelheid naar 0 is afgeteld (display:"--- ml"), stopt de bloedpomp. Primingvloeistof moet nu worden gecirculeerd. Het circuleren van de priming-vloeistof WAARSCHUWING! Risico op bloedcontaminatie voor patiënt!
Pagina 102
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Niveauregeling wordt weergegeven voor de volgende kamers: • Arteriële kamer ( ) ① : slechts actief als SNCO-bloedlijnsysteem wordt Gebruikersinstellingen gebruikt (als ingesteld in de -modus of als Enkel-naalds CO is geselecteerd) •...
Pagina 103
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.10 Instelling therapieparameters Invoer Ga naar het -scherm met behulp van de schuifbalken en tik op de Voorschriften Home icoon of tik op de snelkoppeling ① op het -scherm (Afb. 5-11 ).
Pagina 104
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Voorschriften -scherm geeft een overzicht van de meest relevante voorschriften namelijk: • therapieduur, • ultrafiltratie volume (UF-volume), • ultrafiltratiesnelheid (UF-snelheid), • heparine stoptijd, • dialysevloeistofstroom (dialysaatstroom), • heparinesnelheid, • (einde) geleidbaarheid / natriumconcentratie (indien mmol/l is geselecteerd), •...
Pagina 105
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ De volgende parameters zijn beschikbaar voor parameterprofielen: • dialysevloeistof stroom, • dialysevloeistoftemperatuur, • geleidbaarheid respectievelijk natriumconcentratie (totaal), • ultrafiltratie, • heparine, • bicarbonaat geleidbaarheid. 5.10.1 Instelling ultrafiltratieparameters Instelling ultrafiltratieparameters Invoer Tik op -icoon op -scherm.
Pagina 106
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege bovenmatige vloeistofonttrekking tijdens ultrafiltratie (UF)! • Controleer of het huidige gewicht van de patiënt overeenkomt met het geregistreerde gewicht van de patiënt. • Controleer waarde van UF-volume.
Pagina 107
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Invoer Afb. 5-14 -scherm - UF-profiel uitgeschakeld Profiel Tik op om profielselectie te activeren. Het selectiescherm voor UF-profielen verschijnt met het UF-profiel vrij . Wanneer u dit scherm de eerste keer selecteert, wordt er geen opgeslagen profiel voorgeselecteerd.
Pagina 108
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Aanduiding Profiel 3 balken • elke balk kan worden gewijzigd in hoogte en breedte Lineair • eerste en laatste balk kunnen alleen worden gewijzigd in hoogte Zaagtand • elke balk kan worden gewijzigd in hoogte en breedte...
Pagina 109
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Aanduiding Profiel Vrij • elke balk kan worden gewijzigd in hoogte en breedte Om een van de 10 vrij aanpasbare profielen te selecteren, drukt u op de toets + of - in het groepsvak Profielnr.
Pagina 110
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Instellen parameters sequentiële ultrafiltratie Sequentiële ultrafiltratie (SEQ) fases worden ingezet om tijdens de therapie grotere hoeveelheden vloeistof aan de patiënt te onttrekken binnen de vastgestelde tijdsintervallen. Tijdens sequentiële ultrafiltratie stroomt er geen dialysevloeistof door de kunstnier.
Pagina 111
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.10.2 Instelling dialysevloeistofparameters Invoer Tik op icoon op -scherm. DF-parameters worden weergegeven. Invoer Afb. 5-17 DF-parameters op -scherm Afhankelijk van het geselecteerde concentratietype (bicarbonaat of acetaat) en de gebruikte geleidingseenheid (mmol / l of mS / cm) verschijnt er iets anders op het scherm.
Pagina 112
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Parameters Bereik Description Bicarbonaat 2 tot 3,8 mS/cm — geleidbaarheid In stappen van 0,1 mS/cm (ca. 20 tot 38 mmol/l) Profiel Aan/uit Bicarbonaat geleidbaarheidsprofiel Dialysevloeistof- 34,5 tot 39,5 °C — temperatuur in stappen van 0,1 °C...
Pagina 113
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Afb. 5-18 Lineaire geleidbaarheidsprofiel Het profiel wordt verdeeld in 12 balken die de behandeltijd voorstellen. Gebaseerd op een behandeltijd van 4 uur bestrijkt elke balk 20 minuten. Lineaire Exponentiële Kies tussen distributie.
Pagina 114
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling 5.10.3 Instelling heparineparameters heparine Invoer Tik op op het -scherm. Het heparine-scherm wordt weergegeven. Invoer Afb. 5-19 Heparineparameters op -scherm De volgende parameters kunnen worden ingesteld: Parameters Bereik Description Behandeling Aan/uit...
Pagina 115
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ De meeste gewoonlijk gebruikte spuiten hebben een volume van 20 of 30 ml. De bijbehorende dilutie moet door de verantwoordelijke arts worden vastgesteld. Bij patiënten met een hoog risico op een interne bloeding (bijv. door een...
Pagina 116
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Groep Grenswaarde Description Max. delta: 10 tot 100 mmHg Limietvenster voor arteriële druk Min. delta: 10 tot 100 mmHg Max.: 100 tot 390 mmHg Absolute bovenste limiet voor veneuze druk Max. delta: 10 tot 100 mmHg Limietvenster voor veneuze druk Min.
Pagina 117
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Veneuze druk (PV) De veneuze druk PV (druk tussen kunstnier en patiënt) is de belangrijkste druk voor de veiligheid van de patiënt. Daarom kan de absolute veneuze ondergrens (Min. PV) alleen in TSM-modus door service technici worden gewijzigd.
Pagina 118
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling 5.11 Standby-modus De machine beschikt over een standby-modus voor dialysevloeistof-zijde. Hiermee kan de dialysevloeistof-zijde worden uitgeschakeld om water, concentraat en energie te besparen als de machine wordt voorbereid en niet meteen wordt gebruikt.
Pagina 119
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.12 Stroomstoring in voorbereiding Tijdens een stroomstoring in voorbereiding zal de status van deze fase worden opgeslagen. Als de netvoeding wordt hersteld, moeten alleen, indien nodig, de onderbroken werkstappen worden herhaald door de machine.
Pagina 120
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Instel Monsternamemodus Priming Afb. 5-22 -scherm, Monstername-modus Tik op Op het scherm verschijnen Begeleidende teksten voor de gebruiker voor de microbiologische monstername. Start -toets wordt actief. Afb. 5-23 Start microbiologische monstername Desinfecteer de monsterafnamepoort met isopropylalcohol.
Pagina 121
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ Start Tik op -knop. Stop Toetsbeschrijving verandert in Monstercontainer wordt gevuld met dialysevloeistof. Stop Tik op zodra de vereiste hoeveelheid is bereikt. Op het scherm verschijnen Begeleidende teksten voor de gebruiker ...
Pagina 122
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling Afb. 5-25 Monsterafnamepoort Gooi deze spuit en dit monster weg. Bevestiging de tweede steriele injectiespuit aan de monsterafnamepoort en vul zo nodig bij. Breng de monstervloeistof in de monsterfles. Let erop dat, na het verkrijgen van het monster, de vloeistof zonder onderbreking naar de monsterfles wordt overgebracht en dat de spuitpunt niet wordt verontreinigd.
Pagina 123
De machine voorbereiden op de behandeling Dialog iQ 5.14 Definitieve controles Patiënt aansluiten Nadat de voorbereiding is voltooid wordt het icoon geactiveerd. de machine is in bypass-modus. De signaallamp op de monitor verandert in geel. VOORZICHTIG! Risico op verminderde dialyse effectiviteit door lucht in kunstnier! •...
Pagina 124
Dialog iQ De machine voorbereiden op de behandeling IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 125
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Behandeling ............. 127 Patiëntgegevens controleren ........... 127 Patiënt aansluiten en therapie starten ......129 Tijdens therapie ............... 132 6.3.1 Niveauregeling ..134 6.3.2 Bewaking druklimieten bloedzijde ..135 6.3.3 Behandeling bij minimale UF-snelheid ..
Pagina 126
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 127
Behandeling Dialog iQ Behandeling Patiëntgegevens controleren Patiënt aansluiten Nadat de voorbereiding is voltooid wordt het icoon geactiveerd. De machine is in bypass. De signaallamp op de monitor verandert in geel. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde behandelparameters! Therapieparameters moeten aannemelijk zijn en voldoen aan het medisch voorschrift.
Pagina 128
Dialog iQ Behandeling VOORZICHTIG! Risico voor de patiënt vanwege inadequate bewaking van therapie- parameters! Enter Indien er maar één of geen akoestische signalen klinken, de toets knippert op de monitor, of als de weergegeven therapieparameters afwijkingen vertonen, is de machine defect en mag niet worden gebruikt! Annuleren •...
Pagina 129
Behandeling Dialog iQ Patiënt aansluiten en therapie starten WAARSCHUWING! Risico voor patiënten met centraal veneuze katheter door lekstromen! • Controleer of potentiaalvereffening tot stand is gebracht om ervoor te zorgen dat de patiënten lekstroom voldoet aan de grenswaarden voor het type CF toegepaste onderdelen.
Pagina 130
Dialog iQ Behandeling Rode aansluiting van de Patiënt Sluit de arteriële lijn aan op de patiënt. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege contaminatie! De primingzak kan verontreinigd worden met pyrogenen, endotoxinen of bacteriën indien de veneuze aansluiting niet is ontkoppeld voordat het bloed van de patiënt de primingzak bereikt!
Pagina 131
Behandeling Dialog iQ WAARSCHUWING! Risico op lage bloedflow en dus verminderde behandelingseffectiviteit! Als de gebruiker de klem op de arteriële lijn niet kan openen of de arteriële patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt niet kan openen, ontstaat er een extreem negatieve druk.
Pagina 132
Dialog iQ Behandeling Tijdens therapie WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege bloedverlies! De standaard bewakingsfunctie van de machine kan niet het ontkoppelen of wegglijden van canules veilig detecteren. • Zorg dat de patiënttoegang altijd volledig zichtbaar blijft tijdens therapie. •...
Pagina 133
Behandeling Dialog iQ WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege bovenmatige vloeistofverwijdering tijdens ultrafiltratie (UF)! Indien veiligheidsrelevante parameters zijn veranderd tijdens de therapie en vlak voor er een stroomstoring is opgetreden, kunnen zodra de stroom is hersteld en de machine is herstart het geaccumuleerde UF-volume en de therapieduur onjuiste waarden bevatten.
Pagina 134
Dialog iQ Behandeling 6.3.1 Niveauregeling Met niveauregeling kan de gebruiker vloeistofniveaus in de kamers instellen door de overeenkomstige pictogrammen op het scherm aan te raken. Kamerniveaus kunnen alleen worden ingesteld als de bloedpomp draait. Welke kamers actief zijn, hangt af van het gebruikte bloedlijn systeem.
Pagina 135
Behandeling Dialog iQ Activeren van niveauregeling Tik op icoon ④ . Toetsen voor verhogen of verlagen kamerniveaus zijn ingeschakeld. Niveauregeling wordt automatisch na 20 seconden gedeactiveerd als geen toets wordt aangeraakt. Niveau verhogen Tik op pijl omhoog om het niveau van de betreffende kamer iets te verhogen.
Pagina 136
Dialog iQ Behandeling Arteriële druk (PA) Arteriële ingangsdruk (PA, druk tussen patiënt en bloedpomp) wordt automatisch bewaakt met ingestelde limieten. 10 seconden nadat de bloedpomp is gestart wordt het limietvenster ingesteld. De maximale ondergrenswaarde kan in de TSM-modus worden ingesteld op -400 mmHg.
Pagina 137
Behandeling Dialog iQ Wanneer de limiet wordt overschreden, verschijnt een alarm. Als de PBE- toename niet wordt bewaakt, kan de deltawaarde worden aangepast tot de maximale PBE-limiet. 6.3.3 Behandeling bij minimale UF-snelheid Behandeling bij minimale ultrafiltratie snelheid (UF) kan worden geactiveerd...
Pagina 138
Dialog iQ Behandeling 6.3.4 Sequentiële ultrafiltratie (SEQ UF) Sequentiele ultrafiltratiefasen (SEQ) worden gebruikt om vocht uit het bloed van de patiënt te trekken. SEQ-parameters kunnen ook worden ingesteld in de voorbereiding (zie sectie 5.10.1 Instelling ultrafiltratieparameters (105)). Invoer Selecteer het scherm.
