Behandeling
Sluit de patiënt na de therapie-onderbreking opnieuw aan
1.
Bloedpomp stoppen. Volg de instructies op
Afb. 6-18 Therapie-onderbreking - Opnieuw aansluiten
2.
Klem bloedlijnen vast.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege lucht in het bloedlijn systeem!
•
Controleer of alle aansluitingen dicht zijn als de patiënt opnieuw wordt
aangesloten.
3.
Sluit de patiënt arterieel en veneus aan.
WAARSCHUWING!
Risico op lage bloedstroom en dus verminderde behandelingseffectiviteit!
Als de gebruiker de klem op de arteriële lijn niet kan openen of de arteriële
patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt niet kan openen, ontstaat
er een extreem negatieve arteriële druk.
•
Open de klem op de arteriële lijn en open de arteriële patiëntaansluiting
na het aansluiten van de patiënt.
4.
Open relevante klemmen.
Therapie-onderbreking
5.
Tik op de icoon
Een bevestigingsvenster verschijnt:
Enter
6.
Druk op
op de monitor om te bevestigen.
Bloedpomp start en therapie gaat door.
7.
Verhoog langzaam de bloedstroomsnelheid tot de voorgeschreven waarde.
8.
Stel zo nodig de kamerniveaus in (zie sectie 6.3.1 Niveauregeling (134)).
Controleer het droog gewicht van de patiënt na therapie-onderbreking!
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
Dialog iQ
Home
-scherm.
om door te gaan met de therapie.
Terug naar Therapie
?
6
151