Enkel-naalds behandeling
WAARSCHUWING!
Risico op lage bloedstroom en dus verminderde behandelingseffectiviteit!
Als de gebruiker de klem op de arteriële lijn niet kan openen of de arteriële
patiëntaansluiting na het aansluiten van de patiënt niet kan openen, ontstaat
er een extreem negatieve arteriële druk.
•
Open de klem op de arteriële lijn en open de patiëntaansluiting na het
aansluiten van de patiënt.
11. Open de klemmen op de arteriële en veneuze bloedlijn alsook op de
patiëntaansluiting die gebruikt gaat worden.
9.2.2
De SNV therapie uitvoeren
Starten SNV-therapie
Start/Stop
1.
Druk op de
Therapie gaat door in SNV-modus tot vooringestelde einde van
therapie wordt bereikt.
Let erop dat drukken of bloedpompsnelheid mogelijk moeten worden gewijzigd.
Houd er rekening mee dat SNV-therapie minder effectief is dan de DN-
therapie, bijv. met betrekking tot de afvoer van uremische toxinen!
2.
Stel het niveau in de veneuze kamer in op ca. 35 % om een goed
fasevolume
te
bereiken
Niveauregeling in enkel-naalds procedure (213)).
3.
Verhoog de snelheid van de bloedpomp langzaam afhankelijk van de
vasculaire conditie van de patiënt.
4.
Stel de maximale stuurdruk in: min. arteriële druklimiet (
max. veneuze stuurdruk (
Controleer PV min
(
).
Het fasevolume is het resultaat van de ingestelde geregelde
drukkrachten.
Het is mogelijk om een ondergrens voor min. arteriële druklimiet in te stellen
ter bescherming van het arteriële drukbereik.
Om de meest effectieve bloedstroom bij minimum recirculatie te verkrijgen,
moeten controledrukken worden ingesteld voor optimale fasevolume.
Effectieve bloedstroom in SNV is lager dan bloedstroom weergegeven op de
machine omdat de bloedpomp in fases pompt.
IFU 38910426NL / Rev. 1.02.00 / 02.2018
-toets op de monitor om de bloedpomp te starten.
(voor
niveauregeling,
Controleer PV max
) en min. veneuze stuurdruk
Dialog iQ
9
zie
sectie
9.1.3
Min. PA limiet
),
221