Pagina 139
Behandeling Dialog iQ 6.3.5 Heparinebolus Tik op het heparinebolus-icoon in het venster ① of ga via kubuszijde Invoer Heparine indicator/schuifbalken naar het -scherm, Heparine -scherm wordt geopend. Snelkoppeling naar heparine gegevens- scherm Heparine volume Gegeven heparine- volume Bolus starten/stoppen Afb.
Pagina 140
Dialog iQ Behandeling 6.3.6 Noodscherm 6.3.6.1 Vloeistofbolus Met de bolusfunctie op het Nood -scherm kan de infusie van een vastgesteld vloeistofvolume naar de patiënt plaatsvinden. Afhankelijk van de configuratie van de machine, is er sprake van een arteriële bolus (HD machine) of infusiebolus (HDF machine).
Pagina 141
Behandeling Dialog iQ Start bolus Totale bolusvolume gegeven binnen therapie [ml] Actueel gegeven bolus [ml] Doel bolus [ml] Voortgangsbalk voor lopende bolus Start bolus Nood Afb. 6-8 -scherm Start bolus Tik op ① . Bloedpomp stopt. Er verschijnt een venster.
Pagina 142
Dialog iQ Behandeling WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege arteriële luchtinfusie! De infusielijn moet worden ontlucht om luchtinfusie te voorkomen. • Zorg dat de infusielijn van de zoutoplossingsbron wordt ontlucht voordat deze wordt verbonden met de arteriële lijn. Bevestig de infusiezak met fysiologische zoutoplossing (Afb. 6-10 , ④ ) aan de infusiestang.
Pagina 143
Behandeling Dialog iQ Nood Afb. 6-11 -scherm - Bolus voltooid 11. Nadat de bolus is toegediend, sluit de klem op de arteriële infusie- connector ① . De infusiezak kan worden verwijderd. 12. Tik op om te bevestigen. Nood 13. Verlaat -scherm.
Pagina 144
Dialog iQ Behandeling 6.3.6.2 Verdere functies op het noodscherm Minimale UF Stel ultrafiltratie op een minimum in. Min. bloedstroom Stel de bloedstroom op een minimum in. ABPM Uitlezen en weergave van de bloeddrukwaarden. Verlaten Sluit het scherm. 6.3.7 Grafische voorstelling van de behandelparameters (Trend) WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde behandelparameters!
Pagina 145
Behandeling Dialog iQ Om een andere grafiek te selecteren, tikt u op de parameternaam in het displaygebied ① . Een keuzelijst verschijnt met een opsomming van de parameters die kunnen worden geselecteerd voor trendweergave: • Kt/V, • veneuze druk (PV), •...
Pagina 146
Dialog iQ Behandeling • arteriële druk (PA), • ingangsdruk bloedzijde (PBE), • werkelijke bloedstroom, • systolische/diastolische bloeddruk (SYS/DIA), • ABPM: pulsfrequentie, • relatief bloedvolume (Δ Bloedvolume), • zuurstofverzadiging (spO • ultrafiltratiesnelheid (UF-snelheid), • dialysevloeistofstroom (dialysaatstroom), • URR (alleen als Kt/V niet is geselecteerd in TSM-modus), •...
Pagina 148
Dialog iQ Behandeling 6.3.8 Hemodialyse (Bypass) onderbreken Tik op bypass-icoon. De machine schakelt naar bypass. Hemodialyse is onderbroken. Signaallamp op de monitor wordt geel. Bypass Weergave van de therapiefase in de hoofdomlijsting gaat naar Tik opnieuw op bypass-icoon.
Pagina 149
Behandeling Dialog iQ Selecteer het behandelingstype. Bereid de machine voor met het nieuwe bloedlijnsysteem (zie secties 5.6 Kunstnier aansluiten (94) en 5.7 Bloedlijn systeem inbrengen (95)). Start de nieuwe therapie met het resterende, vooraf genoteerde UF-volume. 6.3.10 Therapie-onderbreking voor patiëntpauze Deze sectie beschrijft de therapie-onderbreking voor een patiëntpauze,...
Pagina 150
Dialog iQ Behandeling Afb. 6-17 Therapie-onderbreking - Circuleren WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege allergische reacties! • De arts van de verantwoordelijk organisatie moet beslissen hoe de patiënt moet worden afgesloten. • Let op mogelijk reacties tussen het circuleren van het bloed en het oppervlak van het extracorporale circuit als de patiënt tijdelijk is afgesloten.
Pagina 151
Behandeling Dialog iQ Sluit de patiënt na de therapie-onderbreking opnieuw aan Home Bloedpomp stoppen. Volg de instructies op -scherm. Afb. 6-18 Therapie-onderbreking - Opnieuw aansluiten Klem bloedlijnen vast. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege lucht in het bloedlijn systeem! •...
Pagina 152
Dialog iQ Behandeling Einde behandeling Na afloop van de behandeling klinkt er een geluidssignaal en wordt het bericht Behandelduur verstreken weergegeven. De signaallamp op de monitor wordt geel. • De UF-snelheid wordt op 50 ml/h ingesteld. • De bloedpomp blijft draaien.
Pagina 153
Behandeling Dialog iQ Reïnfusie Deze sectie beschrijft reïnfusie met behulp van een zak zoutoplossing. Voor reïnfusie met behulp van de vervangingspoort van de HDF-machine, zie sectie 8.5 Einde van HDF/HF therapie (200). De machine bewaakt de reïnfusiehoeveelheid. Tijdens reïnfusie worden de limieten ingesteld op hun maximale waarden.
Pagina 154
Dialog iQ Behandeling VOORZICHTIG! Risico voor de patiënt vanwege bloedverlies! Bloed zal verloren gaan als de gebruiker de klemmen van de patiënt- aansluiting niet sluit voordat de bloedlijn wordt losgekoppeld. • Sluit arteriële klem op de patiëntaansluiting voordat de arteriële lijn wordt losgekoppeld.
Pagina 155
Behandeling Dialog iQ Start/Stop Indien reïnfusie wordt voortgezet, druk op om bloedpomp te starten. De machine dient nog eens 360 ml toe of 5 minuten langer. Nadat de reïnfusie is afgelopen, sluit u de klem op de veneuze patiëntaansluiting.
Pagina 156
Dialog iQ Behandeling ‒ relatieve bloedvolume (Δ BV) ‒ bicarbonaat geleidbaarheid ‒ zuurstofsaturatie (pO -saturatie) ‒ (definitieve) geleidbaarheid ‒ verstreken therapietijd ‒ totale substitutiehoeveelheid ‒ Kt/V ‒ heparinevolume ‒ dialysevloeistoftemperatuur IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 157
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Nabehandeling............159 Verbruiksartikelen ledigen..........159 Dialysevloeistoffilter (DF-filter) ......... 161 7.2.1 Gebruik en bedrijfsmodus ..161 7.2.2 Desinfectie van DF-filter ..161 7.2.3 DF/HDF filter vervangen ..162 Verwijderen van afvalproducten........165 Desinfectie ............... 166 7.4.1...
Pagina 158
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 159
Nabehandeling Dialog iQ Nabehandeling Verbruiksartikelen ledigen Automatisch ledigen kan door bevoegde gebruikers worden ingesteld in Gebruikersinstellingen. Met automatische draineren worden de kunstnier en de Bic-patroon automatisch gedraineerd zodra de blauwe dialysaatkoppeling op de spoelbrug is. Kunstnier ledigen Kunstnier ledigen Tik op icoon Volg de instructies op het scherm: Verbind de blauwe dialysaatkoppeling met de spoelbrug.
Pagina 160
Dialog iQ Nabehandeling Verbruiksartikelen verwijderen Zodra kunstnier, Bic-patroon en het bloedlijn systeem zijn geledigd, wordt de bloedpomp gestopt. Als een concentraatzak wordt verwijderd, moet de klem op de concentraatzak connector worden gesloten voordat de concentraatlijn wordt losgekoppeld om te voorkomen dat er vloeistof ontsnapt.
Pagina 161
Nabehandeling Dialog iQ Dialysevloeistoffilter (DF-filter) 7.2.1 Gebruik en bedrijfsmodus Het dialysevloeistoffilter is een hol vezelfilter. Het wordt gebruikt om ultrapure dialysevloeistof te produceren voor dialysebehandelingen. Zelfs als de machine correct gereinigd en gedesinfecteerd is, kunnen het permeaat en het bicarbonaatconcentraat, in tegenstelling tot het autosteriele zuurconcentraat, bronnen van mogelijke verontreiniging zijn.
Pagina 162
Dialog iQ Nabehandeling 7.2.3 DF/HDF filter vervangen De machine bewaakt de resterende behandeluren van dialysevloeistof (DF) en HDF-filter evenals het aantal uitgevoerde behandelingen. Behandeluren zijn uren in therapie en uren in voorbereiding en desinfectie. Wanneer ofwel de ingestelde behandeluren ofwel het ingestelde aantal behandelingen zijn verlopen, wordt er een waarschuwing weergegeven op het scherm.
Pagina 163
Nabehandeling Dialog iQ Start Raak om te bevestigen. De filterledigen wordt gestart en het volgende bevestigingsvenster verschijnt: Afb. 7-3 Bevestigingsvenster filter vervangen In het (rode) alarmveld verschijnt een melding waarin wordt gevraagd om het dialysevloeistofcircuit te openen. Verwijder volgens het bericht de blauwe koppeling van de spoelbrug (HD- machine) of open (witte) substitutiepoort (HDF-machine).
Pagina 164
Dialog iQ Nabehandeling Open het filterdeksel aan de achterzijde van machine door het draaislot 90 graden naar rechts te draaien. Het draaislot is open als de positie verticaal is. De DF-filter ① en HDF-filter ② zijn toegankelijk. DF filter HDF-filter Afb.
Pagina 165
Nabehandeling Dialog iQ 15. Tik op om filterdata te resetten. 16. Doe een desinfectie met citroenzuur 50 %. LET OP! De behandelingstijd en het aantal behandelingen moeten worden gereset na installatie/wisseling van het filter, zoals hierboven aangegeven, om de alarmafhandeling te handhaven.
Pagina 166
• Gebruik alleen desinfectiemethodes vastgesteld en goedgekeurd door B. Braun. • Zorg dat desinfectiemethode en desinfectiemiddel bij elkaar passen. Anders stelt B. Braun zich niet aansprakelijk voor de geschonden staat van de machine. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 167
Nabehandeling Dialog iQ De machine is uitgerust met een veiligheidsfunctie die de desinfectie geleidbaarheid limieten bewaakt om onopzettelijk gebruik van het verkeerde desinfectiemiddel te voorkomen. chemische desinfectie machine worden resten desinfectiemiddel verwijderd met gecontroleerde spoelhoeveelheden. 7.4.1 Desinfectiemethoden desinfectieprogramma zijn volgende...
Pagina 168
Dialog iQ Nabehandeling De meeste desinfectieparameters, zoals inlaathoeveelheid, desinfectietijd en -temperatuur of spoeltijd, kunnen alleen door de technische dienst in TSM- modus worden ingesteld! Parameters worden beschreven in sectie 10.13 Desinfectie parameters (238). De studie met betrekking tot de testprocedure, waarmee de efficiëntie van de sanitisatie of desinfectie is gecontroleerd, is beschikbaar op verzoek.
Pagina 169
Nabehandeling Dialog iQ 7.4.3.2 Desinfectieprogramma selecteren De desinfectie van machines kan handmatig worden gestart voor of na behandeling. Om de machine voor de behandeling te desinfecteren, selecteer desinfectie direct na inschakelen van de machine, alvorens een therapietype te selecteren. Gebruikersinstellingen...
Pagina 170
Dialog iQ Nabehandeling 7.4.4 Desinfectie en reiniging van de machine 7.4.4.1 Thermische desinfectie citroenzuur De machine moet na iedere bicarbonaatdialyse worden gedesinfecteerd met citroenzuur 50 % om verkalking te voorkomen. Om te beginnen met de thermische desinfectie met citroenzuur, selecteert u...
Pagina 171
Nabehandeling Dialog iQ 7.4.4.2 Thermische desinfectie LET OP! Gebruik de thermische desinfectie alleen in uitzonderlijke gevallen omdat de kiemremmende werking niet voldoende is voor normale toepassing. Na bicarbonaatdialyse moet de machine ontkalkt worden, dit kan niet worden bereikt met thermische desinfectie.
