Nederlands
Op basis van EN 12050‑1 is de Ex‑toelating niet
expliciet vereist. De desbetreffende lokale voor-
schriften moeten worden nagekeken.
3.2. Opbouw
De Wilo-Rexa CUT-pompen zijn overstroombare
afvalwaterdompelpompen met voorgeschakelde
snij-inrichting. De pompen kunnen verticaal in
stationaire en mobiele natte opstelling gebruikt
worden.
Afb. 1: Beschrijving
1
Kabel
2
Draagbeugel
3
Motorhuis
4
Afdichtingshuis
3.2.1. Hydraulisch systeem
Centrifugaal-hydraulisch systeem met voorge-
schakelde interne (CUT GI...) of externe (CUT
GE...) snij-inrichting. De snij-inrichting verkleint
snijbare bijmengingen voor het transport in een
persbuisleiding van 1¼" of groter. De aansluiting
aan de perszijde is als flensverbinding uitgevoerd.
Het hydraulisch systeem is niet zelfaanzuigend,
d.w.z. dat het medium zelfstandig resp. met
voordruk moet worden toegevoerd.
LET op voor harde bestanddelen in het medi‑
um!
Harde bijmengingen zoals zand, stenen, me‑
taal, hout enz. kunnen niet door de snij‑in‑
richting verkleind worden. Deze bijmengingen
kunnen de snij‑inrichting en het hydraulisch
systeem vernielen en veroorzaken zo het
uitvallen van de pomp! Filter deze bijmengin‑
gen uit het medium voordat het naar de pomp
wordt geleid.
3.2.2. Motor
Als motoren worden drooglopermotoren in wis-
selstroom- of draaistroomuitvoering ingezet. De
koeling vindt plaats door het omgevende medi-
um. De warmte wordt via het motorhuis recht-
streeks afgegeven aan het medium. De motor
mag tijdens het bedrijf boven het medium komen.
AANWIJZING
Bij het boven komen van de motor moeten de
opgaven voor de "bedrijfsmodus niet onder-
gedompeld" in acht genomen en nageleefd
worden!
Bij de wisselstroommotoren in de motoruitvoe-
ring "S" is de bedrijfscondensator in de motor
geïntegreerd en de startcondensator is in een
afzonderlijk huis ondergebracht. Bij de wissel-
stroommotoren in de motoruitvoering "P" is de
bedrijfs-en startcondensator in een afzonderlijk
huis ondergebracht.
De aansluitkabel heeft een lengte van 10 m en is
verkrijgbaar in de volgende uitvoeringen:
66
5
Hydraulisch huis
6
Snij-inrichting
7
Persaansluiting
PRODUCTOMSCHRIJVING
• Wisselstroomuitvoering: Kabel met schukostekker
• Draaistroomuitvoering: vrij kabeleinde
In de motoruitvoering "P" is de aansluitkabel
langswaterdicht ingegoten!
3.2.3. Bewakingsinrichtingen
• Dichtheidsbewaking van de motorruimte (enkel
motoruitvoering "P"):
Dichtheidsbewaking motorruimte meldt dat er
water in de motorruimte komt.
• Thermische motorbewaking:
Thermische motorbewaking beschermt de mo-
torwikkeling tegen oververhitting. Bij de aggrega-
ten met wisselstroommotor is deze geïntegreerd
en zelfschakelend. Dit betekent dat de motor bij
oververhitting wordt uitgeschakeld en nadat hij is
afgekoeld automatisch weer wordt ingeschakeld.
Standaard worden hiervoor bimetaalsensoren
gebruikt.
• Bovendien kan de motor met een externe staafe-
lektrode worden uitgerust voor de bewaking van
de afdichtingskamer. Deze meldt het wanneer er
water in de afdichtingskamer binnendringt door
de mediumzijdige mechanische afdichting.
3.2.4. Afdichting
De afdichting aan medium- en motorruimtezijde
wordt verzorgd door twee mechanische afdich-
tingen. De afdichtingskamer tussen de mechani-
sche afdichtingen is met ecologisch onschadelij-
ke, medische witte olie gevuld.
3.2.5. Materialen
• Motorhuis:
• Motoruitvoering "S": 1.4301
• Motoruitvoering "P": EN-GJL-250
• Hydraulisch huis: EN-GJL 250
• Waaier: EN-GJL 250
• Snij inrichting:
• CUT GI: 1.4528
• CUT GE: Abrasiet/1.4034
• Aseinde: 1.4021
• Statische afdichtingen: NBR
• Afdichting
• Aan pompzijde: SiC/SiC
• Aan motorzijde: C/MgSiO4
3.2.6. Gemonteerde stekker
Bij wisselstroommotoren is een schukostekker
aangebouw, bij draaistroommotoren een CEE-fa-
seomkeerstekker. Deze stekkers zijn voor het ge-
bruik van in de handel verkrijgbare contactdozen
gemaakt en zijn niet overstromingsveilig.
PAS op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de stek‑
ker wordt deze beschadigd. Dompel de stek‑
ker nooit in een vloeistof onder en bescherm
hem tegen binnendringend vocht.
3.3. Bedrijf in explosieve atmosfeer
EX-gekenmerkte pompen zijn voor het gebruik
in explosieve atmosferen geschikt. Voor deze
toepassing moeten de pompen aan bepaalde
WILO SE 11/2014 V05 DIN A4