Dialog iQ
13
376
Drukken
Parameters
Waarden
Arteriële druk (PA)
•
Meetbereik
-400 mmHg tot +400 mmHg
•
Nauwkeurigheid
± 10 mmHg
•
Alarmlimieten
PA min. limiet. -400 mmHg to 0 mmHg
PA max. limiet: 400 mmHg
Extra verstelbaar dynamisch limietvenster bij
bedrijfswaarde.
kunstnier inlaatdruk
(PBE)
•
Alarmlimieten
100 mmHg tot 700 mmHg
•
Nauwkeurigheid
± 10 mmHg
Transmembraan
TMP min. limiet: -100 mmHg tot 10 mmHg
druk (TMP)
TMP max. limiet: 100 mmHg tot 700 mmHg
alarmlimieten
Venster naar huidige TMP: 10 mmHg tot 100 mmHg
Veneuze druk (PV)
•
Meetbereik
-100 mmHg tot 500 mmHg
•
Nauwkeurigheid
± 10 mmHg
•
Alarmlimieten
PV min. limiet: 20 mmHg (instelbaar in een bereik
van -50 tot 100 mmHg door technische dienst)
PV max. limiet: 390 mmHg
Extra afstelbaar dynamisch limietvenster bij
bedrijfswaarde na bloedpomp start, beperkt door
PV-instellingen.
In enkele-naaldtherapie hangen de limieten af van
de controledruk instellingen.
•
Beschermend
Test vóór het beginnen van de therapie. PV-
systeem
limieten worden gemonitord door de functie en CS.
Voor TMP berekening, zie sectie 13.9 Formules (381).
Voor meer informatie over druklimietvensters, zie sectie 5.10.4 Instelling
druklimieten (115).
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Technische gegevens