Pagina 172
Dialog iQ Nabehandeling 7.4.4.3 Spoelen WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege contaminatie van machine! De machine moet doeltreffend worden gedesinfecteerd. Spoelen is geen vervanging voor desinfectie van de machine. • Desinfecteer de machine afzonderlijk voor het spoelen. Na desinfectie en korte wachttijden kan de pomp worden gespoeld om het dialysevloeistofcircuit van de machine te reinigen.
Pagina 173
Nabehandeling Dialog iQ 7.4.4.4 Automatisch ontkalken WAARSCHUWING! Gevaar voor de patiënt door ongecontroleerde ultrafiltratie! Een verkalkt dialysevloeistoffilter kan resulteren in afwijkingen van de UF- snelheid bij de volgende behandeling. • Ontkalk machine dialysevloeistoffilter elke bicarbonaatdialyse. Als citroenzuur 50 % voor desinfectie wordt gebruikt, is ontkalking van de machine niet vereist.
Pagina 174
Dialog iQ Nabehandeling Automatische ontkalking kan in elke fase van het proces onderbroken Desinfectie worden. De machine gaat naar het -scherm en het uitspoelen van het zuur zal uitgevoerd worden. Naderhand zal desinfectiespoeling automatisch uitgevoerd worden. 7.4.5 Centrale desinfectie en reiniging De machine biedt de optie van chemische of thermische desinfectie of het spoelen van de wateraanvoerslang vanaf de centrale watervoorziening.
Pagina 175
Nabehandeling Dialog iQ 7.4.5.1 Centrale thermisch desinfectie De machine moet vrij zijn van concentraten en desinfectiemiddelen. Voer een spoelprocedure uit of desinfecteer de machine vóór het begin van de centrale thermische desinfectie! Centraal Om de centrale thermische desinfectie te starten, selecteert u...
Pagina 176
Dialog iQ Nabehandeling 7.4.5.2 Centrale handmatige chemische desinfectie WAARSCHUWING! Risico op vergiftiging van de patiënt! Desinfectie middelen kunnen achtergebleven zijn in de centrale waterverzorging. • Installeer bij centrale desinfectie een waarschuwingsteken op de machine, Gevaar voor de patiënt! Ontsmettingsmiddel in watertoevoerleiding! bijv.
Pagina 177
Nabehandeling Dialog iQ In het eerste deel van deze desinfectiemethode wordt ontsmettingsmiddel uit de centrale watertoevoer gehaald en door de machine gepompt (Afb. 7-10, ①). Gebruikersinstellingen Inlaatstroom ③ en inlaattijd ④ zijn vooringesteld in de modus. Na afloop van de ingestelde tijd wordt de inlaattoevoer gestopt.
Pagina 178
Dialog iQ Nabehandeling Afb. 7-11 Centrale automatische chemische desinfectie - desinfectie-fase Deze desinfectiemethode wordt in de volgende stappen uitgevoerd: • desinfectiemiddel wordt uit de centrale watervoorziening gehaald, • inwerkingstelling zonder circulation, • automatische uitschakeling, • na het handmatig of automatisch inschakelen wordt het resterende desinfectiemiddel automatisch uitgespoeld.
Pagina 179
Nabehandeling Dialog iQ De leidingen van de centrale watervoorziening moeten vrij van desinfectie- middelen zijn voordat de retentietijd is verstreken, d.w.z. voordat de machine handmatig of automatisch wordt ingeschakeld! Nadat de chemische desinfectie is voltooid, vraagt de machine om ervoor te zorgen dat er geen desinfectiemiddel meer overblijft (zie 7.4.6 Controleren op...
Pagina 180
Dialog iQ Nabehandeling De blauwe kleur van de voortgangsbalk geeft aan dat koud permeaat wordt aangezogen en uitgespoeld. De volgende stappen worden cyclisch uitgevoerd: • koud permeaat wordt uit de centrale watertoevoer gehaald (inlaatstroom- snelheid is ingesteld in de TSM-modus), •...
Pagina 181
Nabehandeling Dialog iQ De volgende indicatoren kunnen gebruikt worden om te controleren of het systeem vrij is van desinfectans: Desinfectie middel Indicator Citroenzuur 50 % Niet vereist Puristeril 340 Kaliumjodide zetmeelpapier Als de machine desinfectiemiddel bevat: Herinner me later Raak aan.
Pagina 182
Dialog iQ Nabehandeling 7.4.8 Automatische uitschakeling Auto uit Auto uit De functie schakelt de machine automatisch uit bij stationair spoelen, dat na de desinfectie wordt gestart. De standaardinstelling van deze functie standaarduitschakeltijd zijn vooraf ingesteld modus Gebruikersinstellingen Automatisch uitschakelen tijdens het spoelen in...
Pagina 183
Nabehandeling Dialog iQ Resterende tijd desinfectie begint de machine stationair spoelen. Het programmakeuzescherm wordt geopend en geeft de resterende tijd aan tot automatische uitschakeling (Afb. 7-16 ). Indien de resterende tijd 30 bijv. minuten is, schakelt de machine 30 minuten na dat de desinfectie is voltooid uit, in het geval dat er door de gebruiker geen actie wordt ondernomen.
Pagina 184
Dialog iQ Nabehandeling 7.4.9 Wekelijkse desinfectie Wekelijks desinfecteerprogramma vereenvoudigt de configuratie van het normale desinfecteren. Men kan een desinfectie programmeren op tijden waarop geen personeel aanwezig is. Men kan maximaal 21 keer een desinfectie programmeren. Er moet ten minste 1 uur tussen 2 maal desinfecteren liggen.
Pagina 185
Nabehandeling Dialog iQ Wekelijkse desinfectie kan alleen worden uitgevoerd na automatische start van de machine. Indien de machine handmatig was uitgeschakeld, moet het handmatig worden ingeschakeld voordat desinfectie kan starten! 7.4.10 Desinfectie-historie Desinfectie- Uitgevoerde desinfecties worden vermeld in het scherm...
Pagina 186
Nabehandeling Desinfectie en reiniging van oppervlak 7.5.1 Reinigingsmiddelen De in onderstaande tabel vermelde producten voor oppervlaktedesinfectie en -reiniging zijn een uittreksel van het B. Braun productassortiment. Andere producten en hun technische gegevens zijn beschikbaar op verzoek. Product Concentratie Fabrikant Meliseptol 100 % B.
Pagina 187
Nabehandeling Dialog iQ Reiniging monitor en behuizing Reinig behuizingsonderdelen en de monitor met een gevalideerd reinigingsmiddel (zie tabel hierboven). Gebruik schoonmaakmiddelen alleen conform bijbehorende gebruikershandleiding. Reinigen van het voetstuk met uitsparing en leksensor Vloeistof gedetecteerd door de leksensor Het alarm wordt geactiveerd zodra 400 ml vloeistof wordt gedetecteerd door de leksensor.
Pagina 188
Accu's moeten worden gedemonteerd voordat de machine wordt verwijderd (bel de technische service). B. Braun Avitum AG garandeert dat reserveonderdelen en oude apparaten worden teruggenomen. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 189
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave HDF Online/HF Online ..........191 Voorbereiden voor hemodiafiltratie/hemofiltratie ..... 191 8.1.1 Selecteer HDF/HF ..191 8.1.2 Het invoeren van HDF/HF parameters op het invoerscherm ..192 8.1.3 Bloedlijn systeem inbrengen ..193 8.1.4 Primen van bloedlijn systeem met vloeistof van de substitutie poort ..
Pagina 190
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 191
HDF Online/HF Online Dialog iQ HDF Online/HF Online Naast hemodialyse bieden HDF-apparaten de behandelingstypes hemodiafiltratie (HDF) en hemofiltratie (HF), waarin substitutie vloeistof online wordt voorbereid door de machine. De machine maakt HDF Online- en HF Online-behandelingen mogelijk met pre- of post dilutie.
Pagina 192
Dialog iQ HDF Online/HF Online Volg de instructies op het scherm. Sluit desgewenst de betreffende concentraten aan (zie sectie 5.5 Concentraat aansluiten (90)). 8.1.2 Het invoeren van HDF/HF parameters op het invoerscherm Invoer Tik op icoon -scherm. HDF/HF online parameters worden weergegeven.
Pagina 193
HDF Online/HF Online Dialog iQ HDF/HF-modus kan worden geactiveerd tijdens een lopende therapie. In dit geval zal de daarna verbonden substitutie lijn niet op lekken worden getest. Bij het aansluiten van de lijn moet er extra voorzichtigheid worden betracht: de gebruiker moet zorgen voor een grondige ontluchting en stevigheid van de verbindingen.
Pagina 194
Dialog iQ HDF Online/HF Online Sluit de arteriële (rode) bloedlijn aan op de linker-/onderkant van de kunstnier ③ . Controleer daarbij kleurcodering: kunstnierkoppeling en bloedlijn- connector moeten dezelfde kleur hebben bij hetzelfde kunstnier uiteinde. Indien aanwezig: Open de deksel van de HCT-sensor ⑭ en plaats de arteriële lijn.
Pagina 195
HDF Online/HF Online Dialog iQ 19. Open deksel van substitutie pomp ⑨ . 20. Plaats multiconnector van de substitutieleiding en sluit het deksel van de substitutiepomp. Substitutie pomp brengt automatisch pompsegment in. 21. Sluit alle klemmen op de serviceleidingen (injectiepoorten enz.).
Pagina 196
Dialog iQ HDF Online/HF Online 8.1.4 Primen van bloedlijn systeem met vloeistof van de substitutie poort HDF-apparaten maken het mogelijk het bloedlijnsysteem en de kunstnier te primen substitutie vloeistof, voorbereid door machine. Substitutievloeistof wordt afgenomen van de substitutiepoort en vloeit terug naar de afvoerpoort van de machine.
Pagina 197
HDF Online/HF Online Dialog iQ Voorbereiden voor standaard HD met vloeistof uit substitutie poort Het is mogelijk substitutie vloeistof van de substitutie poort te gebruiken om te primen voor standaard HD-behandeling zonder substitutie lijn. HD dubbelnaalds Programmaselectie Tik op op het scherm Bevestig de kunstnier in de kunstnierhouder: kunstnier in horizontale positie, (rood) arteriële bloedleidingconnector links, Hansen zijverbin-...
Pagina 198
Dialog iQ HDF Online/HF Online Patiënt aansluiten en hemodiafiltratie/hemofiltratie starten Home Zodra de patiëntgegevens zijn bevestigd, wordt het -scherm Patiënt aansluiten weergegeven met de instructie HDF-machines ondersteunen zowel de witte als rode aansluiting van de patiënt (zie sectie 6.2 Patiënt aansluiten en therapie starten (129)). In dit hoofdstuk wordt alleen de rode verbinding beschreven.
Pagina 199
HDF Online/HF Online Dialog iQ Tijdens hemodiafiltratie/hemofiltratie Net als tijdens de hemodialyse zijn de volgende extra functies beschikbaar tijdens HDF/HF: • Behandeling met minimale UF rate • Toediening van een heparine bolus • toediening van een infusiebolus • Onderbreking van hemodiafiltratie/hemofiltratie Infusiebolus Als de substitutiestroom wordt onderbroken (bijv.
Pagina 200
Dialog iQ HDF Online/HF Online WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege luchtinfusie! • Controleer op goede verbinding vóór de bloedpomp. • Controleer of de infusiepoort is gesloten nadat de infusiebolus was gegeven. Voor een infusiebolus moet de substitutielijn op de substitutiepoort worden Nood aangesloten.
Pagina 201
HDF Online/HF Online Dialog iQ VOORZICHTIG! Risico voor de patiënt vanwege bloedverlies! Bloed zal verloren gaan als de gebruiker de klemmen van de patiënt- aansluiting niet sluit voordat de bloedlijn wordt losgekoppeld. • Sluit arteriële klem op de patiëntaansluiting voordat de arteriële lijn wordt losgekoppeld.
Pagina 202
Dialog iQ HDF Online/HF Online Bloedpomp starten. De teruggegeven bloedhoeveelheid ① wordt aangegeven op het scherm. Afb. 8-4 Reïnfusie -scherm De bloedpomp stopt automatisch nadat 360 ml is gegeven of wanneer een reïnfusietijd van 5 minuten is verstreken of wanneer substitutie- vloeistof wordt gedetecteerd bij de rode detector (RDV).
Pagina 203
HDF Online/HF Online Dialog iQ HDF filterstatus controleren Regelmatige desinfectie na/voor dialyse wordt beschreven in hoofdstuk Desinfectie. Filter Instellingen Tik op icoon -scherm. De resterende tijd en resterende behandelingen van DF en HDF-filter worden weergegeven. Instellingen Filter Afb. 8-5...
