Instrumenten
Overzicht
Overzicht
Het Bestuurdersdisplay wordt geactiveerd
wanneer het contact wordt ingeschakeld, zie
Het contact aanzetten, pagina 2.05.
WAARSCHUWING: Er verschijnen
geen berichten op het
Bestuurdersdisplay als er een storing
is in het scherm of de elektrische
installatie van het voertuig. Neem
onmiddellijk contact op met uw
McLaren-dealer. Het gebruik van het
voertuig onder deze omstandigheden
kan gevaarlijk zijn.
WAARSCHUWING: Als het
Bestuurdersdisplay wordt
uitgeschakeld tijdens het rijden, past
u uw rijstijl aan en stopt u het
voertuig zodra u dit veilig kunt doen.
Neem contact op met uw McLaren-
dealer.
3.02
Toerenteller
Het display van de toerenteller verschijnt in het
midden van het Bestuurdersdisplay in de modi
Comfort- of Sport-aandrijflijn en rijgedrag. Het
rode getal op het display geeft het maximale
motortoerental aan.
Wanneer de modi Circuit--aandrijflijn of rijgedrag
zijn geselecteerd, verandert de stijl van de
toerenteller naar gelang de geselecteerde
modus. Zie Displayvenster, pagina 3.20.
OPMERKING: Het maximale toerental is
dynamisch en wordt onder bepaalde
omstandigheden verlaagd, bijvoorbeeld
als de motorolie onder de normale
bedrijfstemperatuur is of als de
neutraalstand is geselecteerd.
OPMERKING: Laat de motor gedurende
langere tijd niet draaien met of in de
buurt van het maximale toerental. De
brandstoftoevoer wordt afgesloten om
de motor te beschermen wanneer het
maximale toerental is bereikt.
Schakellampjes
Als de racenbaan-aandrijflijn of de rijgedrag-
modus is geselecteerd, worden de
schakellampjes bovenin het Bestuurdersdisplay
weergegeven. De schakellampjes geven het
optimale moment aan om te schakelen voor
maximale prestaties. De schakellampjes zijn
verdeeld in drie blokken; een groen blok, een rood
blok en een blauw blok. Elk blok licht op als het
motortoerental toeneemt. Het versnellen van
het motortoerental tot voorbij het punt waarop
het blauwe blok brandt, is niet bevorderlijk voor
een snelle acceleratie.