Advertenties
Pannen
Stel het niveau van achtergrondonscherpte bij de
z
beweging in.
Met [Effect] kunt u het niveau van achtergrondonscherpte bij de
beweging instellen. Met de instelling [Max.] stelt u een tragere sluitertijd
in om de achtergrondonscherpte bij de beweging rond het onderwerp te
verhogen. Als het onderwerp wazig is, stelt u [Effect] in op [Norm.] of
[Min.] om de onscherpte te reduceren.
Maak continue opnames.
z
Standaard is < i > (Continue opname) ingesteld. Druk op het juiste
moment de ontspanknop volledig in om de opname te maken. U kunt
bewegende onderwerpen volgen door de camera te pannen terwijl
u de ontspanknop ingedrukt houdt om continue opnames te maken.
Raadpleeg de Canon-website voor meer informatie over de lenzen die de
o
modus < r > ondersteunen.
Met lenzen die de modus < r > ondersteunen corrigeert de camera
o
automatisch onscherpte van het onderwerp en past deze (op basis van de
[Effect]-instelling) de sluitertijd aan, ongeacht de IS-instelling van de lens.
De standaardinstelling van de AF-gebiedselectiemodus is Zone-AF met het
o
midden van het scherm geselecteerd.
De AF-methode kan alleen worden ingesteld op [1-punt AF] of [Zone-AF].
o
Standaard is dit ingesteld op [Zone-AF], waarbij de zone in het midden van
het scherm geselecteerd wordt.
Om cameratrilling te voorkomen, wordt aanbevolen dat u de camera met beide
o
handen vasthoudt, uw armen stevig tegen uw lichaam houdt en de beweging
van het onderwerp op vloeiende wijze volgt om opnames te maken.
Dit effect is het meest efficiënt bij treinen, auto's enz. die met een constante
o
snelheid en in één richting bewegen.
Testopnamen maken of de opname controleren meteen nadat u deze hebt
o
gemaakt, wordt aanbevolen.
Bij het gebruik van telelenzen moet u voorzichtig zijn met cameratrillingen
o
en onscherpte van het onderwerp. Overweeg het gebruik van een statief of
monopod om trillingen te voorkomen.
92
Advertenties
