Dialog iQ
4
68
4.5.3
Water- en concentraataansluiting
De verantwoordelijk organisatie moet ervoor zorgen dat de wandaansluitingen
duidelijk zijn gemarkeerd om te voorkomen dat de aansluitingen worden
verwisseld.
4.5.4
Bescherming tegen waterschade
LET OP!
Voor bescherming tegen niet opgemerkte lekkages moeten Lek detectoren
worden ingezet.
4.5.5
Potentieel explosieve gebieden
De machine mag niet worden gebruikt in gebieden met explosiegevaar.
4.5.6
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
De plaats van installatie moet voldoen aan de eisen van een typische bedrijfs-
of ziekenhuisomgeving. Tijdens gebruik van de machine, moeten de
afstanden in acht worden genomen zoals vermeld sectie 13.3 Aanbevolen
scheidingsafstanden (371).
4.6
Watertoevoer
4.6.1
Kwaliteit van water en dialysevloeistof
De verantwoordelijke organisatie moet ervoor zorgen dat de waterkwaliteit
voortdurend bewaakt wordt. Er moet aan de volgende voorschriften voldaan
worden:
•
Inkomend water moet vrij zijn van magnesium (Mg
ionen.
•
pH-waarde moet tussen 5 en 7 liggen.
Water en dialysevloeistof moeten voldoen aan nationale specifieke normen.
De kwaliteiteisen van water en dialysevloeistof moeten voldoen aan de lokale
voorschriften, bijvoorbeeld de Europese Farmacopee voor watergebruik in
dialyse.
4.6.2
Verwijdering van gebruikte vloeistoffen
WAARSCHUWING!
Risico op infectie!
Besmette vloeistof kan terugvloeien van de drain naar de machine.
•
Zorg voor ten minste 8 cm afstand in de lucht, tussen dialysaat uitgang
van de machine en afvoeraansluiting van het gebouw.
LET OP!
Leidingen systeem kan beschadigen door vloeistof corrosie!
•
Gebruik geschikte materialen voor de afvoerleidingen.
Zorg voor voldoende afvoer capaciteit!
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Installatie en inbedrijfname
++
) en calcium (Ca
++
)