Besturingselementen
Starten en rijden
3.
Trap het rempedaal in en druk op de
START/STOP -knop.
OPMERKING: De motor zal starten en de
katalysatoren verwarmen. Gedurende
deze periode:
Aandrijving wordt alleen geleverd door
de eMotor. De motor levert geen
vermogen en reageert niet op de invoer
van de gasklep.
De transmissie blijft in de automatische
stand.
De toerenteller blijft stationair draaien.
Tijdens deze status wordt de voortgangsbalk
weergegeven op de indicator van de
aandrijflijnmodus en wordt CONDITIONING
ENGINE weergegeven op de Bestuurdersdisplay.
2.12
Om het voertuig te starten waarbij het volledige
koppel beschikbaar is en de gasklep onmiddellijk
reageert, moet de motor nog warm zijn van het
vorige gebruik.
Het voertuig stoppen
1.
Trap het rempedaal in.
2.
Selecteer de neutraalstand.
3.
Druk op de START/STOP-knop. De motor
stopt, het voertuig schakelt over naar de
stand Actief, zie Elektrische status van de
auto, pagina 2.04. De startonderbreker is
geactiveerd.