Besturingselementen
Veiligheidssystemen voor het rijden
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)
Elke band moet wekelijks worden gecontroleerd
wanneer deze koud is en opgepompt/
leeggelopen is tot de bandenspanning die wordt
aanbevolen op de sticker met de
bandenspanningen. (Als uw voertuig banden
heeft van een andere maat dan de maat die op
het bandenspanningslabel staat vermeld, moet
u de juiste bandenspanning voor deze banden
bepalen).
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk
dat de waarschuwing van het
bandendrukcontrolesysteem (TPMS) wordt
weergegeven zonder verlies van lucht uit de
band. Dit kan het gevolg zijn van
temperatuurverschillen tussen de locaties waar
de bandenspanning is ingesteld en waar met het
voertuig wordt gereden. Als u bijvoorbeeld de
bandenspanning instelt in een verwarmde of
gekoelde garage en vervolgens het voertuig naar
buiten rijdt, kan er na korte tijd rijden een
waarschuwing voor de bandenspanning worden
weergegeven. De waarschuwing kan ook
verschijnen wanneer er extreme
omgevingstemperatuurwisselingen optreden of
tijdens seizoensgebonden
temperatuurveranderingen.
WAARSCHUWING: Negeer nooit een
waarschuwing voor de
bandenspanning. Controleer de
bandenspanning onmiddellijk en
neem indien nodig contact op met uw
McLaren-dealer.
OPMERKING: Het
bandendrukcontrolesysteem (TPMS)
dat op uw McLaren is gemonteerd,
werkt alleen met specifieke Pirelli-
banden, zie Velg- en bandenmaten,
pagina 7.08.
Overzicht bandendrukcontrolesysteem
(TPMS)
Het TPMS waarschuwt u wanneer de spanning
daalt of toeneemt, of wanneer de temperatuur
stijgt tot boven een acceptabel niveau in een of
meer banden.
2.35