Besturingselementen
Veiligheidssystemen voor het rijden
WAARSCHUWING: Als er regelmatig
waarschuwingen optreden, moet u
de banden laten controleren bij uw
McLaren-dealer. Rijden met een niet
goed opgepompte band kan de
levensduur van de banden verkorten,
schade of defecten aan de band
veroorzaken en het rij- en
remvermogen van het voertuig
beïnvloeden.
MILIEU: Te zachte banden verminderen
het brandstofverbruik en de levensduur
van de banden.
MILIEU: Controleer de bandenspanning
ten minste om de 7 dagen.
Bandentemperatuurcontrolesysteem
Als een hoge bandentemperatuur wordt
gedetecteerd, geeft het bewakingssysteem voor
de bandentemperatuur een waarschuwing weer
op het Bestuurdersdisplay.
Ga naar het scherm 'Car Status (voertuigstatus)
op het Bestuurdersdisplay om de huidige
bandentemperaturen te bekijken, zie CAR
STATUS (VOERTUIGSTATUS), pagina 3.11.
2.38
Dit toont de huidige temperatuur van elk van de
vier banden. Als de temperatuur blauw wordt
weergegeven, zijn de banden nog niet
opgewarmd tot de optimale bedrijfstemperatuur.
Als de temperatuur wit wordt weergegeven,
hoeft u niets te doen.
WAARSCHUWING: Als de temperatuur
in het rood wordt weergegeven, is de
veilige bedrijfstemperatuur van de
band(en) overschreden. Verlaag de
snelheid of stop het voertuig totdat
de temperaturen op een veilig niveau
zijn, d.w.z. dat de temperaturen wit
worden weergegeven.
Inspecteer de band(en) op de
mogelijke oorzaken van een
verhoogde bandentemperatuur.
Als het TPMS is ingesteld in de circuit-
modus kan het waarschuwingsniveau van
de bandenspanning worden aangepast aan
racebaangebruik. Het pictogram met een
geblokte vlag wordt weergegeven op het TPMS-
display wanneer dit is ingeschakeld. Zie
Circuit-modus, pagina 2.38.
Circuit-modus