Besturingselementen
Starten en rijden
Het contact aanzetten
1.
Zorg ervoor dat de sleutelhouder zich in het
voertuig bevindt.
2.
Om het contact in te schakelen zonder het
voertuig te starten, drukt u op de START/
STOP-knop, zonder het rempedaal in te
trappen.
OPMERKING: Als het voertuig in de
stand Actief staat, drukt u twee keer op
de
-knop terwijl het
START/STOP
rempedaal is losgelaten.
3.
Het contact wordt ingeschakeld, de
olietemperatuur, de watertemperatuur en
de brandstofmeters werken en een aantal
waarschuwingslampjes gaan branden als
zelftest. Het Bestuurdersdisplay wordt
volledig verlicht.
Instrumenten en
waarschuwingslampjes
De waarschuwingslampjes kunnen in
verschillende categorieën worden verdeeld,
afhankelijk van de kleur waarin ze oplichten.
ROOD of ORANJE waarschuwingslampje -
geeft aan dat er een storing is
gedetecteerd. Een storing die wordt
aangegeven door een ROOD lampje is
belangrijker dan een storing die ORANJE
wordt weergegeven.
BLAUW of GROEN waarschuwingslampje -
geeft aan dat een systeem of functie is
ingeschakeld en in werking is.
Waarschuwingslampjes
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS), pagina 2.35
Veiligheidsgordels, pagina 1.25
Mistachterlicht, pagina 1.41
2.05