Gedrag bij EtherCAT
I
6
Parameterinstelling via EtherCAT
0 0
6.2.3
Schrijven van een parameter via TwinCAT (voorbeeld)
32
Bij het schrijven van een parameter is de functie "SDO-WRITE" beschikbaar. Daarvoor
is de index van de te schrijven parameters vereist.
Voor de implementatie in TwinCAT is het functieblok FB_EcCoESdoWrite vereist.
U vindt dit functieblok in de bibliotheek TcEtherCAT.lib. U kunt dit functieblok ook in
twee stappen integreren.
1. Aanmaken van een instance van het functieblok FB_EcCoESdoWrite.
2. De ingang van het functieblok wordt als volgt toegewezen:
•
sNetID: Weergave Net-ID van de EtherCAT-master.
•
nSlaveAddr: EtherCAT-adres van het SEW-apparaat waarvan de data worden
gelezen.
•
nIndex: Index van de te lezen parameters.
•
nSubIndex: Weergave subindex van de te lezen parameter.
•
pDstBuf: Pointer naar het databereik waarin de gelezen parameters opgeslagen
moeten worden.
•
cbBufLen: Maximale geheugengrootte in bytes voor de te lezen parameters.
•
bExecute: Een positieve flank start de leesprocedure.
•
tTimeout: Weergave time-outperiode van het functieblok.
De uitgangsflags bBusy en bError geven de status van de instructies aan, nErrId toont
eventueel het foutnummer bij de betreffende flag bError.
De index en subindex van de gelezen parameter kunnen eenvoudig in de parameter-
boom weergeven worden door met de muiscursor over de gewenste parameter te
bewegen, waardoor deze na korte tijd in de vorm van een tooltip weergegeven worden.
Handboek – Veldbusinterface XFE24A EthernetCAT