Pagina 204
Dialog iQ HDF Online/HF Online IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 205
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Enkel-naalds behandeling........207 Enkelnaalds cross-over (SNCO)........208 9.1.1 Omschakelen naar SNCO procedure ..208 9.1.2 De SNCO-therapie voorbereiden ..209 9.1.3 Niveauregeling in enkel-naalds procedure ..213 9.1.4 De SNCO-therapie uitvoeren ..214 9.1.5 Eindigen van de SNCO-therapie ..
Pagina 206
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 207
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ Enkel-naalds behandeling WAARSCHUWING! Risico voor patiënten van enkel-naalds procedure of voor patiënten met centraal veneuze katheter! Negatieve druk kan lucht in het bloedlijn systeem veroorzaken. • Sluit de veneuze bloedlijn stevig aan op de patiëntaansluiting om te voorkomen dat lucht aan de patiënt wordt toegediend.
Pagina 208
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling Enkelnaalds cross-over (SNCO) 9.1.1 Omschakelen naar SNCO procedure SNCO-therapie kan binnen een lopende behandeling met twee naalden (DN) worden geactiveerd, bijvoorbeeld als een naald van een patiënt niet langer kan worden gebruikt. Overstappen naar SNCO-therapie is alleen mogelijk bij gebruik van een...
Pagina 209
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ 9.1.2 De SNCO-therapie voorbereiden Instrumenten en materialen • SNCO-bloedlijnsysteem HD SNCO-modus starten HD Enkel-naalds CO Programmaselectie Tik op icoon op het scherm Programmaselectie Afb. 9-2 -scherm Start -scherm voor HD SNCO procedure wordt weergegeven. De machine start de automatische testsequentie.
Pagina 210
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling Kunstnier en bloedlijnen inbrengen WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt door bloedverlies of hemolyse! Het gebruik van een defect bloedlijnsysteem of lekken in het bloedlijnsysteem, stroomopwaarts van de lijnklem, leiden tot bloedverlies. Een nauwe doorgang in het extracorporale circuit (bijv. knikken in de bloedlijn of te dunne canules) kunnen hemolyse veroorzaken.
Pagina 211
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ Sluit de deksel van de bloedpomp. Sluit de arteriële (rode) bloedlijn aan op de linker-/onderkant van de kunstnier ③ . Controleer daarbij kleurcodering: kunstnierkoppeling en bloedlijn- connector moeten dezelfde kleur hebben bij hetzelfde kunstnier uiteinde. Indien aanwezig opent u de kap van de hematocriet (HCT) sensor ⑩ en breng de arteriële bloedlijn in.
Pagina 212
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling 21. Sluit de arteriële patiëntaansluiting van het bloedlijnsysteem aan op een primezak met NaCl (tot 2,5 kg) en bevestig de primezak aan de infuusstang. 22. Bag-to-bag-priming: Verbind de veneuze patiëntaansluiting met de lege zak. 23. Waste port priming: Verbind de veneuze patiëntaansluiting met de afvoerpoort.
Pagina 213
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ 9.1.3 Niveauregeling in enkel-naalds procedure WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege infectie! Contaminatie van de hydrofobe druksensor filter van het bloedlijn systeem kan leiden tot infectie. Als het bloed is de machine is binnengedrongen: • Instrueer de technische dienst om de volgende onderdelen aan de machinekant te vervangen: Luer-lock-verbinding, interne verbindingstube en het filter van de hydrofobe druksensor.
Pagina 214
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling 9.1.4 De SNCO-therapie uitvoeren Patiënt aansluiten en therapie starten SNCO-therapie ondersteunt zowel de witte als rode aansluiting van de patiënt (zie sectie 6.2 Patiënt aansluiten en therapie starten (129)). In dit hoofdstuk wordt alleen de rode verbinding beschreven.
Pagina 215
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ Instellen SNCO-modus: Auto-modus Uit Als Auto-modus Uit is geselecteerd, moeten de bloedpompsnelheid, arteriële en veneuze controledruk (CO PA/CO PV) worden ingesteld door de gebruiker. Het fasevolume wordt afgeleid van deze instellingen. Afb. 9-4 Enkel-naalds cross-over (SNCO) handmatige modus...
Pagina 216
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling Instellen SNCO-modus: Auto-modus Aan Als Auto modus Aan wordt geselecteerd, moet de gebruiker het type patiëntingang - katheter of canule - en ingestelde fasevolume selecteren. Bloedpompsnelheid wordt automatisch ingesteld volgens ingestelde fasevolume. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verminderde dialyse effectiviteit! Een hoge recirculatie verhouding met een klein fasevolume, reduceert de effectiviteit van dialyse.
Pagina 217
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ Aangezien de bloedstroom automatisch wordt aangepast in Auto-modus Aan, kan deze worden verlaagd naar en minimale waarde van 30 ml/min. Om te voorkomen dat de behandeleffectiviteit minder is door lage bloedstromen: • Controleer de actuele bloedstroom met regelmatige tussenpozen tijdens de therapie, •...
Pagina 218
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling ‒ Verhogen fasevolume: Verhoog het interval tussen CO PA en CO PV. ‒ Verlagen fasevolume: Verlaag het interval tussen CO PA en CO PV. Bij herhaalde alarmen Fasevolume te laag in Auto-modus Uit: verlaag kortstondig de pompsnelheid.
Pagina 219
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ Enkelnaaldsklep (SNV) Enkel-naalds klep (SNV) is een noodtechniek en mag alleen worden gebruikt in noodgevallen! Indien een naald niet langer kan worden gebruikt tijdens een lopende dubbelnaalds (DN) therapie, verander dan naar SNV en voltooi de behandeling.
Pagina 220
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling Tik op icoon. Het enkelnaalds-scherm verschijnt. Afb. 9-7 Enkelnaalds-scherm Behandelmodus Selecteer in het groepsvak om de SNV-therapie te Enter wijzigen en druk op de -toets om te bevestigen. Sluit klem op ingang arteriële en veneuze patiëntingang.
Pagina 221
Enkel-naalds behandeling Dialog iQ WAARSCHUWING! Risico op lage bloedstroom en dus verminderde behandelingseffectiviteit! Als de gebruiker de klem op de arteriële lijn niet kan openen of de arteriële patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt niet kan openen, ontstaat er een extreem negatieve arteriële druk.
Pagina 222
Dialog iQ Enkel-naalds behandeling Tijdens dialyse Observeer het niveau in de veneuze kamer. Zo nodig niveau wijzigen met niveauregeling. Zorg dat het fasevolume niet onder 12 ml valt. Fasevolume reageert op: • wijzigingen in de bloedstroom, • wijzigingen in de controledruk, •...
Pagina 224
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 225
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Gebruikersinstellingen De machine biedt een modus zodat bevoegde gebruikers parameters die zelden worden gewijzigd kunnen instellen. Gebruikersinstellingen Toegang tot de modus is alleen mogelijk met een PIN- code. Alleen bevoegde gebruikers kunnen parameters veranderen Gebruikersinstellingen en alleen in overleg met de verantwoordelijke arts!
Pagina 226
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Gebruikersinstellingen Afb. 10-2 - lijst van parametergroepen Tik op parametergroep die moet worden gewijzigd. Er gaat een menu open waarmee parameters of standaards kunnen worden ingesteld of gewijzigd zoals beschreven in de volgende secties. Sommige parameters kunnen alleen worden omgezet in TSM-modus door de technische service.
Pagina 227
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.1 Parameters primen Spoelparameters Gebruikersinstellingen Selecteer Priming parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description Primen met circulatie Ja/Nee Ja. Van gebruiker wordt verwacht dat hij arteriële en veneuze lijn na primen aansluit. De bloedpomp wordt herstart na bloedzijde test.
Pagina 228
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Bloedpomp spoeltijd h:min Parameters voor bloedpomp tijdens ultrafiltratie spoelen van Bloedpomp ml/h kunstnier. spoelsnelheid Bloedpomp spoelvolume 10.2 Bloedzijde parameters Bloedzijde parameters Gebruikersinstellingen Selecteer Bloedzijde parameters worden weergegeven. Bloedstroom tijdens verbinden van patiënt en reïnfusie kan worden ingesteld in dit menu.
Pagina 229
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.3 Ultrafiltratie parameters UF-parameters Gebruikersinstellingen Selecteer Ultrafiltratie (UF) parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description Minimale UF-snelheid ml/h UF-snelheid schakelt terug naar de ingestelde min. UF-snelheid. UF-snelheids- Ja/Nee Ja: na fases met min. UF, wordt compensatie resterend UF-volume gecompen- seerd door hogere UF-snelheid.
Pagina 230
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Bruto UF-snelheid vs. Waarschuwing grenswaarde voor bloedstroom bruto UF-snelheid vs. bloedstroom. Waarschuwing limiet ratio PFV test cyclisch interval h:min Tijdsinterval tussen cyclische PFV-integriteitstests tijdens behandeling. Instelling in TSM-modus door de technische service. 10.4 Heparineparameters...
Pagina 231
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ Parameters Bereik Description Automatische bolus bij Ja/Nee Ja. Indien bloed wordt gedetecteerd, begin van therapie wordt heparinebolus automatisch toegediend. Nee. Geen automatische heparinebolus. Geselecteerd Types Gebruiker kan een spuit selecteren injectiespuit injectie- van een lijst met verschillende spuiten types.
Pagina 232
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Automatische bypass Ja/Nee Ja. Bypass wordt automatisch deactivering bij uitgeschakeld nadat therapie is patiënt-verbinding gestart. Nee. Bypass moet handmatig worden uitgeschakeld nadat therapie is gestart. Automatische drain Ja/Nee Ja. Kunstnier en bicarbonaat- kunstnier/bic-houder houder worden automatisch gedraineerd zodra de eerste koppeling op de spoelbrug staat.
Pagina 233
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.6 Min.-Max. parameters Min.-Max. parameters Gebruikersinstellingen Selecteer Druklimieten worden weergegeven. Parameters Bereik Description PA bovenste Δ mmHg Bovengrens voor PA limietvenster PA lager Δ mmHg Ondergrens voor PA limietvenster PA min. limiet mmHg Totale PA ondergrens Instelling in TSM-modus door de technische service.
Pagina 234
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege bloedverlies als ondergrens voor veneuze PV lager Δ druk limietvenster ( ) te laag is ingesteld! De machine bestuurt een traceeralgoritme voor PV alarmlimieten van 2 mmHg per 2 minuten tijdens therapie.
Pagina 235
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.8 ABPM parameters ABPM parameters Gebruikersinstellingen Selecteer ABPM parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description Autostart van Ja/Nee Ja. Metingen starten automatisch. cyclische lezing (van (Alleen als patiëntkaart of Nexadia patiëntkaart/Nexadia) beschikbaar is.) Nee: Metingen moeten handmatig worden gestart.
Pagina 236
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus 10.10 Enkele naald parameters Enkele naald parameters Gebruikersinstellingen Selecteer Enkele naald (SN) parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description Enkelnaaldsklep Min. limiet PA voor mmHg Stel minimum limiet in voor SN-klep arteriële druk. Max. controledruk min. mmHg Stel maximum controledruk in voor minimum veneuze druk.
Pagina 237
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.11 HDF/HF Online parameters HDF/HF online Parameters Gebruikersinstellingen Selecteer HDF/HF Online parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description HDF substitutiestroom ml/min Stel substitutiestroom in. HF substitutiestroom HDF substitutievolume Stel substitutievolume in. HF substitutievolume HDF dialysaatstroom ml/min Stel dialysevloeistofstroom in...
Pagina 238
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus 10.13 Desinfectie parameters Desinfectie parameters Gebruikersinstellingen Selecteer De desinfectieparameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description Desinfectie na elke Ja/Nee Ja: Geen nieuwe bereiding is therapie mogelijk zonder desinfectie. Nee: Desinfectie is niet verplicht. Start automatische Ja/Nee Ja. Voorbereiding start automatisch voorbereiding na na desinfectie.
Pagina 239
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ Parameters Bereik Description Ontkalking Ja/Nee Ja: Ontkalking wordt gestart zodra desinfectie is begonnen, als bicarbonaatconcentraat is gebruikt in vorige therapie en machine is uitgerust met DF-filter. Nee: Ontkalking wordt niet gestart. Instelling in TSM-modus door de technische service.
