Voordat u gaat rijden
Stoelen
Veiligheid
WAARSCHUWING: Laat kinderen niet
zonder toezicht in het voertuig
achter, omdat ze letsel kunnen
oplopen als een stoel per ongeluk
wordt verplaatst.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat
niemand bekneld kan raken terwijl
de stoel beweegt.
Houd u aan het volgende om het
risico op letsel bij een ongeval te
verminderen:
1.16
Alle inzittenden van het voertuig
moeten een zitpositie kiezen
waarmee de veiligheidsgordel correct
kan worden gedragen, maar die zich
zo ver mogelijk van de voorste
airbags bevindt. De positie van de
bestuurdersstoel moet de bestuurder
in staat stellen veilig met het
voertuig te rijden. De afstand tussen
de bestuurdersstoel en de pedalen
moet zodanig zijn dat de bestuurder
de pedalen volledig kan intrappen.
De afstand tussen de borstkas van de
bestuurder en het midden van de
airbagkap moet meer dan 25 cm (10
inch) bedragen. De armen van de
bestuurder moeten enigszins
gebogen zijn wanneer het stuurwiel
wordt vastgehouden.
Inzittenden van het voertuig moeten
hun veiligheidsgordel altijd op de
juiste manier dragen.
Plaats de passagiersstoel zo ver naar
achteren als comfortabel is.
WAARSCHUWING: McLaren raadt het
gebruik van kinderzitjes in dit
voertuig af, maar volg de
onderstaande richtlijnen als u dit wel
wilt doen:
Kinderen kleiner dan 1,5 m (4 ft 11
inch) of jonger dan 12 jaar moeten
worden vastgemaakt in een geschikt
kinderzitje. Raadpleeg de huidige
nationale en lokale wetgeving voor
specifieke vereisten.
Als u een kinderzitje op de
passagiersstoel gebruikt, moet u de
stoel zo ver mogelijk naar achteren
zetten.