Download Print deze pagina

Wilo Rexa CUT Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 64

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 61
Nederlands
• Mobiele werktuigen voor het optillen van lasten
moeten zodanig gebruikt worden dat de stabili-
teit van het werktuig tijdens het gebruik gega-
randeerd is.
• Tijdens het gebruik van mobiele werktuigen voor
het hijsen van niet geleide lasten moeten maat-
regelen genomen worden om kantelen, verschui-
ven, wegglijden etc. te vermijden.
• De nodige maatregelen moeten genomen worden
zodat er zich geen personen onder hangende las-
ten kunnen bevinden. Verder is het verboden om
hangende lasten boven werkplaatsen te bewegen
waar zich personen bevinden.
• Bij het gebruik van mobiele werktuigen voor
het hijsen van lasten moet indien nodig (bijv. bij
belemmerd zicht) een tweede persoon worden
ingezet.
• De te hijsen last moet zo getransporteerd worden
dat bij een stroomuitval niemand gewond raakt.
Daarnaast moeten hijswerkzaamheden in de open
lucht worden afgebroken als de weersomstandig-
heden verslechteren.
Deze aanwijzingen moeten strikt worden na‑
geleefd. Bij veronachtzaming kan dit leiden tot
letsel en/of ernstige materiële schade.
2.3. Elektrische werkzaamheden
GEVAAR door elektrische stroom!
Er bestaat levensgevaar door elektrische
schok bij werkzaamheden aan het elektri‑
sche systeem! Deze werkzaamheden mogen
uitsluitend door een gekwalificeerde elektro‑
technicus worden uitgevoerd.
PAS op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel
raken de kabel en de pomp beschadigd. Dom‑
pel het kabeluiteinde nooit in een vloeistof
onder en bescherm het tegen binnendringend
vocht. Aders die niet gebruikt worden, moe‑
ten geïsoleerd worden!
Onze pompen werken op wissel- of draaistroom.
De nationaal geldende richtlijnen, normen en
voorschriften (bijv. VDE 0100) alsook de bepalin-
gen van het plaatselijke energiebedrijf dienen in
acht te worden genomen.
De bediener moet weten hoe de stroomtoevoer
naar de pomp loopt en hoe de machine uitge-
schakeld kan worden. Voor draaistroommotoren
moet een motorbeveiligingsschakelaar door de
klant worden geïnstalleerd. Wij raden aan een lek-
stroom-veiligheidsschakelaar (RCD) te installeren.
Bestaat de mogelijkheid dat personen met de
pomp en het pompmedium in aanraking komen
(bijv. op bouwterreinen) dan moet de aanslui-
ting bovendien nog met een lekstroom-veilig-
heidschakelaar (RCD) beveiligd worden.
Voor het aansluiten moet het hoofdstuk "Elek-
trische aansluiting" in acht genomen worden. De
technische gegevens moeten strikt in acht geno-
men worden! Onze pompen moeten principieel
worden geaard.
64
Wanneer de pomp door een veiligheidsorgaan is
uitgeschakeld, mag deze pas na het verhelpen
van de storing opnieuw worden ingeschakeld.
Bij de aansluiting van de pomp op de elektrische
schakelinstallatie, met name bij gebruik van elek-
tronische apparatuur als soft starter of frequen-
tie-omvormers, moeten de voorschriften van de
fabrikant van de schakelkast in acht genomen
worden, zodat de eisen m.b.t. de elektromagne-
tische compatibiliteit (EMC) nageleefd worden.
Eventueel zijn voor de stroomtoevoer- en stuur-
leidingen aparte beschermmaatregelen nodig
(bijv. beschermde kabels, filters, enz.).
De aansluiting mag alleen worden uitgevoerd
als de schakelkasten aan de geharmoniseerde
EU‑normen voldoen. Mobiele radio‑apparatuur
kan storingen in de installatie veroorzaken.
WAARSCHUWING voor elektromagnetische
straling!
Door elektromagnetische straling bestaat er
levensgevaar voor personen met pacema‑
kers. Breng desbetreffende borden aan op de
installatie en informeer betroffen personen!
2.4. Veiligheids‑ en bewakingsinrichtingen
De pompen zijn uitgerust met de volgende bewa-
kingsinrichtingen:
• Thermische wikkelingsbewaking
• Dichtheidsbewaking van de motorruimte (enkel
motoruitvoering "P")
Mocht de motor tijdens het werk te heet lopen,
resp. komt er vloeistof in de motor, dan wordt de
pomp uitgeschakeld.
Deze veiligheidsvoorzieningen moeten door een
elektrotechnicus worden aangesloten en voor
inbedrijfname op correcte werking gecontroleerd
worden.
Het personeel moet over de ingebouwde voorzie-
ningen en hun functie zijn geïnstrueerd.
PAS op!
De pomp mag niet worden gebruikt, als de be‑
wakingsinrichtingen verwijderd of beschadigd
zijn en/of niet functioneren!
2.5. Gedrag tijdens het bedrijf
Bij het bedrijf van de pomp moeten de ter plaatse
geldende wetten en voorschriften voor veilig-
heid op de werkplek, ongevallenpreventie en de
omgang met elektrische machines in acht worden
genomen. Voor de veiligheid moet de gebruiker
duidelijk de bevoegdheden van het personeel
vastleggen. Het voltallige personeel is verant-
woordelijk voor het naleven van de voorschriften.
Centrifugaalpompen hebben vanwege hun con-
structie draaiende onderdelen, die vrij toegan-
kelijk zijn. Afhankelijk van het werk, kunnen aan
deze onderdelen scherpe kanten ontstaan.
VEILIGHEID
WILO SE 11/2014 V05 DIN A4

Advertenties

loading