Pagina 240
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Desinfectie-configuratiegegevens - Thermisch met citroenzuur Desinfectie middel Citroenzuur Naam desinfectiemiddel 50 % Instelling in TSM-modus door de technische service. Volume Hoeveelheid desinfectiemiddel gebruikt voor desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service. Reactietijd h:min Blootstellingsduur, d.w.z.
Pagina 241
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ Parameters Bereik Description Cond. Max. mS/cm Maximale geleidbaarheid tijdens desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service. Cond. Min. mS/cm Minimale geleidbaarheid tijdens desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service. Spoelvolume Spoelhoeveelheid die nodig is om...
Pagina 242
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Desinfectie-configuratiegegevens - Centraal handmatig chemisch Inlaatstroom ml/min Inlaatstroom voor desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service. Inlaattijd h:min Inlaattijd voor desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service. Spoelstroom ml/min Spoelstroom voor desinfectie Instelling in TSM-modus door de technische service.
Pagina 243
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ 10.14 HCT parameters HCT parameters Gebruikersinstellingen Selecteer HCT parameters worden weergegeven. Parameters Bereik Description verzad. min. limiet Stel minimum limiet in voor pO verzadiging. Delta BV hellinggrens Grenswaarde voor wijzigingen in relatief bloedvolume (RBV) in % per uur.
Pagina 244
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus Parameters Bereik Description Kubus rotatielengte Stel in hoe snel de kubus moet roteren om het scherm te wijzigen. Recept Scherm recept Aanpassen Gebruiker kan -gegevens Invoer aanpassen organiseren op -scherm volgens individuele eisen. Scherm protocol Aanpassen Gebruiker kan...
Pagina 245
Gebruikerinstelmodus Dialog iQ Parameters Bereik Description Handmatige bypass- Ja/Nee Ja. Bypass moet handmatig bevestiging worden uitgeschakeld na verbinding met patiënt en start van de therapie. Nee: Bypass wordt automatisch uitgeschakeld na het aansluiten van de patiënt en het starten van de therapie.
Pagina 246
Dialog iQ Gebruikerinstelmodus IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 247
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Functies ..............249 11.1 Kaartlezer en patiëntkaart..........249 11.1.1 Werken met patiëntkaart ..250 11.1.2 Patiëntkaart parameters ..251 11.2 Automatische bloeddrukmeting (ABPM) ......254 11.2.1 Manchet ..255 11.2.2 ABPM-instellingen ..258 11.2.3...
Pagina 248
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 249
Patiënten te identificeren (patiëntnaam en ID), • Patiëntgegevens van recepten te lezen en te downloaden, • Patiëntgegevens van vorige behandelingen op te slaan. De patiëntkaarten moeten worden besteld bij B. Braun om een gecertificeerde kwaliteitsstandaard te garanderen. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 250
Breng patiëntkaart in de kaartlezer aan de linkerzijde van de monitor met de pijl die naar de opening wijst. De afdruk met de chip (Afb. 11-2 ) moet naar de voorkant van de monitor wijzen (gebruikersinterface). Afb. 11-2 Dialog iQ patiëntkaart Databeheer Instellingen voor de patiëntkaart wordt actief op het...
Pagina 251
Functies Dialog iQ Voer patiëntnaam in en tik op om te bevestigen. Voer patiënt-ID in en tik op om te bevestigen. De patiëntnaam zal vervolgens worden weergegeven in het naamveld ① . Gegevens op patiëntkaart opslaan Tik op het icoon ③ en bevestig de opslag van gegevens na wijziging.
Pagina 252
Dialog iQ Functies Parameters Description Naaldtype Gebruikte behandelprocedure: DN, SNV, SNCO Therapietype Gebruikte therapietype: HD, HDF, HF Ingestelde Kt/V Ingestelde Kt/V waarde bij einde van therapie Min. UF-snelheid Ondergrens voor ultrafiltratie-snelheid Max. UF-snelheid Bovengrens voor ultrafiltratie-snelheid Infusie bolusvolume Volume voor vloeistofbolus (NaCl-zak of online...
Pagina 253
Functies Dialog iQ Parameters Description Delta PV maximum Hogere relatieve alarmlimiet voor PV limietvenster Absolute PV maximum Maximum hogere alarmlimiet voor PV Delta PBE maximum Toegestane wijzigingen voor PBE in therapie Absolute PBE maximum Maximum limiet voor PBE monitoren in therapie...
Pagina 254
Dialog iQ Functies 11.2 Automatische bloeddrukmeting (ABPM) ABPM maakt niet-invasieve, oscillometrische metingen van bloeddruk (systolische, gemiddelde en diastolische waarde) en hartslag mogelijk. Metingen kunnen worden uitgevoerd in voorbereiding, behandeling en desinfectie. ABPM mag alleen worden uitgevoerd door personen die voor het juiste gebruik zijn opgeleid.
Pagina 255
ABPM werd klinisch onderzocht volgens de vereisten van ISO 81060-2. 11.2.1 Manchet Manchetten geleverd door B. Braun zijn latexvrij. Dit wordt ook aangegeven door het symbool op het manchet. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde metingen! Het gebruik van een verkeerde manchet zal zijn weerslag hebben op de prestatie van de ABPM.
Pagina 256
Dialog iQ Functies Manchet aanbrengen Afb. 11-4 Manchet Druk op manchet om de lucht te laten ontsnappen voordat deze wordt aangebracht. Breng manchet strak aan rond de bovenarm van de patiënt. Zorg dat de markering aan de binnenkant over de arterie ligt.
Pagina 257
Functies Dialog iQ WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege infectie! Manchet kan gecontamineerd zijn. • Als geïnfecteerde (bijv. Hepatitis B) patiënten worden behandeld, moet een aparte manchet worden gebruikt voor elke patiënt. WAARSCHUWING! Risico voor patiënten na mastectomie door lymfostase! •...
Pagina 258
Dialog iQ Functies 11.2.2 ABPM-instellingen In reïnfusie zijn de ABPM-instellingen uitgeschakeld. Invoer Tik op ABPM-icoon op scherm. ABPM-instellingen Het scherm wordt geopend. Alarm limietwaarden Automatische limietaanpassing Meetfrequentie [in minuten] Activeer/deactiveer cyclische meting Start/stop ABPM Grafische trendweergave van bloeddruk Tabel van uitgevoerde...
Pagina 259
Functies Dialog iQ Alarm Standaard Ondergrens Bovengrens Systolische 70 mmHg 50 mmHg 200 mmHg (maar niet ondergrens hoger dan ingestelde bovengrens systolisch) Systolische 200 mmHg 70 mmHg (maar niet 245 mmHg bovengrens lager dan ingestelde ondergrens systolisch) Diastolische 40 mmHg...
Pagina 260
Dialog iQ Functies 11.2.3 Bloeddrukmeting Richtlijnen voor bloeddrukmeting Om in rust nauwkeurige bloeddrukmetingen te verkrijgen, zorg ervoor dat de patiënt zich in de volgende positie bevindt: • comfortabele positie, • benen niet gekruist, • de rug en arm moeten worden ondersteund, •...
Pagina 261
Functies Dialog iQ Meting beginnen en stoppen De eerste meting moet op zijn vroegst 5 minuten na therapiebegin worden genomen volgens IEC standaard. Bloeddrukmetingen kunnen op verschillende manieren worden gestart. Start Klok Tik op op het -scherm Start Home Tik op (Afb.
Pagina 262
Dialog iQ Functies 11.2.4 Trendweergave en lijst van metingen Wanneer een meting is geannuleerd, tonen de weergavevelden "---". In de lijst met metingen worden alle resultaten weergegeven met bijbehorende tijdinformatie. Waarden die in het rood worden weergegeven indiceren dat de limieten overschreden zijn.
Pagina 263
Functies Dialog iQ Lijst van bloeddrukmetingen Lijst ABPM Raak aan op het -scherm. Metingen staan vermeld in een tabel: ‒ tijd (h:min) ‒ systolische bloeddruk (mmHg) ‒ diastolische bloeddruk (mmHg) ‒ MAP (Gemiddelde arteriële druk) ‒ puls (1/min = slagen per minuut of min Afb.
Pagina 264
Dialog iQ Functies 11.3 Optie Adimea ADI is een meetmethode om de dialysedosis tijdens een volledige therapie te monitoren. ADI werkt met spectroscopie (UV-licht) om de reductie van urine afvalproducten in de dialysaat uitgang van de machine te meten. Door voortdurende metingen te nemen, kunnen Kt/V en ureum reductieratio (URR) worden bepaald en weergegeven.
Pagina 265
Functies Dialog iQ 11.3.1 Instelling Adimea-parameters Adimea Invoer Tik op de icoon scherm. Adimea-scherm in geopend. Huidige Kt/V of URR Tik om de grafiek van Kt/V, URR of UV- absorbantie te selecteren Ingestelde waarde lijn Oriëntatie lijn Ingestelde Kt/V-waarde Gewicht van patiënt nat...
Pagina 266
Dialog iQ Functies WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde behandelparameters! De functie ontheft de gebruiker niet van de plicht regelmatig patiëntcontroles uit te voeren. Overgedragen en/of weergegeven informatie mag niet worden gebruikt als enige informatiebron voor een medische indicatie.
Pagina 267
Functies Dialog iQ 11.3.2 Grafische voorstelling tijdens therapie Kt/V Selecteer (hetzij spKt/V of eKt/V, volgens de instelling in Gebruikersinstellingen Absorptievermogen -modus), om te wisselen tussen de parameterweergave. Een grafische overzicht van de huidige therapie wordt weergegeven op het respectievelijke scherm.
Pagina 268
Dialog iQ Functies 11.3.3 Uitgebreide functionaliteit bij het gebruik van de patiëntkaart Met de patiëntkaart kunnen de individuele Kt/V en URR-waarden van patiënt van tot 50 voltooide therapieën worden opgeslagen en weergegeven op het scherm voor evaluatie. Daarnaast kunnen de trends van diverse parameters van de laatste 6 afgeronde therapieën worden weergegeven en grafisch vergeleken.
Pagina 269
Functies Dialog iQ • maximum ingangsdruk bloedzijde (PBE max.), • maximum veneuze druk (PV max.), • zuurstofverzadiging (spO • systolische/diastolische minimum en maximum bloeddruk (2 waarden in 1 trend plus gemiddelde waarde), • therapieduur, • totaal behandeld bloedvolume, • totaal ultrafiltratie volume (totaal UF-volume), •...
Pagina 270
Dialog iQ Functies HCT-tabel op Infoscherm Info Selecteer scherm. Gegevens van de laatste 50 voltooide therapieën worden gelezen van de patiëntkaart en weergegeven op het scherm. Info Afb. 11-13 HCT-tabel op scherm Parameters Description Datum [dd.mm.h:min] Datum van uitgevoerde behandelingen ΔBV Min...
Pagina 271
Functies Dialog iQ Kt/V-tabel op infoscherm Kt/V Info Selecteer scherm. Gegevens van de laatste 20 voltooide therapieën worden gelezen van de patiëntkaart en weergegeven op het scherm. Info Afb. 11-14 Kt/V-tabel op scherm Parameters Description Datum [dd.mm h:min] Datum en tijd van uitgevoerde behandelingen Doel Kt/V [–]...
Pagina 272
HCT-sensor meet niet-invasief bloedparameters van de extracorporale bloedzijde via een optische sensor. Deze bevindt zich op de voordeur van de machine naast de veiligheidsluchtdetector. De arteriële lijn van het B. Braun bloedlijn systeem met multiconnector moet worden ingebracht. Er is geen extra disposible nodig.
Pagina 273
Functies Dialog iQ 11.4.2 Grafische voorstellingen Relatieve bloedvolume Met de HCT-sensor geïnstalleerd, meet de machine de absolute hematocriet (HCT) waarde. Gebaseerd op deze waarden wordt het relatieve bloedvolume Invoer (RBV) berekend. De grafiek kan worden weergegeven op -scherm. Een maximum limiet voor de hellingshoek van de RBV-trend kan worden ingesteld.
Pagina 274
Dialog iQ Functies Perifere zuurstofverzadiging (spO Invoer De machine geeft de zuurstofverzadiging weer op scherm. Een minimumlimiet voor zuurstofsaturatie worden ingesteld. HCT- alarmmeldingen en -waarschuwingen kunnen in- of uitgeschakeld worden. De waarden van spO en de RBV-hellingshoek zijn aangegeven. Invoer Afb.
