Download Print deze pagina

Wilo Rexa CUT Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 72

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 61
Nederlands
5.5. Elektrische aansluiting
LEVENSGEVAAR door elektrische stroom!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
Elektrische aansluiting uitsluitend door een
elektrotechnicus met toelating door het
plaatselijke energiebedrijf en overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften laten
uitvoeren.
GEVAAR door verkeerd gebruik!
Bij EX-goedgekeurde pompen moet de
stroomtoevoerleiding buiten de explosieve
zone of binnen een huis dat is uitgevoerd
met een ontstekingsbescherming volgens
DIN EN 60079-0 worden aangesloten! Bij
niet‑naleving bestaat er levensgevaar door
explosie!
• Laat de aansluiting altijd door een elektro‑
technicus uitvoeren.
• Neem ook de overige informatie in bijlage in
acht.
• Stroom en spanning van de netaansluiting
moeten overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje.
• Stroomtoevoerleiding volgens de geldende
normen/voorschriften leggen en volgens het
elektrsich schema aansluiten.
• Aanwezige bewakingssystemen bijv. voor de
thermische motorbewaking, moeten aangesloten
en op werking gecontroleerd worden.
• Voor draaistroommotoren moet een rechtsdraai-
end draaiveld aanwezig zijn.
• Aard de pomp op de voorgeschreven wijze.
Vast geïnstalleerde pompen moeten volgens de
nationaal geldende normen geaard worden. Is
een separaat aardleidingaansluiting voorhanden
dan moet deze op de gekenmerkte boring resp.
aardeklem (;) met een geschikte bout, moer, kar-
tel- en onderlegring aangesloten worden. Voor de
aardleidingaansluiting moet een kabeldoorsnede
worden gebruikt die voldoet aan de plaatselijke
voorschriften.
• Voor motoren met vrij kabeluiteinde moet een
motorbeveiligingsschakelaar gebruikt worden.
Het gebruik van een lekstroom-veiligheidsscha-
kelaar (RCD) wordt aanbevolen.
• Schakelkasten zijn verkrijgbaar als toebehoren.
5.5.1. Beveiliging aan de netzijde
De benodigde voorzekering moet aan de hand van
de startstroom worden berekend. De startstroom
vindt u op het typeplaatje.
Als voorzekering mogen alleen langzame zeke-
ringen of vermogensbeschermingsschakelaar met
K‑karakteristiek worden gebruikt.
5.5.2. Controle van de isolatieweerstand en de bewa‑
kingssystemen voor inbedrijfname
Wanneer de gemeten waarden afwijken van de
voorgeschreven waarden, kan er vocht in de
motor of de stroomtoevoerleiding zijn binnenge-
72
drongen of is de bewakingsinrichting defect. Sluit
de pomp niet aan en houd ruggespraak met de
Wilo-servicedienst.
Isolatieweerstand van de motorwikkeling
Voor het aansluiten van de stroomtoevoerleiding
moet de isolatieweerstand gecontroleerd worden.
Deze kan met een isolatietester (meetgelijkspan-
ning = 1000 V) gemeten worden.
• Bij de eerste inbedrijfname Isolatieweerstand
mag de 20 MΩ niet onderschrijden.
• Bij overigen metingen: Waarde moet groter zijn
dan 2 MΩ.
Bij motoren met geïntegreerde condensator
moeten de wikkelingen voor de controle kort‑
gesloten worden.
Temperatuursensor en optioneel verkrijgbare
staafelektrode voor de bewaking van de afdich‑
tingskamer
Voor het aansluiten van de bewakingsinrichtingen
moeten deze met een Ohmmeter gecontroleerd
worden. De volgende waarden moeten worden
aangehouden:
• Bimetaalsensor: Waarde gelijk "0"-doorgang
• Staafelektrode: De waarde moeten tegen
"oneindig" gaan. Bij lagere waarden zit er water
in de olie. Neem ook de aanwijzingen van het
optioneel verkrijgbare relais in acht.
5.5.3. Wisselstroommotor
Afb. 4: Aansluitschema
L
Netaansluiting
N
Aarde
De wisselstroomuitvoering is uitgerust met een
schukostekker.
De aansluiting op het stroomnet vindt plaats door
het insteken van de stekker in de contactdoos.
Moet de pomp direct in de schakelkast aangeslo-
ten worden, dan moet de stekker gedemonteerd
worden en de elektrische aansluiting door een
elektrotechnicus plaatsvinden!
De aderen van de aansluitkabel zijn als volgt gere-
serveerd:
3‑aderige aansluitkabel:
Aderkleur
Klem
bruin (bn)
L
blauw (bu)
N
groen/geel (gn-ye)
Aarde (PE)
5.5.4. Draaistroommotor
Afb. 5: Aansluitschema motoruitvoering "S"
L1
L2
Netaansluiting
L3
OPSTELLING
PE Aarde
PE Aarde
20
Bimetaalsensor
21
WILO SE 11/2014 V05 DIN A4

Advertenties

loading