Voordat u gaat rijden
Openen en sluiten
OPMERKING: Duw het portier niet te
hard dicht, omdat de portierrubbers of
het raam beschadigd kunnen raken.
1.06
Een portier vergrendelen
1.
Sluit het portier. Zie Een deur sluiten,
pagina 1.05.
2.
Om het voertuig te vergrendelen met de
sleutelhouder drukt u op de
vergrendelknop. De voor-, achter- en
zijrichtingaanwijzers (marktspecifiek)
knipperen in een snelle, cirkelvormige
volgorde rond het voertuig. Het
diefstalalarm wordt geactiveerd.
3.
Als u de functie Keyless Exit (Uitstappen
zonder sleutel) gebruikt, wordt het voertuig
automatisch vergrendeld wanneer u meer
dan 5 m (16 ft 5 inch) van het voertuig
vandaan loopt. Zie Keyless Entry, pagina
1.02.
4.
De richtingaanwijzers knipperen om aan te
geven dat het diefstalalarm is geactiveerd.