Pagina 275
Functies Dialog iQ 11.5 bioLogic Fusion bioLogic Fusion is een optioneel biofeedback systeem dat wordt gebruikt om de ultrafiltratie (UF) snelheid tijdens een volledige dialysetherapie te controleren afhankelijk systolische bloeddruk relatieve bloedvolume (RBV) van de patiënt. bioLogic Fusion mag alleen worden bediend door personen die voor het juiste gebruik zijn opgeleid.
Pagina 276
Dialog iQ Functies Regelmatige bloeddrukmetingen Bij de automatische bloeddrukmeting (ABPM) wordt de bloeddruk vanaf het begin van de behandeling iedere 20 minuten gemeten (zie sectie 11.2 Automatische bloeddrukmeting (ABPM) (254)) totdat een UF-volume van 65 % is bereikt. Daarna wordt het meetinterval verruimd tot 30 minuten om de stress van het meten voor de patiënt te beperken.
Pagina 277
Functies Dialog iQ Trend van relatief bloedvolume (RBV) Om de prestatie en betrouwbaarheid van de algoritme te verbeteren, moet een fysiologische parameter worden gemonitord tijdens de tijd waarin de bloeddruk wordt voorspeld door de Guideline Technique. Een toenemend aantal bloeddrukmetingen zou het comfort van de patiënt echter aanzienlijk beperken.
Pagina 278
Dialog iQ Functies Alarmvoorwaarden In geval van alarmen schakelt de machine terug naar veilige voorwaarden. De reactie hangt af van de oorzaak van het alarm: • Schakelen van bioLogic Fusion naar bioLogic Light in geval van ‒ HCT-waarden die langer dan 80 seconden ontbreken •...
Pagina 279
Functies Dialog iQ 11.5.2 Instellingen bioLogic Invoer Tik op het icoon -scherm in voorbereiding van therapie. Instellingen Selecteer Volgend beeldscherm verschijnt: !!!NIEUW!!! Afb. 11-19 bioLogic Fusion instelscherm Stel parameters in voor bioLogic Fusion volgens de tabel hieronder. Voor medische redenen kunnen alle instellingen ook worden aangepast tijdens therapie.
Pagina 280
Dialog iQ Functies Pos. Text Bereik/Unit Description bioLogic UF- Min.: gemiddelde Stelt max. UF-snelheid voor behandeling met bioLogic snelheid max. UF-snelheid Fusion in als absolute waarde of in relatie (percentage) ml/h met de gemiddelde UF-snelheid. Max: lagere waarde van ([2 x...
Pagina 281
Functies Dialog iQ De voorgestelde systolische bloeddruk ondergrens (SLL) instellen Als de voorgestelde SLL wordt geactiveerd, wordt de waarde ⑨ in Afb. 11-19 geaccepteerd. Optioneel kan de systolische ondergrens worden ingesteld op positie ② . Als een SLL die was voorgesteld door het systeem wordt geaccepteerd, moet de gebruiker zeker stellen dat deze waarde aannemelijk is met betrekking tot de tolerantie van de patiënt.
Pagina 282
Dialog iQ Functies 11.5.3 Grafische voorstellingen bioLogic Invoer Tik op het icoon -scherm in voorbereiding van therapie. Trend Selecteer Volgend beeldscherm verschijnt: Trend Afb. 11-20 bioLogic Fusion - scherm Trend Tijdens therapie wordt het -scherm na 2 minuten automatisch vervangen...
Pagina 283
Functies Dialog iQ Pos. Description Risico op een episode van hypotensie (in %) als numerieke waarde en als staafgrafiek. Gebaseerd op de systolische bloeddruk en relatieve bloedvolume waarden/ trend, schat bioLogic Fusion de kans op een episode van Hypotensierisico hypotensie: het (zie Afb.
Pagina 284
Dialog iQ Functies 11.6 Nexadia Nexadia is een server gebaseerd op patiëntgegevens beheersysteem voor dialyses die gegevens opslaat en communiceert via een lokaal netwerk. De software bestaat uit 2 onafhankelijke programma’s: • Nexadia Monitor is een software/hardware IT oplossing voor beheren en...
Pagina 285
Functies Dialog iQ Alle communicatie wordt uitsluitend begonnen door de machine. Tijdens therapie stuurt de machine één maal per minuut een set van huidige parameterwaarden (metingen, instellingen of status) naar de Nexadia-server. Een volledige behandelopname wordt onmiddellijk daarna ook verzonden •...
Pagina 286
Dialog iQ Functies 11.6.1 DNI status informatie Het programma communiceert met het monitoring serverprogramma via het TCP/IP-protocol van de datanetwerk interface (DNI). DNI-gegevens worden aangegeven op het Service scherm. Act/Sen Service Selecteer scherm. Scroll naar DNI-gegevens. Service Afb. 11-23 DNI-gegevens op...
Pagina 287
Functies Dialog iQ Gegevens downloaden en uploaden Met de Nexadia-optie geactiveerd, wordt het Nexadia patiënt-ID gelezen en naar Nexadia Monitor verzonden wanneer de patiëntkaart wordt geplaatst in de kaartlezer (zie sectie 11.1 Kaartlezer en patiëntkaart (249)). Patiëntnaam en therapieparameters worden dan gedownload van Nexadia-server naar de machine.
Pagina 288
Dialog iQ Functies Ikoon Description Bidirectionele communicatie OK Netwerkverbinding OK, maar geen communicatie met server Netwerkaansluiting gestoord - mogelijk kabel kwijt In geval van communicatieproblemen, defect stopcontact of fysieke interface- ontkoppeling, probeert de machine de communicatie binnen een paar seconden te herstellen.
Pagina 289
Functies Dialog iQ • Indien het gewogen of ingevoerde gewicht van de patiënt te hoog is, zijn bepaalde therapieparameters (maximum UF-snelheid, therapieitijd) mogelijk buiten het bereik dat is voorgeschreven in Nexadia. In dit geval wordt de gebruiker verzocht een beslissing te nemen hoe verder te gaan: Afb.
Pagina 290
Dialog iQ Functies Om het controleren van de parameterinstellingen voor behandeling te vereenvoudigen, wordt een overzicht van gedownloade therapieparameters Weergeven behandeldetails weergegeven na aanraken van . In dit overzicht worden de afwijkende instellingen (die zijn vermeld in het aannemelijkheids- controle venster) in rood gemarkeerd.
Pagina 291
Functies Dialog iQ 11.6.3 Nexadia-menu Bij gebruik van Nexadia is de machine in staat om informatie (bijv. berichten, opmerkingen en lijsten) tussen machine en dataserver te verzenden en/of te ontvangen. Er is ook een gebruikersselectie. Deze functies worden behandeld Nexadia in het Nexadia-menu.
Pagina 292
Dialog iQ Functies 11.6.3.1 Gebruikersselectie Afhankelijk van de Nexadia-configuratie, kan de server na de start om selectie van de gebruiker vragen. Gebruikersselectie kan op de volgende manieren optreden: • Er is geen gebruikersselectie vereist. Informatiebehandeling (bevestiging van medicaties, checklists en berichten evenals de aanmaak van commentaar) is beschikbaar zonder gebruikernaam en in uitgelogde status.
Pagina 293
Functies Dialog iQ 11.6.3.2 Commentaarlijst Aan het begin van de communicatie downloadt de machine een lijst met vooraf vastgestelde commentaren die tijdens therapie kunnen worden verzonden naar de server. Commentaarlijst Tik op het icoon in het Nexadia-menu (11.6.3 Nexadia- menu (291), ⑦ ).
Pagina 294
Dialog iQ Functies 11.6.3.3 Checklist De checklist bestaat uit korte tekst-items. Door deze items te gebruiken kan een individuele lijst met, tijdens een behandeling uit te voeren taken, worden vastgesteld voor iedere patiënt. De individuele vermeldingen zullen na uitvoering worden bevestigd door de gebruiker.
Pagina 295
Functies Dialog iQ 11.6.3.4 Medicatielijst De medicatielijst toont voorgeschreven medicijnen. De informatie wordt gedownload van de Nexadia-server. Nieuwe medicaties kunnen op elk moment tijdens de therapie worden gedownload. Er verschijnt een waarschuwing na ontvangst van een nieuwe medicatie. Medicatielijst Tik op het icoon in het Nexadia-menu (11.6.3 Nexadia-menu...
Pagina 296
Dialog iQ Functies 11.6.3.5 Berichtenlijst Met Nexadia Monitor kunnen berichten (bijv. werkinstructies) worden verzonden naar andere systeemgebruikers en apparaten waar ze kunnen worden weergegeven en bevestigd. Nieuwe berichten worden op elk moment tijdens de behandeling gedownload. Er verschijnt een waarschuwing na ontvangst van een nieuw bericht.
Pagina 297
Functies Dialog iQ 11.7 DNI-WAN DNI-WAN is een bedrijfsmodus van de optionele interface DNI van het gegevensnetwerk van de machine. Het biedt een unidirectionele verbinding met een breed netwerk (WAN) voor gegevensverzameling, bijv. voor een patiëntgegevensbeheersysteem. WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde behandelparameters! De functie ontheft de gebruiker niet van de plicht regelmatig patiëntcontroles...
Pagina 298
Dialog iQ Functies 11.7.2 Verbinden en loskoppelen van de machine Een corresponderende netwerkkabel moet worden geïnstalleerd tussen de machine en de wandconnector van het netwerk. De machine kan worden aangesloten door de gebruiker. LET OP! Als de machine wordt geïnstalleerd, wordt eerst de Ethernet-kabel verbonden met de machine en daarna de wandconnector van de netwerk.
Pagina 299
Functies Dialog iQ WAARSCHUWING! Risico voor de patiënt vanwege verkeerde behandelparameters! Therapieparameters moeten aannemelijk zijn en voldoen aan het medisch voorschrift. • Controleer altijd de therapieparameterinstellingen voordat de therapie wordt gestart. Controleer patiëntnaam en parameterinstellingen en corrigeer zo nodig. Enter Druk op op de monitor om instellingen te bevestigen.
Pagina 300
Dialog iQ Functies Ikoon Description Eenzijdige communicatie OK Netwerkverbinding OK, maar geen communicatie met server Netwerkaansluiting gestoord - mogelijk kabel kwijt IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 301
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Alarmen en problemen oplossen ......303 12.1 Alarmbeheersysteem ............303 12.2 Alarmsysteem Intensive Care Unit (ICU) ......304 12.3 Weergave en Mute van alarmen en waarschuwingen .............. 304 12.4 Alarmen en herstelactie ........... 307 12.4.1...
Pagina 302
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 303
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.1 Alarmbeheersysteem De machine heeft een alarmbeheersysteem volgens de standaard IEC 60601-1-8, die hoge, gemiddelde en lage prioriteitalarmen onderscheidt. Alarmbehandeling Elk alarm heeft 3 statussen: • Voorwaarde: oorzaak van het alarm wanneer bepaald dat er een potentieel of daadwerkelijk gevaar bestaat.
Pagina 304
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.2 Alarmsysteem Intensive Care Unit (ICU) LET OP! Alarmsysteem Intensive care unit (ICU) wordt standaard geïnstalleerd als de machine wordt afgeleverd. Technische service kan het ICU alarmsysteem deactiveren in TSM-modus en het standaard geluidalarmsysteem activeren.
Pagina 305
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm veld Waarschuwingsveld Geluidsalarm pauzesymbool Signaallamp Afb. 12-1 Alarm- en waarschuwingsvelden en signaallamp Door op een alarm/waarschuwing te klikken wordt de alarmtekst met alarm-ID weergegeven zoals afgebeeld in de volgende figuur. Afb. 12-2 Meer informatie over alarm met alarm ID Nog een klik opent de alarm helptekst die de informatie geeft over de oorzaak van het alarm en de acties om het probleem op te lossen.
Pagina 306
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Afb. 12-3 Alarm helptekst LET OP! Bij defect of storing van luidsprekers zal het beveiligingssysteem de netvoedingsbuzzer activeren om een akoestisch alarm te rapporteren. Contact technical service. LET OP! De gebruiker is verantwoordelijk voor het resetten van een alarm en daarom ook voor het monitoren van onderdrukte parameters van de machine.
Pagina 307
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ 12.4 Alarmen en herstelactie LET OP! Informeer de technische service als een alarm niet kan worden gecorrigeerd met de beschreven maatregelen, als het vaak optreedt en u de oorzaak niet kan bepalen of als er een defect van de machine bestaat.
