Nederlands
6.6. Gedrag tijdens het bedrijf
WAARSCHUWING voor de snij‑inrichting!
De pomp is uitgerust met een snij‑inrichting.
Bij het aanraken van het mes kunnen ledema‑
ten bekneld raken en/of afgesneden worden!
Grijp nooit direct in de snij‑inrichting.
Bij het bedrijf van de pomp moeten de ter plaatse
geldende wetten en voorschriften voor veilig-
heid op de werkplek, ongevallenpreventie en de
omgang met elektrische machines in acht worden
genomen. Voor de veiligheid moet de gebruiker
duidelijk de bevoegdheden van het personeel
vastleggen. Het voltallige personeel is verant-
woordelijk voor het naleven van de voorschriften.
Centrifugaalpompen hebben vanwege hun con-
structie draaiende onderdelen, die vrij toegan-
kelijk zijn. Afhankelijk van het werk, kunnen aan
deze onderdelen scherpe kanten ontstaan.
De volgende punten moeten regelmatig worden
gecontroleerd:
• Bedrijfsspanning (toegestane afwijking +/‑ 5%
van de nominale spanning)
• Frequentie (toegestane afwijking +/‑ 2% van
de nominale frequentie)
• Stroomopname (toegestane afwijking tussen
de fases max. 5%)
• Spanningsverschil tussen de afzonderlijke fases
(max. 1%)
• Schakelfrequentie en -pauzes (zie technische
gegevens)
• Luchtinvoer op de toevoer moet vermeden
worden, eventueel moet een keerplaat aange-
bracht worden
• Minimale waterhoeveelheid
• Schakelpunten van de niveauregeling resp. de
droogloopbeveiliging
• Rustige loop
• Alle schuifafsluiters moeten geopend zijn.
7. Uitbedrijfname/afvoeren
• Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig
worden uitgevoerd.
• De nodige persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen.
• Bij werkzaamheden in bassins en/of tanks moeten
de desbetreffende plaatselijke beschermings-
maatregelen worden aangehouden. Er moet voor
de veiligheid een tweede persoon aanwezig zijn.
• Voor het optillen en neerlaten van de pomp moe-
ten hefwerktuigen en goedgekeurde hijsmiddelen
worden gebruikt die in technisch onberispelijke
staat zijn.
LEVENSGEVAAR door defecten!
Hijsmiddelen en hefwerktuigen moeten in
technisch onberispelijke staat zijn. Pas als het
hefwerktuig technisch in orde is, mag met de
werkzaamheden worden begonnen. Zonder
deze controles bestaat levensgevaar!
76
UITBEDRIJFNAME/AFVOEREN
7.1. Tijdelijke uitbedrijfname
Bij deze uitschakeling blijft de pomp ingebouwd
en wordt niet van het stroomnet losgekoppeld.
Bij de kortstondige uitbedrijfname moet de pomp
compleet ondergedompeld blijven, om ervoor
te zorgen dat deze tegen vorst en ijs beschermd
wordt. Het moet garandeerd zijn, dat de tempera-
tuur in de bedrijfsruimte en van het medium niet
onder de +3 °C daalt.
Hiermee is de pomp te allen tijde bedrijfsklaar. Bij
langere stilstand moet regelmatig (maandelijks
tot driemaandelijks) een 5 minuten lange testloop
uitgevoerd worden.
PAS op!
Een testloop mag alleen onder de geldige be‑
drijfs‑ en inzetomstandigheden plaatsvinden.
Een droogloop is niet toegestaan! Negeren
van deze aanwijzingen kan total loss tenge‑
volge hebben!
7.2. Langdurige uitbedrijfname voor onderhouds‑
werkzaamheden of opslag
Het systeem moet uitgeschakeld worden en de
pomp moet door een gekwalificeerde elektro-
technicus van het stroomnet losgekoppeld en
tegen onbevoegde herinschakeling geborgd
worden. Pompen met stekker moeten worden
losgehaald (niet aan de kabel trekken!). Daarna
kan met de werkzaamheden voor demontage,
onderhoud en opslag worden begonnen.
GEVAAR door giftige substanties!
Pompen die media met een gezondheidsrisico
transporteren, moeten voor alle andere werk‑
zaamheden eerst worden ontsmet! Anders
bestaat er levensgevaar! Draag daarbij de
nodige beschermende kleding!
PAS op voor verbrandingen!
De huisonderdelen kunnen veel heter worden
dan 40°C. Er bestaat verbrandingsgevaar! Laat
de pomp na het uitschakelen eerst afkoelen
tot de omgevingstemperatuur.
7.3. Demontage
7.3.1. Mobiele natte opstelling
Bij mobiele natte opstelling kan de pomp na het
loskoppelen van het stroomnet en legen van de
persleiding uit de put gehesen worden. Eventu-
eel moet eerst de slang gedemonteerd worden.
Eventueel moet een geschikt hijsmiddel gebruikt
worden.
7.3.2. Stationaire natte opstelling
Bij stationaire natte opstelling met inhangin-
richting wordt de pomp met het betreffende
hijsmiddel uit de put gehesen. Houd tijdens het
hijsen de stroomtoevoerleiding altijd iets strak om
beschadiging van deze te voorkomen.
De bedrijfsruimte hoeft voor dit doel niet extra
geleegd te worden. Alle schuifafsluiters aan pers-
en zuigzijde moeten gesloten worden om een
WILO SE 11/2014 V05 DIN A4