Advertenties
Voordat u gaat rijden
Antidiefstalsysteem
De bewegingssensor binnen het voertuig
uitschakelen
1.
Om de bewegingssensor binnen het
voertuig uit te schakelen, schakelt u het
contact uit, opent u het bestuurdersportier
en drukt u op de knop op de achterrand van
het bestuurdersportier. Het lampje in de
schakelaar gaat branden om aan te geven
dat de bewegingssensor binnen het
voertuig is uitgeschakeld.
OPMERKING: U kunt de
bewegingssensor binnen het voertuig
niet uitschakelen als het contact is
ingeschakeld.
2.
Sluit het bestuurdersportier en vergrendel
het voertuig. De bewegingssensor binnen
het voertuig blijft uitgeschakeld totdat u
de auto ontgrendelt.
Paniekalarm
De paniekalarmfunctie is ontworpen om de
aandacht te trekken door de claxon te laten
klinken en de richtingaanwijzers herhaaldelijk te
laten knipperen.
Het paniekalarm kan worden ingeschakeld door
de knop voor de alarmknipperlichten 3 seconden
of langer in te drukken.
De claxon stopt nadat het paniekalarm 60
seconden lang is geactiveerd, maar de
richtingaanwijzers blijven knipperen. De claxon
kan opnieuw worden geactiveerd door de knop
voor de alarmknipperlichten 3 seconden of langer
in te drukken.
Om het paniekalarm uit te schakelen, drukt u kort
op de knop voor de alarmknipperlichten.
OPMERKING: Het paniekalarm klinkt ook
als waarschuwing om het voertuig te
verlaten en uit de buurt te blijven
wanneer er een storing in het hybride
systeem optreedt.
1.15
Advertenties
Hoofdstukken