Pagina 308
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.4.1 Lijst met alarmen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Systeem hersteld na stroomstoring Vorige status van machine wordt hersteld na stroomstoring of (600) uitschakeling. All / low(Hint) / 0 UF-volume overschreden met 100 ml...
Pagina 309
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] HCT-uitlezing mislukt (931) Gedurende meer dan 1 minuut geen geldig hematocrietwaarde van HCT-sensor. The / low / 120 - Controleer of de bloedlijn, gevuld met bloed, is ingebracht en de HCT-sensorklep is gesloten.
Pagina 310
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] bioLogic storing (1007) bioLogic storing. - bioLogic UF-snelheid hoger dan max. UF-snelheid. The / low / 120 Reinf / low / 120 - bioLogic UF-snelheid lager dan min. UF-snelheid.
Pagina 311
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] TMP te laag (1016) Transmembraan druk (TMP) overschrijdt minimum alarmlimiet. Potentiële oorzaken: The / low / 300 - Te hoge TMP alarmlimiet. - UF-volume of bloedstroom te laag, therapietijd te lang.
Pagina 312
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bic patroon niet correct aangesloten Bicarbonaat patroon waarschijnlijk niet goed geplaatst. (1018) De patroon kan niet worden gevuld. Pre / low / 0 - Controleer of bicarbonaat patroon correct in de houder past.
Pagina 313
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Time-out niveauregeling (1024) Automatische niveauregelingsperiode is langer dan 3 minuten. - Probeer opnieuw. Pre / low / 120 The / low / 120 - Als het niet lukt, stel niveaus dan handmatig in.
Pagina 314
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Verwijder blauwe koppeling van Filter vervangingsprogramma voor dialysaatfilter. spoelbrug (1035) Verwijder blauwe connector van spoelbrug om water weg te laten lopen. Dis / low / 120 Koppeling op kunstnier? (1036) Dialysaatkoppelingen zijn verbonden met de spoelbrug.
Pagina 315
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bicarbonaatpatroon houder open Bicarbonaat patroonhouder is open. (1045) Tijdens voorbereiding en therapie: Pre / low / 0 - Sluit houder als er geen patroon wordt gebruikt of...
Pagina 316
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Veneuze druk bovengrens (1052) Veneuze druk bereikt bovengrens. - Controleer veneuze en arteriële lijnaansluiting. Pre / low / 0 The / low(Hint) / 120 - Controleer bloedlijnsysteem op knikken en veneuze kamer op Reinf / low(Hint) / 120 stolsels.
Pagina 317
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] SAD - sensorfout (1059) SAD verstoord! Luchtcontrole niet mogelijk! - Als het alarm niet kan worden bevestigd, ontkoppel patiënt en Pre / low / 0...
Pagina 318
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Fasevolume te laag (1067) Fasevolume te laag. Potentiële oorzaken: The / low / 120 Reinf / low / 120 - veneuze lijn geknikt. - veneuze terugstroom (canule of katheter) is verstoord.
Pagina 319
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Vloeistof gedetecteerd door leksensor Leksensor detecteert vloeistof > 400 ml (water, dialyse vloeistof, (1072) concentraat of bloed). Potentiële oorzaken: Pre / low / 0 The / high / 120...
Pagina 320
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Subst. pomp slangsegment niet Substitutie pomp lijnsegment is niet correct aangebracht. correct ingebracht (1077) - Open substitutie pompdeksel. The / low(Hint) / 120 - Zorg dat pomplijnsegment (vooral de multiconnector) correct Reinf / low(Hint) / 120 wordt aangebracht.
Pagina 321
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Fase cyclustijd te kort (1084) Tijdens SNCO is de fase volumetijd te kort. Potentiële oorzaken: The / low(Hint) / 120 - bloedstroomsnelheid te hoog. - veneuze of arteriële lijn geknikt.
Pagina 322
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Actuele bloedstroom < 70 % van SNCO: Actuele bloedstroomsnelheid is meer dan 70 % lager dan ingest. bloedstroom (1096) de ingestelde bloedstroomsnelheid. Potentiële oorzaak: Pre / low / 120 The / low(Hint) / 120 - Probleem met vasculaire toegang van patiënt.
Pagina 323
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Geleidbaarheid te hoog (controle Verkeerd desinfectiemiddel gedetecteerd. desinfectiemiddel) (1756) - Controleer desinfectiemethode en/of desinfectiemiddel. Dis / low(Hint) / 300 - Breek huidige desinfectiemodus af om middel uit te spoelen.
Pagina 324
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Plausib. controle rood detectie - Supervisor alarm: omgevingslicht (SUP) (1767) de rood detector wordt gecontroleerd op redelijkheid. All / low(Hint) / 120 - Als alarm niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de technische service.
Pagina 325
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Hoge DF-druk (SUP) (1772) Supervisor alarm: Hoge druk in dialysaatfilter gedetecteerd. Pre / low / 0 The / low / 0 Potentiële oorzaken: - Dialysaatfiltermembraan geblokkeerd.
Pagina 326
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bloed gedetecteerd in voorbereiding/ Supervisor alarm: desinf. (SUP) (1837) Bloed gedetecteerd buiten therapie. Sel / low / 120 Potentiële oorzaken: Pre / low / 120...
Pagina 327
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Lucht gedetecteerd tijdens kunstnier- Lucht was gedetecteerd tijdens kunstnier-primen: priming (1855) Meer dan 50 % van het primingvolume is doorgelopen en lucht wordt nog steeds gedetecteerd 60 ml achter de kunstnier.
Pagina 328
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Centrale concentraat toevoer Onderbreking van centrale concentraat aanvoer gedetecteerd, verstoord (1865) lage druk in centrale concentraat aanvoer. Potentiële oorzaken: Pre / low / 0 The / low / 300 - mechanische blokkering van slangen.
Pagina 329
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bloedlek (SUP) (1955) Supervisor alarm: Bloedlek gedetecteerd. Bloed in dialysevloeistof? Pre / low / 0 The / low(Hint) / 120 Potentiële oorzaken: Reinf / low(Hint) / 120 - breuk/scheur in de kunstnier.
Pagina 330
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Veneuze druk ondergrens (SUP) Supervisor alarm: (1959) Veneuze druk bereikt ondergrens. Pre / low / 0 Potentiële oorzaken: The / high / 120 Reinf / high / 120 - Veneuze naald ontkoppeld! - Bloedlijn niet goed bevestigd.
Pagina 331
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Desinfectiemiddel klep open (SUP) Supervisor alarm: (1967) Desinfectieklep is open. Sel / low / 120 Als het alarm niet kan worden bevestigd: Pre / low / 120...
Pagina 332
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Defect centraal concentraat Supervisor alarm: toevoerkleppen (SUP) (1974) Schakelklep fout van centrale concentraat aanvoer (ZKV). Sel / low / 120 - Terugstroom naar ZKV mogelijk.
Pagina 333
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Max. reïnfusievolume of -tijd bereikt Supervisor alarm: (2015) De supervisor heeft een afwijking van de bloedpomp-rotatie gedetecteerd. Reinf / low(Hint) / 120 Potentiële oorzaken: - Reïnfusievolume is hoger dan 360 ml.
Pagina 334
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] HDFO: Kleppen VSB/VSAA/VSAE Supervisor alarm: open (SUP) (2021) Klep (VSB of VSAA/VSAE) is open. Pre / low / 120 - Technisch defect. The / low / 120 Reinf / low / 120 - Voer een desinfectie uit.
Pagina 335
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bereik instellingen overschreden Supervisor alarm: (SUP) (2029) De systeemcontrole voor veiligheidsrelevante data (SRI) detecteert dat de vereiste veiligheidsdata buiten het Pre / low / 120 The / low / 120 geaccepteerde bereik vallen tijdens controle.
Pagina 336
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Arteriële druk bewakingsfout (SUP) Supervisor alarm: (2041) Systeem kan geen voldoende arteriële drukpulsatie detecteren. The / low(Hint) / 120 Potentiële oorzaken: Reinf / low(Hint) / 120 - te hoog bufferniveau.
Pagina 337
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Verhouding bloedstroom/totaal UF Verhouding tussen bloedstroom en totale UF (substitutie plus UF (2059) van de patiënt) is hoger dan ingestelde verhouding. - Aanbevolen verhoudingslimiet is 30 %.
Pagina 338
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Lage instelling van veneuze druklimiet De geconfigureerde absolute onderlimiet voor veneuze druk is (3014) minder dan 10 mmHg. Controleer of deze instelling noodzakelijk is voor uw toepassing The / low(OSD) / 0 en bevestig indien gewenst.
Pagina 339
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] ABPM: Hartslag te laag (9170) Hartslag overschrijdt ondergrens. - Herhaal meting en/of pas limietwaarden aan. All / high(Cardiac) / 120 - Selecteer de individuele limietwaarde-aanpassing of wijzig limietwaarden handmatig.
Pagina 340
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] ABPM: Manchetdruk hoger Patiënt bewoog tijdens meting. 320 mmHg (9310) - Herhaal meting handmatig voor dubbelcheck. All / low / 120 ABPM: Oscillatienummer te laag - Controleer manchet op correcte positie.
Pagina 341
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Alarm (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Veiligheidsparameter wijzigen mislukt Supervisor alarm: (SUP) (12031) Veiligheid-relevante parameters zijn gewijzigd, maar niet bevestigd of niet gelijk aan de data van de Top Level Controller...
Pagina 342
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.4.2 Lijst met waarschuwingen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Machine te lang niet in gebruik Machine was langer uitgeschakeld dan maximum limiettijd (620) geconfigureerd in TSM. - Desinfecteer machine vóór therapie.
Pagina 343
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Nexadia: Communicatie mislukt Data verzonden door Nexadia-server is beschadigd. (681) - Als de fout aanhoudt, neem contact op met de technische service. All / low / 0 Therapiekaart patiënt is verwijderd...
Pagina 344
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Online reïnfusie niet mogelijk (1100) Online reïnfusie is niet mogelijk. Potentiële oorzaken: All / low / 120 - geleidbaarheidsfout. - dialysaat stroomsnelheid te laag. Actie: - gebruik zoutoplossingszak.
Pagina 345
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] DF-stroom verstoord (1119) Een afwijking van meer dan 5 % van de dialysaat stroomsnelheid van langer dan 10 minuten werd gedetecteerd. All / low / 0 - Therapie kan worden voortgezet, maar een negatieve impact op de effectiviteit is mogelijk door een te lage stroomsnelheid.
Pagina 346
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Accuvermogen < 20 min. (1149) Het accuvermogen is niet voldoende om de machine ten minste 20 minuten te laten draaien. All / low / 0 Potentiële oorzaken:...
Pagina 347
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] DF druktest wordt herhaald (1157) De dialysaat druktest is mislukt. Potentiële oorzaken: All / low / 0 - lekkage in hydraulisch systeem. Acties: - controleer dialysaatkoppelingen op kundstnier en spoelbrug.
Pagina 348
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Zelftest heparine pomp mislukt De test van de heparine pomp is mislukt omdat de pompsnelheid of (1168) de pomprichting niet kon worden gedetecteerd. - Controleer of de injectiespuit-houder goed gesloten is.
Pagina 349
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Bicarbonaat pomp gestopt (1426) Bicarbonaatpomp gestopt tijdens desinfectie. - Start desinfectie opnieuw. All / low / 300 - Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met de technische service.
Pagina 350
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Zelftest RDV omgevingslicht mislukt De test van donker-helder/omgevingslicht detectie van RDV is (1758) mislukt. - Probeer opnieuw of neem contact op met de technische service.
Pagina 351
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Spoeltijd te lang (1934) Spoeltijd is te lang. - Reduceer spoeltijd of verhoog het spoelvolume. All / low / 0 Spoeltijd te kort (1935) Spoeltijd te kort.
Pagina 352
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Filter(s) zijn spoedig verlopen Filters zijn spoedig verlopen. (2079) - Controleer de gebruiksduur van de filters. All / low / 0 Start bloedpomp (2080) Tijdens HDF-online bolus is de bloedpomp is gestopt.
Pagina 353
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Geen bolus in sequentiële modus Tijdens sequentiële modus (Bergström), is HDF-online bolus niet (2092) mogelijk. - Indien gewenst, past u deze bolus toe met zoutoplossingszak.
Pagina 354
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Kunstnier waarschijnlijk De analyse van de gemeten drukken bij de kunstnier duidt op een geblokkeerd (2107) filterblokkade. - Controleer bloedlijnen op knikken. All / low / 0 - Verhoog heparine.
