Instrumenten
Bestuurdersdisplay
Het indicatielampje voor de schakelstand
beweegt naar het midden van het
Bestuurdersdisplay, waarbij de positie wordt
verwisseld met de snelheidsmeter, wanneer het
voertuig in de Sport- of Circuitmodus staat Zie
Sportmodus, pagina 3.21 en Circuit-modus,
pagina 3.21.
Zie Handmatige/automatische modus, pagina
2.22 voor meer informatie.
Wanneer het voertuig in de Elektrische modus
staat, geeft het indicatielampje alleen Drive (D),
Neutral (N) of Reverse (R) weer. Zie Elektrische
modus, pagina 3.20.
3.22
Weergave van rijgedrag en
aandrijflijn
De momenteel geselecteerde rij- en
aandrijflijnmodus wordt aan weerszijden van het
Bestuurdersdisplay weergegeven. Zie De
rijmodus- en aandrijflijnknoppen, pagina 2.25
voor meer informatie.
De indeling van het Bestuurdersdisplay zal
veranderen, afhankelijk van de geselecteerde
rij- en aandrijflijnmodi. Zie Displayvenster, pagina
3.20.
Weergave van de modus
elektronische stabiliteitscontrole
(ESC)
De bevestiging van de geselecteerde modus
elektronische stabiliteitscontrole wordt
weergegeven. Zie Elektronische
stabiliteitsregeling (ESC), pagina 2.32 voor meer
informatie over de verschillende beschikbare
instellingen.