Configuratie van
de FCB10 (geïn-
terpoleerde posi-
tionering)
Afbeelding 25: Configuratie van de FCB10
Stel in de parameter setpointcyclus de besturing en de cyclustijd van uw EtherCAT-
besturing in, bijv. 1 ms.
Het positiesetpoint van de besturing wordt met dit instelbare filter voor gemiddelden nog
afgevlakt, voor een "rustig" en gestaag toerentalverloop.
Verder moet de bron voor het positiesetpoint ingesteld worden, hier procesdatabuffer
kanaal 0.
OUT-procesdata
De configuratie van OUT-procesdata is identiek aan de configuratie van de velocity-
modus en kan daar nagelezen worden.
De eenheid en resolutie van het toerental of de snelheid en positie, bijv. weg van de as,
is afhankelijk van de instellingen van de gebruikerseenheden, die bij de inbedrijfstelling
vastgelegd zijn. Indien geen afwijkende gebruikerseenheden gedefinieerd worden, zijn
deze als volgt:
Weg:
Snelheid:
7.2
Instellingen op de EtherCAT-master
Voor de synchronisatie van tijdschijven moet u de functie Distributed Clock activeren.
De buscyclus van de MOVIAXIS
besturing, die bij de inbedrijfstelling ingesteld is. Controleer bovendien de watchdog
voor de time-outbewaking alleen voor de sync-manager 0x1000 (outputdata).
De watchdog voor de time-outbewaking is standaard ingesteld.
7.2.1
Instellingen voor de Velocity-modus
•
•
Handboek – Veldbusinterface XFE24A EthernetCAT
1 [omwenteling]
1 [rpm]
Het toerentalsetpoint wordt via het in de PDO-editor geparametreerde ingangswoord
verzonden.
De positionering wordt via het in de PDO-editor geparametreerde uitgangswoord
verzonden. De resolutie wordt tijdens de inbedrijfstelling vastgelegd.
Motion-Control via EtherCAT
Instellingen op de EtherCAT-master
®
moet nauwkeurig overeenkomen met de externe
I
7
0 0
11669AEN
47