Pagina 355
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Waarschuwing (ID) Oorzaak en corrigerende maatregelen Fase/Prioriteit/Alarm herhalingstijd [sec.] Adimea: patiëntgewicht ontbreekt Stel het patiëntgewicht in op het Kt/V-UV-parameter instelvenster! (5314) All / low / 0 ABPM: Lichaam verplaatsing (9119) Meting verstoord door verplaatsing.
Pagina 356
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.5 Verhelpen SAD alarmen De veiligheidsluchtdetector (SAD) detecteert lucht in de veneuze bloedlijn door ultrasone meting. Als het ultrasone signaal lucht raakt in plaats van bloed, verandert het geluid. De hieruit voortvloeiende verschillende transmissielezing worden geëvalueerd door de machine.
Pagina 357
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ 12.5.1 Micro-bellen alarmen Micro-luchtbellen in de orde van een paar nanoliter worden spontaan gevormd als bloed door de bloedpomp en/of kunstnier wordt geforceerd. Het SAD alarm wordt geactiveerd zodra de geaccumuleerde hoeveelheid lucht van micro-bellen de alarmlimiet bereikt.
Pagina 358
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 3) Lekken in arteriële negatieve drukbereik. Controleer: ‒ Patiënt verbindingen (canule of katheter) ‒ arteriële lijn voor micro-lekken ‒ splitsen van leidingsysteem voor lekken ‒ verbinding met druksensor PA ‒ Vaste verbinding van servicelijnen 4) Venturi-effect in veneuze positieve drukbereik.
Pagina 359
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ 12.5.3 Luchtalarmen in voorbereiding Als de SAD lucht detecteert tijdens voorbereiding van machine, wordt de veneuze lijnklem SAKV gesloten en de bloedpomp uitgeschakeld als begin van de therapie niet is toegestaan. SAD luchtalarmen resetten...
Pagina 360
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.7 Noodstroomvoeding/accu In geval van een stroomstoring schakelt de machine automatisch over naar de batterijmodus om de extracorporeale bloedcirculatie te behouden. Accu/bypass • zal worden weergegeven in statusregel. • Resterende levensduur accu wordt weergegeven patiëntnaamveld gevolgd door een akoestisch signaal.
Pagina 361
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ 12.7.1 Oplaadindicator De oplaadindicator op de monitor (naast netschakelaar) geeft aan dat de accu wordt opgeladen terwijl de machine op netstroom werkt. Opladen van de accu gaat door zelfs als de machine is uitgeschakeld. De lamp van de oplaadindicator schakelt uit zodra de accu volledig is opgeladen.
Pagina 362
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen 12.8 Handmatig terugvloeien van bloed In geval van stroomstoring tijdens dialyse en als geen noodstroomvoeding beschikbaar is, moet het bloed onmiddellijk handmatig worden moet worden teruggezonden naar de patiënt om coagulatie te voorkomen. Indien bloedlijn systeem wordt gevuld met bloed, moet de handmatige bloedstroom met behulp van de slinger uiterlijk 2 minuten nadat de bloedpomp is gestopt worden gestart om coagulatie te voorkomen.
Pagina 363
Alarmen en problemen oplossen Dialog iQ Blijf de veneuze patiënttoegang die mogelijk geen lucht bevat, monitoren. Als de fysiologische zoutoplossing de veneuze lijnklem bereikt, sluit dan de klem. Ontkoppel de patiënt veneus. Het bloed vloeit terug en de patiënt is ontkoppeld.
Pagina 364
Dialog iQ Alarmen en problemen oplossen IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 365
Inhoudsopgave Dialog iQ Inhoudsopgave Technische gegevens ..........367 13.1 Algemene Technische Gegevens ........367 13.2 Omgevingsvoorwaarden ..........370 13.3 Aanbevolen scheidingsafstanden ........371 13.4 Behandeltijd ..............372 13.5 Bedrijfsgegevens van de machine ........372 13.5.1...
Pagina 366
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 367
Technische gegevens Dialog iQ Technische gegevens Dit hoofdstuk geeft een lijst van de technische gegevens van de machine. Tenzij anders aangegeven zijn de volgende standaardvoorwaarden van toepassing voor machinebesturingsgegevens: Parameters Waarden Machinetype HD-machine Behandeling 4 uur HD DN in bicarbonaatmodus Water en concentraat 20 °C...
Pagina 368
Dialog iQ Technische gegevens Transportafmetingen en -gewicht Parameters Waarden Afmetingen (b × h× d) 710 mm × 1760 mm × 810 mm Maximum totaal gewicht 120 kg Gewicht verpakking < 20 kg a. maximum transportgewicht van dubbele pomp machine met alle opties, incl.
Pagina 369
Technische gegevens Dialog iQ Watertoevoer Parameters Waarden Watertoevoerdruk 1 bar – 6 bar Wateraanvoertemperatuur • voor therapie 5 °C – 30 °C • voor desinfectie max. 95 °C Max. waterstroom (piek) 2,33 l/min Waterverbruik gedurende 0,5 l/min (= 120 l in 4 h) behandeling Max.
Pagina 370
Dialog iQ Technische gegevens 13.2 Omgevingsvoorwaarden Parameters Waarden Tijdens bedrijf Temperatuur +15 °C tot +35 °C Relatieve vochtigheid 15 % – 70 % Atmosferische druk 620 mbar – 1060 mbar Hoogte max. 4000 m AMSL Energie-emissie naar 230 W (tijdens behandeling)
Pagina 371
Aanbevolen scheidingsafstanden Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare of mobiele HF- telecommunicatie-apparaten en de Dialog iQ machine De Dialog iQ machine is bestemd voor gebruik in omgevingsvoorwaarden met gecontroleerde hoogfrequente (HF) storingsvariabelen. De gebruiker kan elektromagnetische storingen voorkomen door de afstand tussen...
Pagina 372
Dialog iQ Technische gegevens 13.4 Behandeltijd Parameters Waarden Behandeltijd 10 minuut tot 12 uur Nauwkeurigheid ± 1 min 13.5 Bedrijfsgegevens van de machine 13.5.1 Dialysevloeistof-zijde Temperatuur Parameters Waarden Temperatuur • Instelbereik 34.5 °C – 39.5 °C • Nauwkeurigheid ± 0,5 °C Alarm limiet ±1 °C van ingestelde waarde...
Pagina 373
Technische gegevens Dialog iQ Geleidbaarheid Parameters Waarden Optionele Zuur: 0,085 – 0,125 mmol/l*cm/mS conversiefactor voor Bicarbonaat. 0,07 – 0,11 mmol/l*cm/mS Na-concentratie in Acetaat. 0,081 – 0,124 mmol/l*cm/mS Bicarbonaat 2 mS/cm – 3,8 mS/cm ± 10 % geleidbaarheidsbereik Definitieve geleidbaarheid •...
Pagina 374
Dialog iQ Technische gegevens Netto vloeistofafvoer Parameters Waarden Ultrafiltratie (UF) Volumegestuurd via balanskamers, controle UF door ultrafiltratiepomp Zuivere UF Sequentiële ultrafiltratie (Bergström) therapiemodus UF-snelheid 50 ml/h – 4.000 ml/h (werkgebied) Nauwkeurigheid 0,2 % van totale DF-stroom (min. 35 ml/h) + 1 %...
Pagina 375
Technische gegevens Dialog iQ 13.5.2 Bloedzijde Bloedstroom en volume Parameters Waarden Bloedstroom dubbele naald • Instelbereik 30 ml/min – 600 ml/min • Nauwkeurigheid ±10 % Bloedstroom en volume enkele naald • Bloedstroom ingesteld in arteriële fase door gebruiker Effectieve bloedstroom hangt af van faseduur...
Pagina 376
Dialog iQ Technische gegevens Drukken Parameters Waarden Arteriële druk (PA) • Meetbereik -400 mmHg tot +400 mmHg • Nauwkeurigheid ± 10 mmHg • Alarmlimieten PA min. limiet. -400 mmHg to 0 mmHg PA max. limiet: 400 mmHg Extra verstelbaar dynamisch limietvenster bij bedrijfswaarde.
Pagina 377
Technische gegevens Dialog iQ Luchtdetectie Parameters Waarden Methode Gebaseerd op echografie Automatische cyclische controles tijdens de hele bedieningsfase Gevoeligheid 20 µl luchtbellen van schuim Dichtheid: 0,35 g/ml – 0,6 g/ml Luchtsnelheidslimiet 3,6 ml/h voor luchtbellen Luchtsnelheidslimiet 0,9 ml/min voor micro-luchtbellen Luchtbellenlimiet 0,2 ml bij 30 –...
Pagina 378
Klasse I, type BF defibrillatiebestendig aangebracht onderdeel a. gemiddelde arteriële druk b. beschermingstype tegen elektrische schokken volgens IEC 60601-1 Alleen door B. Braun geleverde manchetten en slangen zorgen voor lekstromen volgens de veiligheidsklasse. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 379
Technische gegevens Dialog iQ 13.7 Datanetwerkinterface (DNI) Parameters Waarden Ethernetkabel • Connectoren 2 × RJ45 (8P8C), 1 × met bajonetmontage; TIA/EIA 568A standaard • Kabeltype Met folie afgeschermde getwiste paren (SFTP) volgens CAT5 standaard • Impedantie 75 Ohm Lokaal netwerk Geschikt voor netwerkomgevingen volgens IEEE 802.3 Cl.14 (10Base-T) en IEEE 802.3...
Pagina 380
Dialog iQ Technische gegevens Materiaal naam Bestaande afkortingen Polytetrafluorethyleen PTFE Polyvenyl Chloride Polyvinylideendifluoried PVDF Silicone Edelstaal Thermoplastic Urethane - TPU 13.8.2 Verpakkingsmateriaal Deel Materiaal Basisplaat Multiplex AW 100 Omhulsel (vouwdoos en deksel) Golfkarton Bekleding Polyethyleenschuim (Stratocell S, Ethafoam 400) Golfkarton Stevig karton Zak met “gusset”...
Pagina 381
Technische gegevens Dialog iQ 13.9 Formules Deze sectie geeft formules aan die worden gebruikt om parameters voor hemodialyse te berekenen. De formules zijn gebaseerd op standaard medische praktijk. Berekening van dialysevloeistof (DF) geleidbaarheid van natriumconcentraten De formule hieronder helpt de dialysevloeistof goed te prepareren. Niettemin is de behandelend arts verantwoordelijk voor de uiteindelijke voorbereiding van dialysevloeistof volgens toepasselijke lokale standaards, bijv.
Pagina 382
Dialog iQ Technische gegevens Berekening van transmembraan druk (TMP) De transmembraan druk is het drukverschil over het halfdoorlatende membraan van de kunstnier. Het is gebaseerd op de volgende parameters: • ingangsdruk bloedzijde • veneuze druk • dialysaat uitgangdruk. De volgende afkortingen worden gebruikt in de formule:...
Pagina 383
Technische gegevens Dialog iQ Kt/V Kt/V is, naast ureum reductieratio (URR), een kenmerkende waarde voor dialyse-efficiëntie. Het is gebaseerd op de volgende parameters: • Ureumklaring van de kunstnier • Effectieve dialysetijd • Volume van ureumverdeling (ca. gelijk aan het totale lichaamswater van de patiënt)
Pagina 384
Dialog iQ Technische gegevens Ter compensatie van het effect van ureum-evenwicht na voltooiing van de behandeling, kan spKt/V worden gebruikt in de volgende formule om het evenwicht Kt/V (eKt/V) te verkrijgen: ´ eKt/V = spKt/V - 0.6 spKt/V + 0.03 Kt/V kan aanzienlijk verschillen van behandeling tot behandeling door behandeling- en patiëntgerelateerde variabelen.
Pagina 386
Dialog iQ Inhoudsopgave IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 387
Kabellengte: 3 meter LET OP! Vanwege de vastgestelde kabellengte, gebruikt u alleen de gemarkeerd (*) items zodat wordt voldaan aan de EMC (elektromagnetische compatibiliteit) eisen. Alleen kabels geproduceerd door B. Braun mogen worden gebruikt. IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018...
Pagina 388
B. Braun productassortiment. Andere verbruiksartikelen en hun technische gegevens zijn op verzoek beschikbaar. De Dialog iQ is getest en goedgekeurd voor gebruik met de verbruiksartikelen vermeld in de volgende tabellen. B. Braun Stelt zich niet aansprakelijk als andere verbruiksartikelen dan die uit de lijst worden gebruikt.