Advertenties
Voordat u gaat rijden
Antidiefstalsysteem
Wegsleepbeveiliging
De wegsleepbeveiliging is ontworpen om te
voorkomen dat het voertuig wordt gestolen door
het door middel van ophanging te slepen of op
een aanhanger te laden.
Het alarm wordt geactiveerd als het voertuig op
een of andere manier wordt getild of gekanteld.
De wegsleepbeveiliging wordt ongeveer 15
seconden nadat het voertuig is vergrendeld
geactiveerd en uitgeschakeld wanneer het
voertuig wordt ontgrendeld.
Wegsleepbeveiliging uitschakelen
1.14
1.
Om de wegsleepbeveiliging uit te
schakelen, schakelt u het contact uit, opent
u het bestuurdersportier en drukt u op de
knop op de achterrand van het
bestuurdersportier. Het lampje in de
schakelaar gaat branden om aan te geven
dat de wegsleepbeveiliging is
uitgeschakeld.
OPMERKING: U kunt de
wegsleepbeveiliging niet uitschakelen
als het contact is ingeschakeld.
2.
Sluit het bestuurdersportier en vergrendel
het voertuig (met het sleutelloze systeem
of de sleutelhouder). De
wegsleepbeveiliging blijft uitgeschakeld
totdat u het voertuig ontgrendelt.
Bewegingssensor binnen het
voertuig
Het alarm wordt geactiveerd als uw auto is
vergrendeld en beweging binnen wordt
gedetecteerd, bijvoorbeeld als iemand een raam
breekt of door een open ruit in het voertuig reikt.
De bewegingssensor binnen het voertuig wordt
ongeveer 15 seconden nadat het voertuig is
vergrendeld geactiveerd en uitgeschakeld
wanneer het voertuig wordt ontgrendeld.
OPMERKING: Om ongewenste alarmen
te voorkomen, moeten de ruiten
worden gesloten wanneer u het
voertuig verlaat en mogen er geen
voorwerpen aan de binnenspiegel
hangen.
Advertenties
Hoofdstukken
